Joseph Haydn speelde een grote rol in de ontwikkeling van de symfonie en het Strijkkwartet, maar droeg ook veel bij aan het genre van de mis. Hij componeerde nl. 15 missen, waarvan er zes, de missen nrs. 9 t.e.m. 14, gecomponeerd werden voor de familie Esterházy, in het bijzonder voor de viering van de naamdag van Prinses Maria Hermengilde, de echtgenote van Prins Nikolaus II.
In 1755 kreeg de toen 23-jarige Haydn, dankzij graaf von Fürnberg, een vaste betrekking als kapelmeester aan het hof van graaf von Morzin in Lukawitz. In 1761 werd het orkest opgeheven en kwam Haydn naar Eisenstadt, in dienst van vorst Paul II Anton Esterházy. Deze overleed echter een jaar later en werd door zijn broer Nicolaus Joseph I opgevolgd. Nicolaus Joseph I begon in 1763 aan de uitbreiding van het slot in Eszterháza (nu, Fertöd) in klassieke stijl, inclusief een concertzaal voor 400 personen. Hierdoor kreeg het slot de bijnaam “Hongaars Versailles”. Hij stichtte verder de muziekschool in Eisenstadt en nam in 1766 Joseph Haydn in dienst als kapelmeester.
Eén van de populairste missen van Haydn, zijn “Missa in tempore belli”, (“Messe in Zeiten des Krieges”/“Mis in tijden van oorlog”), staat ook bekend als de “Paukenmis”. Hij componeerde het werk in augustus 1796 toen Oostenrijk zich mobiliseerde voor de oorlog. Als gevolg van de moeilijke stemming van deze tijd, heeft Haydn verwijzingen naar gevechten geïntegreerd in de Benedictus- en Agnus Dei-bewegingen.
Eind 1796, een jaar voor het eind van de Eerste Coalitieoorlog, het militair treffen tussen de coalitie van staten waar Oostenrijk deel van uitmaakte en Frankrijk, behaalde Napoleon Bonaparte overwinningen op de Oostenrijkers die hij uiteindelijk in november versloeg in de Slag bij de brug van Arcole bij Verona. In het westen vocht Oostenrijk met Frankrijk om de controle over Zuid-Duitsland. In deze bedreigende oorlogssfeer en tegen deze achtergrond ontstond de Paukenmis. Voor het eerst sinds 1683, toen een zeer groot Ottomaans Rijk leger Wenen twee maanden belegerde maar uiteindelijk werd verslagen, was er sprake van reëel gevaar van een invasie van het kerngebied van het Oostenrijkse rijk. De verdrijving van de Turken was voor de Oostenrijkers een belangrijke gebeurtenis die jaarlijks tijdens de Heilige Naam van Maria op 12 september werd herdacht. Met processies en speciale missen werd de overwinning levend gehouden en met kerkmuziek, met name missen en toonzettingen van het Te Deum met ongebruikelijk prominente partijen voor trompetten en pauken die de dreiging van en de overwinning in de oorlog moesten oproepen.
De “Paukenmis” (Mis nr. 9) werd op 26 december 1796 onder leiding van de componist voor het eerst uitgevoerd in de Piaristenkirche Maria Treu in Wenen als onderdeel van de plechtige wijding van Joseph Franz von Hofmann, de Keizerlijke en Koninklijke Algemene Betaalmeester. Op vrijdag 29 september 1797 leidde Haydn in Eisenstadt opnieuw een uitvoering als onderdeel van de activiteiten met kerkdiensten, concerten, toneelstukken en banketten, rond de naamdag van Prinses Maria Josepha Hermengilde. De bijnaam “Paukenmis” kwam voort uit de paukensolo in het Agnus Dei. De vocale solisten zijn hier Julia Doyle, sopraan, Claude Eichenberger, alt, Bernhard Berchtold, tenor en Wolf Matthias Friedrich, bas.
“Bereits im Jahr 2012 haben wir Haydns Missa in tempore belli und Beethovens 9. Sinfonie in einer Konzertreihe gemeinsam aufgeführt. Ich empfand das schon damals als ein echtes musikalisches Gipfeltreffen, das wir nun im Zuge der Appenzeller Bachtage 2022 wiederholen werden – diesmal allerdings mit Beethovens “Eroica”, die zum Napoleon-Bezug der Haydn-Messe sogar noch besser passt. In diesen Werken wird das Thema des Friedens und der kriegerischen Bedrohung in einer Weise präsent, die wir heute wieder als allzu aktuell begreifen.” (Rudolf Lutz).
De Zwitserse organist, klavecinist, dirigent en componist, Rudolf Lutz (°1951) (foto), studeerde aan het Konservatorium Winterthur in Zürich en aan de Musikakademie Wien. Vanaf 1973 tot 2013 was hij organist van de St. Laurenzen Kirche. Hij doceerde improvisatie aan de Schola Cantorum Basiliensis en in 2006 werd hij artistiek leider van de J.S. Bach-Stiftung, gevestigd in St. Gallen. De Stichting is bezig met een project om de volledige vocale werken van Bach uit te voeren en op te nemen in een kerk in Trogen. De Stichting beschikt over een koor en een orkest, opgericht door Lutz als het “ensemble Schola Seconda Pratica”, en heeft internationale solisten in de Bach-uitvoeringen.
Missa in tempore belli, Hob. XXII:9 Paukenmesse Julia Doyle, sopran, Claude Eichenberger, alt, Bernhard Berchtold, tenor en Wolf Matthias Friedrich, bass Chor & Orchester der J.S. Bach-Stiftung unter der Leitung von Rudolf Lutz Live Recording cd J.S. Bach-Stiftung C090