“Richard Strauss, Three Tone Poems”, door The Cleveland Orchestra o.l.v. Franz Welser-Möst. Briljant en indrukwekkend virtuoos. Een feest!

Algemeen erkend als dé grootmeester van het laatromantisch symfonieorkest, begreep Richard Strauss als niemand anders, hoe hij het rijk palet aan instrumentale kleuren kon gebruiken om passie en emoties weer te geven. Dit deed hij o.a. in de 3 hier op een Super Audio CD opgenomen, symfonische gedichten, “Macbeth”, “Don Juan” en “Till Eulenspiegels lustige Streiche”.

Richard Strauss noemde zijn symfonische gedichten, “Tondichtungen”, i.t.t. Liszt, die ze “Symphonische Dichtungen” noemde. Zijn eerste cyclus van Tondichtungen/symfonische gedichten, “Aus Italien”, op. 16 (1886), “Don Juan”, op. 20 (1888) en “Macbeth”, op. 23 (1888-1890), werd in 1889, afgesloten met “Tod und Verklärung” op. 24 (1888-1889). Pas 6 jaar later nam Strauss het genre opnieuw ter hand. Hij nam een onderbreking van zes jaar, terwijl hij werkte aan zijn eerste opera, “Guntram”. Door het falen van deze opera in 1894, in het Grossherzogliches Hoftheater in Weimar, werd Strauss er zich van bewust dat er nog veel te leren viel als het ging om het verhalend aspect, muzikaal om te zetten in een puur orkestrale vorm. In 1895 componeerde hij “Till Eulenspiegels lustige Streiche”, op. 28, het eerste van de tweede cyclus van toongedichten, gevolgd door “Also sprach Zarathustra”, op. 30 (1896), “Don Quixote”, op. 35 (1898) (foto), “Ein Heldenleben” op. 40 (1899), de “Symphonia Domestica”, op. 53 (1904), en “Eine Alpensinfonie”, op. 64 (1915). Het merendeel van deze composities waren aanzienlijk uitgebreider en grootser in hun orkestrale eisen dan hun voorgangers.

In zijn Tondichtungen bracht Strauss het muzikaal-orkestraal realisme tot een ongekende hoogte. Hij verbreedde de expressieve functies van programmamuziek en de grenzen werden verlegd. Door zijn virtuoze orkestratie, was de beschrijvende kracht en levendigheid van deze werken buitengewoon. Hij componeerde voor een groot orkest, vaak met nog extra instrumenten, en gebruikte vaak instrumentale effecten voor scherpe karakterisering, zoals bv. het geblaat van schapen uitgebeeld door gesourdineerde koperblazers in “Don Quichot”. En dit, gecombineerd met zijn gebruik van thematische transformatie, zijn meesterlijke behandeling van meerdere thema’s in een ingewikkeld contrapunt, de variatievorm in “Don Quichot”, en de rondo vorm in “Till Eulenspiegel”.

Voor hij de ondertussen voldoende bekende “Don Juan”, “Tijl Uilenspiegel” en “Don Quichot” componeerde, portretteerde Richard Strauss tussen 1886 en 1888, in zijn allereerste toongedicht, “Macbeth”, het hoofdpersonage, zijn meedogenloos ambitieuze vrouw, en hun ondergang. Strauss componeerde “Macbeth” nadat hij een voorstelling van het gelijknamig stuk van Shakespeare had bijgewoond. Met dit helaas zelden gespeeld werk, openen Franz Welser-Möst en het Cleveland Orchestra hun heel, heel bijzondere Richard Strauss cd.

Er zijn drie versies van “Macbeth”. De eerste versie, voltooid in januari 1888, eindigde met een triomfantelijke mars van Macduff, vermoedelijk voorafgegaan door een muzikale voorstelling van de strijd tussen hem en Macbeth. Nadat Hans von Bülow deze conclusie als programmatisch onjuist had bekritiseerd, herwerkte Strauss zijn compositie, waarbij hij de muziek bij de strijd en de triomftocht weg liet. De tweede versie met een nieuwe finale, “poco allargando e molto tranquillo”, werd in februari 1888 voltooid. Deze werd echter pas voor het eerst uitgevoerd door Strauss in oktober 1890, in Weimar. Als gevolg daarvan herwerkte Strauss nog eens zijn Macbeth. De vorm bleef onaangetast, maar de instrumentatie werd met het oog op meer plasticiteit, grondig herzien. Op 4 maart 1891 was deze derde versie voltooid. Dit verklaart het opusnummer 23, terwijl zijn iets later gecomponeerde “Don Juan”, het opusnummer 20 kreeg. De partituur van Macbeth werd nog in hetzelfde jaar uitgegeven en ging in februari 1892, in première in Berlijn door het Filharmonisch Orkest o.l.v. Richard Strauss.

Deze SACD is na “Schubert and Křenek”, “Schnittke and Prokofiev” en “A New Century” (3-disc set), de vierde Hybrid SACD release van het partnership tussen het Cleveland orkest en hun dirigent, Franz Welser-Möst.

Ze werd live opgenomen in de magistrale Jack, Joseph and Morton Mandel Concert Hall in het Severance Music Center (foto’s) in Cleveland, Ohio, en is in navolging van de 3 vorige releases, voorzien van interessante teksten, o.a. van de dirigent zelf, en treffende foto’s. Niet te missen!

De Oostenrijkse dirigent, Franz Welser-Möst (°1960) studeerde compositie en viool aan het Musikgymnasium in Linz. Verwondingen door een ernstig auto-ongeluk in 1978, beëindigden zijn plannen om violist te worden. Hij studeerde van 1980 tot 1984, directie in München en was van 1982 tot 1985, directeur van het Oostenrijkse Jeugdorkest. Daarna was hij achtereenvolgens dirigent van het Norrköpings Symfoniorkester (1986-1991), het London Philharmonic Orchestra (1990-1996) en Opernhaus Zürich (1995-2002, Musikdirektor, Generalmusikdirektor). Sinds 2002, is hij als opvolger van Christoph von Dohnányi, de dirigent van het in 1918, Cleveland Orchestra, een van de vijf (Big Five) bekendste en meest gerenommeerde symfonieorkesten van de Verenigde Staten.

Richard Strauss Three Tone Poems The Cleveland orchestra Franz Welser-Möst SACD TCO0004

https://www.stretto.be/2019/08/09/te-gast-bij-richard-strauss-in-garmisch-partenkirchen/