Deze cd is de vierde en laatste in de veelgeprezen uitgave van de zeven symfonieën van Prokofiev, uitgevoerd door het Nederlands Radio Filharmonisch orkest, o.l.v. de Amerikaanse dirigent James Gaffigan(°1979). De experimentele Tweede Symfonie werd hier gekoppeld aan de herziening van de Vierde Symfonie.
Prokofievs 2de symfonie in re klein op.40, acht jaar na de Klassieke Symfonie gecomponeerd, leek wel een uitdagende ode aan het modern tijdperk, getuige de aanhoudende, mechanische ritmen die machines imiteren in de eerste beweging (Allegro ben articolato), zijn ruwe, expressionistische, dissonante harmonieën, de ogenschijnlijk onpeilbare vormen (er zijn slechts twee bewegingen, waarvan de tweede beweging uit een Andante thema (dolce e semplice) met 6 variaties bestaat), en de zeer brede kijk op tonaliteit. De symfonie “Van ijzer en staal”, die qua expressie, geïnspireerd was door de muzikaal urbanistische stijl van “Pacific 231” van Honegger, en formeel door Beethovens Pianosonate nr. 32, op. 111, ging in 1925 in première in Parijs, o.l.v. Sergej Koussevitsky, aan wie de symfonie was opgedragen.
Ondanks de prachtige muziek van de tweede beweging, geïnspireerd door een bezoek dat Prokofjev bracht aan Japan, bleef het succes echter uit. De symfonie werd niet meer uitgevoerd en belandde in de vergetelheid. Prokofiev was in 1953 nog van plan om de symfonie in drie i.p.v. twee bewegingen te herwerken, zo ver dat ze het opusnummer 136 zou krijgen, maar hij overleed voor hij de herzieningen kon uitvoeren.
In februari 1948 was in de Sovjet Unie een resolutie afgekondigd, gericht tegen componisten als Sjostakovitsj, Mjaskovski, Prokofjev en Chatsjatoerjan. Zij zouden zich volgens Andrej Zjdanov, schuldig gemaakt hebben aan formalisme, wat inhield dat zij volgens de Sovjet doctrine, apolitiek, individualistisch en bourgeois waren, en dat zij louter om de vorm componeerden, en niet ten dienste van het volksdemocratisch ideaal. Hierop werd door de Bond van Sovjet componisten een speciaal congres georganiseerd, waarbij de beschuldigde componisten, publiekelijk berouw moesten tonen. De veroordeelde componisten kregen pas eerherstel in 1958.
Prokofiev besloot reeds in 1947 om na de succesvolle premières van zijn Vijfde en Zesde Symfonie (respectievelijk in januari 1945 en december 1947), om ook zijn Vierde symfonie, op. 47, uit 1930, te herzien. De originele vier bewegingen waarin hij in de tweede en derde beweging, thematisch materiaal uit zijn ballet “Le Fils prodigue” (foto) voor de Ballets russes van Sergej Diaghilev had verwerkt, bleven grotendeels intact, maar de veranderingen betroffen aanpassingen in zijn stijl van dat moment. De eerste wijziging was om enkele passages in te voegen of uit te breiden, die overwegend beschouwend waren, met een sterke nadruk op lyrische melodiek.
Zo verwerkte hij in de tweede beweging, Allegro marcato, een thema dat oorspronkelijk bedoeld was voor de “Brief scène” in zijn ballet “Romeo & Julia” uit 1935. Een ander voorbeeld was de poging om de oorspronkelijke, eerder bescheiden schaal van de symfonie, meer in overeenstemming te brengen met wat het muzikaal socialistisch realisme vereiste. De veranderingen in de Vierde symfonie waren zo betekenisvol, dat Prokofiev voor zijn nieuw orkestraal fresco, dat nu na een Andante inleiding, opende met een Allegro eroico, zelfs een nieuw opusnummer (op. 112), aan de tweede versie gaf. Gaffigans uitvoering klinkt zowel snijdig sardonisch en scherp futuristisch, als impressionistisch (2de beweging, 2de symfonie), galant, speels (Allegro giocoso, 4de symfonie) en charmant. Warme innemendheid (adagio 4de symfonie) wisselt af met gewelddadige brutaliteit (1ste beweging, 2de symfonie). Een hele, hele prestatie. Warm aanbevolen.
Prokofjev Symphonies Nos. 2 & 4 (second version) Netherlands Radio Philharmonic Orchestra James Gaffigan cd Challenge Classics CC 72779