Over de surrealistische kunstenares Leonora Carrington, het drama en de romantiek die haar volwassenwording tijdens de Tweede Wereldoorlog bepaalden. Een meeslepende, historische roman over de tragische liefde tussen twee kunstenaars, gebaseerd op ware gebeurtenissen en historische figuren. “Leonora in het ochtendlicht” is een onvergetelijk verhaal over liefde en kunst.
Tussen het werk van de pre-surrealist, Giorgio de Chirico (1888-1978), wiens werk evolueerde naar de Pittura metafisica, en het werk van Joan Miró (1893-1983), wiens stijl evolueerde naar de poëtisch, organische, biomorfische schilderkunst, was van Dalí, Paul Delvaux en Max Ernst, tot Leonor Fini, Félix Labisse en René Magritte, geen enkele kunststroming zo verscheiden, als het 20ste eeuws, figuratief surrealisme. Max Ernst (1891-1976) werd geboren in het Duitse Brühl. In 1914 reisde hij naar het Parijse Montparnasse, waar hij Apollinaire, Robert Delaunay en Hans Arp leerde kennen. In 1918, trouwde hij met de kunsthistorica, Luise Straus en twee jaar latere kregen ze een zoon, Hans-Ulrich, die als Jimmy Ernst, een bekend schilder zou worden.
Twee jaar later scheidde hij van Luise, met wie de relatie stormachtig was geweest, en keerde terug naar Montparnasse. Daar speelde hij een grote rol in de totstandkoming van het surrealisme, de kunststroming waarbij kunstenaars gebruik maakten van abstracte droombeelden en van het onderbewuste om hun (subjectieve) gevoel te uiten op het doek. Na een periode bij de surrealisten, verliet Ernst de beweging uit woede over de door André Breton gewenste verbanning van Ernsts vriend Paul Éluard. Met Éluard en diens vrouw Gala (later getrouwd met Salvador Dalí) leefde hij enige tijd in een driehoeksverhouding.
In 1927, trouwde hij met Marie-Berthe Aurenche, maar in 1936, kwam de 45-jarige Ernst, tijdens de “International Surrealist Exhibition” in London, in contact met de 19-jarige Leonora Carrington (1917-2011) De twee vertrokken naar Parijs, waar Ernst scheidde van Marie-Berthe. In 1938, vestigde hij zich met Leonora in Saint-Martin-d’Ardèche in het zuiden van Frankrijk. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak werden beiden opgepakt door de Franse autoriteiten als ‘ongewenste vreemdelingen’. Mede door tussenkomst van Paul Éluard en enkele kennissen van Ernst uit Amerika (waaronder de journalist Varian Fry), werden ze na een paar weken vrijgelaten.
Hij wist Frankrijk te ontvluchten, weliswaar zonder Leonora Carrington, die in een ernstige depressie verviel en later uitweek naar Mexico, maar met de Amerikaanse kunstverzamelaarster Peggy Guggenheim, die reeds een aantal werken van hem had gekocht voor haar museum in Venetië. In 1941, arriveerden zij in de Verenigde Staten en het jaar daarop trouwden ze. Zijn huwelijk met Guggenheim hield niet stand en in 1946, trouwde hij opnieuw, deze keer met de Amerikaanse kunstenares, Dorothea Tanning (1910-2012). Ze woonden vanaf 1955 in Huismes in het arrondissement Chinon, maar in 1963, verhuisden ze naar Seillans (foto) in het arrondissement Draguignan, in Zuid-Frankrijk, waar Max Ernst een eigen huis bouwde. Dorothea Tanning overleefde haar man meer dan 35 jaar. Ze overleed in 2012, op 101-jarige leeftijd.
In het boek is het 1937. Leonora Carrington is een twintigjarige Britse vrouw die droomt van onafhankelijkheid als ze Max Ernst ontmoet, een oudere, getrouwde kunstenaar wiens surrealistische werk Europa in de ban houdt. Ze volgt hem naar Parijs, naar de bruisende wereld van ateliers en cafés waar de visionairs van de surrealistische beweging – zoals André Breton, Pablo Picasso, Lee Miller, Man Ray en Salvador Dalí – de conventionele benaderingen van kunst en leven uitdagen.
Geïnspireerd door hun vrijheid begint Leonora te experimenteren met haar eigen schilderijen, vertaalt ze levendige verhalen uit haar jeugd naar het schilderslinnen en krijgt ze erkenning onder haar eigen naam. Het is een tijdperk van onbegrensde mogelijkheden tot de dreiging van de oorlog over Europa trekt en er krantenkoppen verschijnen waarin Max en de zijnen als ‘entartet’ worden bestempeld, wat leidt tot zijn arrestatie en gevangenschap. Wanneer de bezetting zich uitbreidt over het platteland, vecht Leonora tegen angstaanjagende omstandigheden om te overleven, waarbij de demonen in haar eigen hoofd haar dreigen te overstemmen. Max en Leonora worden gedwongen Frankrijk te ontvluchten en worden gescheiden, maar beiden beginnen aan een opmerkelijke reis die hen als kunstenaars en individuen zal vormen. Op de vlucht voor een interneringskamp zoekt Max de hulp van Peggy Guggenheim, die kunstenaars helpt te ontsnappen aan de nazi’s, terwijl Leonora, ooit opgesloten in een Spaans asiel, haar identiteit begint op te eisen en de stille, innerlijke kracht loslaat die uiteindelijk maken haar een van de meest invloedrijke vrouwen van onze tijd. “Leonora in the Morning Light” werd vertaald door Daniëlle Stensen.
Michaela Carter studeerde Creative Writing, haar poëzie is tweemaal genomineerd voor de prestigieuze Pushcart Prize. Michaela Carter is de auteur van twee romans, waaronder Leonora In the Morning Light, een van de “Most Anticipated Historical Novels” van Oprah Magazine en de “Most Anticipated Books of 2021” van LitHub. Het werd ook vertaald in het Duits en het Pools en stond op de shortlist voor de American Library in Paris Book Award. Haar roman “Further Out Than You Thought”, een verhaal tegen de achtergrond van de chaos tijdens de L.A. riots in 1992, was een Indie Next List Pick, en haar poëzie won de Poetry Society of America Los Angeles, is genomineerd voor Pushcart Prizes en is verschenen in tal van bloemlezingen en tijdschriften. Ze is ook de medeoprichter van de onafhankelijke boekhandel Peregrine Book Company in Prescott, Arizona, waar ze ook woont.
Michaela Carter Leonora in het ochtendlicht 398 bladz. uitg. Orlando ISBN 978 90 832067 1 4