Tussen 1864 en 1920 componeerde Camille Saint-Saëns (1835-1921), 13 opera’s. Van die 13 opera’s hield helaas enkel “Samson et Dalila” repertoire. Deze cd presenteert een selectie uit zijn toneelmuziek bij “Parysatis”, en orkestrale passages uit zijn indrukwekkende, historische opera’s, “Étienne Marcel”, “Henry VIII” en “Samson et Dalila”.
Aangaande toneelmuziek (musique de scène), componeerde Saint-Saëns, “Antigone”, (1894), “Parysatis”, (1902) en “Andromaque” (1903). De toneelmuziek bij “Parysatis” kreeg bij de première in 1902 veel bijval en bevatte een heerlijke Airs de ballet. “Parysatis”, een toneelstuk naar de gelijknamige roman uit 1890, van Jane Dieulafoy (1851-1916), beschreven als een spectaculair drama gebaseerd op de bloeddorstige koningin van het oude Perzië, had zijn eerste uitvoering op 17 augustus 1902 in de paradijselijke, Zuid-Franse badplaats Béziers, niet ver ten noorden van de Spaanse grens.
Vier jaar eerder had een rijke impresario daar een enorme arena verworven en omgebouwd tot een amfitheater om er een muziekfestival te organiseren. De akoestiek van het openluchttheater was zo goed dat Saint-Saëns bereid gevonden werd om het eerste Béziers-festival in te luiden met een lyrische tragedie, getiteld “Déjanire”, gebaseerd op het leven van Hercules. Deianeira was nl. de vrouw van Herakles, die ontvoerd werd door Nessos. Het jaarlijks festival richtte zich regelmatig op zijn muziek, en de stad eerde de componist zelfs met de ‘Avenue Saint-Saëns’. De toneelmuziek bij het drama “Parysatis” vroeg om een groot orkest, vocale solisten en een koor, en werd met veel lof ontvangen. Het stemmige ‘Airs de ballet’, een korte introductie en drie exotische dansen, werd afzonderlijk gepubliceerd en maakt gebruik van harpen, ‘crotales’ (antieke cimbalen) en opvallende combinaties van sensueel, oosters klinkende strijkers en blazers.
Saint-Saëns en de librettist, Louis Gallet baseerden hun opera “Étienne Marcel” uit 1879, op het historisch gegeven van de Jacquerie, de opstand van de Franse boeren tegen de adel in mei 1358. De lakenhandelaar, Étienne Marcel (ca 1321-1358), was nl. de deken van het koopmansgilde (prévôt des marchands) in Parijs. Nadat Jan II van Frankrijk in 1356 bij Poitiers gevangen was genomen door de Engelsen, werd de dauphin Karel van Valois (de latere Karel V van Frankrijk) regent. Om uit de economische malaise te geraken, ontstaan door de Honderdjarige Oorlog, vroeg hij de Staten-Generaal om financiële steun. Etienne Marcel leidde de oppositie in deze en kreeg van Karel gedaan dat voortaan een door de Staten-Generaal gekozen Raad de financiën zou beheren. Karel liet dit toe, maar al snel liet hij er zich onder invloed van zijn raadgevers, weinig aan gelegen liggen. Hierop wist Marcel een volksopstand te ontketenen die resulteerde in de moord op Karels raadslieden. Marcel moest aan populariteit inboeten door zijn verbinding met de Franse boerenopstand (jacquerie) en zijn steun aan de troonpretendent Karel II de Boze van Navarra. Tijdens een poging het leger van de pretendent, geleid door Filips van Navarra, Parijs binnen te smokkelen, werd hij vermoord.
De opera, “Henry VIII”, over de periode (1509-1536) van de eerste 2 huwelijken van de Engelse koning met Catharina van Aragon (gescheiden) en Anne Boleyn (onthoofd), ging in maart 1883 in première in het Palais Garnier in Parijs. Het libretto van Léonce Détroyat en Armand Silvestre, was gebaseerd op “El cisma en Inglaterra” uit 1627 van Pedro Calderón de la Barca, De choreografie was van Louis Mérante , de kostuums waren ontworpen door Eugène Lacoste en de decors waren van Antoine Lavastre en Eugène Carpezat (act 1), Jean-Baptiste Lavastre (act 2 en act 4, scene 2), en Auguste Alfred Rubé en Philippe Chaperon (3e bedrijf, scène 2 en 4e bedrijf, scène 1). De opera werd op 19 juli 1889 nieuw leven ingeblazen in drie bedrijven met het ballet van de Belgische choreograaf, Joseph Hansen.
Samson et Dalila, een grand opera in drie bedrijven op een Frans libretto van Ferdinand Lemaire, werd voor het eerst opgevoerd in Weimar in het Grossherzogliches (Groothertogelijk) Theater (nu de Staatskapelle Weimar ) op 2 december 1877 in een Duitse vertaling. De opera was gebaseerd op het Bijbels verhaal van Simson en Delilah in hoofdstuk 16 van het boek Rechters in het Oude Testament. Het is de enige opera van Saint-Saëns die regelmatig wordt opgevoerd. De liefdesscène in het tweede bedrijf in Delilah’s tent is een van de decorstukken die de Franse opera definiëren. Twee van Delilah’s aria ’s zijn bijzonder bekend, “Printemps qui commence” en “Mon cœur s’ouvre à ta voix”. Uit “Samson et Dalila” horen we twee memorabele dansen waaronder het beroemd Bacchanale en in “Henry VIII” ontdekt u een kleurrijke partituur, geprezen door Gounod. De lauwe ontvangst van “Étienne Marcel” was een bittere teleurstelling voor Saint-Saëns, maar het gebruikelijk ballet bevat een heerlijke 14de-eeuwse pastiche.
Jun Märkl (1959) (foto’s) is de zoon van een Japanse pianiste en een Duitse violist. Vanaf 1978 studeerde hij piano en viool aan de Musikhochschule Hannover en begon ook met directie te studeren. Later ging hij naar de Universiteit van Michigan. Hij was een leerling van o.a. Sergiu Celibidache, en won een toelage voor Tanglewood, waar hij onder de voogdij stond van Leonard Bernstein en Seiji Ozawa. Van 1991 tot 1994 was Märkl muziekdirecteur van het Saarländisches Staatstheater in Saarbrücken. Van 1994 tot 2000 was hij Generalmusik-directeur en operadirecteur van het Nationaal Theater in Mannheim. In de Verenigde Staten maakte hij zijn debuut als dirigent bij de Metropolitan Opera in februari 1999 met “Il trovatore”, en keerde in december 2000 terug met “Turandot”.In 2005 werd hij muziekdirecteur van het Orchestre National de Lyon (ONL). Met het ONL dirigeerde hij verschillende opnames voor het label Naxos, waaronder muziek van Debussy, Ravel en Olivier Messiaen. Märkl beëindigde zijn ONL-ambtstermijn in 2011. In september 2007 werd hij chef-dirigent van het MDR Symphony Orchestra in Leipzig. Märkl nam ontslag na het seizoen 2011-2012, en met ingang van het seizoen 2014-2015, werd hij muzikaal adviseur van het Baskisch Nationaal Orkest (Orquesta de Euskadi). In november 2014 verhief het orkest, Märkl met onmiddellijke ingang tot chef-dirigent tot en met het seizoen 2015-2016. Hij sloot zijn ambtstermijn af bij het Basque National Orchestra in juni 2017. Sedert de zomer van 2021 vervoegt Märkl het Residentie Orkest als vaste gastdirigent.
Tracklist:
Étienne Marcel, Act III: Ballet
- I. Entrée des écoliers et des ribaudes
- II. Musette guerrière
- III. Pavane
- IV. Valse
- V. Entrée des Bohémiens et Bohémiennes
- VI. Final
- Henry VIII: Prélude
- Henry VIII, Act II: Entracte
- Henry VIII, Act III: Marche du Synode
- Henry VIII, Act IV Tableau 1: Allegro moderato
- Henry VIII, Act IV Tableau 2: Andante sostenuto
Parysatis: Airs de ballet
- I. Entrée: Quasi adagio
- II. Allegro non troppo
- III. Modéré (sans lanteur)
- IV. Molto allegro
Henry VIII, Act II: Fête populaire, Ballet-Divertissement
- I. Introduction. Entrée des Clans
- II. Idylle écossaise
- III. La fête du houblon
- IV. Danse de la gipsy
- V. Scherzetto
- VI. Gigue et finale
22. Samson et Dalila, Op. 47, Act I: Danse des prêtresses de Dago
23. Samson et Dalila, Op. 47, Act III: Bacchanale
Saint-Saëns Dances and Ballet Music Étienne Marcel, Henry VIII Airs de ballet de Parysatis Samson et Dalila Residentie Orkest The Hague Jun Märkl cd Naxos 8.574463