In de eerste helft van de 20ste eeuw kwam de term “Sinfonietta” in gebruik voor composities die net als het 18de eeuws Divertimento, lichter, eenvoudiger van vorm en kleiner qua bezetting waren dan de conventionele symfonie. De drie hier gepresenteerde Sinfonietta’s van Francis Poulenc, Serge Prokofiev (Sinfonietta A, op. 5) en Benjamin Britten (Sinfonietta op. 1), werden alle in deze periode gecomponeerd.
Prokofjev en Britten waren allebei nog tieners toen ze hun sinfonietta’s componeerden. Het waren met name vroege pogingen om multi-bewegingswerken voor ensemble te componeren. Bij Britten ging dit zo ver dat de Sinfonietta oorspronkelijk alleen voor blaas- en strijkkwintet werd gecomponeerd, een partituur die hij weliswaar later uitbreidde tot de versie die op deze opname te horen is. Prokofjev (foto) herwerkte zijn 5-delige Sinfonietta uit 1909 (hij was toen 18), opgedragen aan zijn leraar, Nikolai Tcherepnin, en stilistisch vergelijkbaar met zijn klassieke Symfonie uit 1916-1917, tweemaal. Hier werd de versie uit 1929 (première 1930) opgenomen. Met zijn 7 symfonieën, werd hij een van de grote symfonici van zijn tijd.
Benjamin Britten koos een andere weg, waarbij uiteindelijk zijn opera’s het belangrijkste onderdeel van zijn nalatenschap zouden vormen. Hij componeerde zijn Sinfonietta oorspronkelijk in 1932, op 18-jarige leeftijd, terwijl hij nog student was aan het Royal College of Music. Het werd voor het eerst uitgevoerd in 1933 in The Ballet Club, Londen onder leiding van Iris Lemare. Het werd gepubliceerd als zijn Op. 1 en opgedragen aan zijn leraar Frank Bridge. De jonge Britten componeerde zijn driedelige Sinfonietta (Poco presto en agitato, Variaties, andante lento en Tarantella) oorspronkelijk voor fluit, hobo, klarinet, fagot, hoorn, twee violen, altviool, cello en contrabas. In februari 1936 herzag hij de partituur voor een klein kamerorkest met twee hoorns en een kleine strijkerssectie, die slechts één keer tijdens zijn leven werd uitgevoerd. In 1937, voor Britten naar Amerika vertrok, schreef zijn vriend W.H. Auden zijn gedicht “Danse Macabre” (“It’s Farewell to the Drawing-room’s Civilized Cry”) op het titelblad van een miniatuurpartituur van de Sinfonietta.
Net als Britten was Francis Poulenc niet erg geïnteresseerd in grootschalige orkestwerken. Zijn 4-delige Sinfonietta in een neoklassieke stijl met sprankelende dansritmes en lieflijke en lyrische momenten uit 1947, gecomponeerd in opdracht van de BBC (Third Programme) (première o.l.v. Roger Désormière), is in feite zijn enig symfonisch werk gebleven. Andere orkestwerken van Poulenc waren zijn 2 balletten, “Les Biches” (1924) en “Les Animaux modèles” (1941) en zijn 4 magnifieke Concerti, respectievelijk voor klavecimbel (1928), 2 piano’s (1932), orgel (1938) en piano (1949). De drie heerlijke Sinfoniettas worden hier uitgevoerd door het Lahti Symphony Orchestra onder de schitterende leiding van Dima Slobodeniouk, die verschillende veelgeprezen cd’s op BIS hebben uitgebracht.
De Russisch-Finse dirigent, Dima Slobodeniouk (°1975), geboren in Moskou, komt uit een muzikale familie. Zijn vader en grootvader speelden altviool in het Filharmonisch Orkest, zijn moeder is pianiste. Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie verhuisde hij op 16-jarige leeftijd op voorstel van zijn vader naar Finland, waar hij sinds 2016 chef-dirigent van de Sinfonia Lahti is. Al in 2013 stond hij aan het hoofd van het Orquesta Sinfónica de Galicia in La Coruña. Hij begon zijn studie als violist aan het conservatorium van Moskou op 14-jarige leeftijd, studeerde af aan de Sibelius Academie in Helsinki en volgde vervolgens een opleiding tot dirigent. In 1999 dirigeerde hij voor het eerst een symfonieconcert. Als gastdirigent was hij onder meer in Boston, Amsterdam, Rotterdam, Wenen, München, Tokio, Minnesota, Luzern en de radio-orkesten in Stuttgart en Keulen. In februari 2018 dirigeerde hij voor het eerst de Berliner Philharmoniker.
De eerste opzet van Sinfonia Lahti, een symfonieorkest uit de Finse stad, Lahti, was in 1910, toen het van start ging als “Het orkest van de Muziekvrienden van Lahti”. In 1949 werd het een stedelijk symfonieorkest. In het westen bleef het orkest vrij onbekend, tot het Zweeds platenlabel BIS het ontdekte. Met zijn toenmalige gastdirigent en later vaste chef-dirigent, Osmo Vänskä, werd het orkest onder de naam Lahti Symphony Orchestra een vaste speler voor het label met opnamen van werken van Sibelius, maar ook van een reeks gewijd aan Kalevi Aho, die enige tijd huiscomponist was, en Joonas Kokkonen. Het orkest viel in de prijzen met de cd-premières van de onuitgegeven eerste versies van het Vioolconcerto en de 5de symfonie van Sibelius.
Sinfoniettas Poulenc Prokofiev Britten Lahti Symphony Orchestra Dima Slobodeniouk SACD BIS-2601