Francis Poulencs “lyrische tragedie in één akte”, La Voix Humaine (1958) had geschreven kunnen zijn voor Véronique Gens, zo ideaal passen haar gevoel voor taal en haar dramatische intensiteit bij Poulencs monoloog op tekst van Jean Cocteau. Gens bekent dat ze dit werk altijd al heeft willen zingen en hier, met het Orchestre National de Lille onder Alexandre Bloch, brengt ze een uiterst ontroerende interpretatie.
La Voix humaine, een toneelstuk uit 1930 geschreven door Jean Cocteau, ging in 1930 in première in de Comédie-Française in Parijs vertolkt door Berthe Bovy. Het is een monoloog, die zich afspeelt in Parijs. Een vrouw van middelbare leeftijd heeft haar ex aan de telefoon, met wie ze vijf jaar lang een relatie heeft gehad. Hij zal de volgende dag gaan trouwen met een andere vrouw, wat de hoofdpersoon tot wanhoop drijft. De monoloog laat de mentale aftakeling van de vrouw zien. Aan het eind pleegt ze zelfmoord. Cocteau schreef het stuk in 1928. Twee jaar later ging het in première. Cocteau wou, vanwege kritiek op zijn mechanische effecten, het stuk terugbrengen tot de eenvoudigste vorm.
Het stuk speelt zich af in een ruimte, met een personage en een telefoon. De telefoon valt regelmatig uit tijdens de monoloog, wat de anonieme vrouw (in de Franse versie wordt ze ‘Elle’ genoemd) nog meer tot wanhoop drijft. Doordat Cocteau een monoloog schreef zonder pauzes, heeft het geen duidelijke structuur. Cocteau zei dat de structuur herkend kon worden door de houdingen van de vrouw. In 1959 componeerde Francis Poulenc een opera gebaseerd op dit toneelstuk. De sopraan, Denise Duval zong in hetzelfde jaar op de première in de Salle Favart, de rol van “une femme attend un appel de son amant”.
In de eerste helft van de 20ste eeuw kwam de term “Sinfonietta” in gebruik voor composities die net als het 18de -eeuws divertimento, lichter, eenvoudiger van vorm en kleiner qua bezetting waren dan de conventionele symfonie. De drie Sinfonietta’s van bv. Francis Poulenc, Serge Prokofiev (Sinfonietta A, op. 5) en Benjamin Britten (Sinfonietta op. 1), werden alle in deze periode gecomponeerd. Net als Britten was Francis Poulenc niet erg geïnteresseerd in grootschalige orkestwerken. Zijn 4-delige Sinfonietta in een neoklassieke stijl met sprankelende dansritmes en lieflijke en lyrische momenten uit 1947, gecomponeerd in opdracht van de BBC (Third Programme) (première o.l.v. Roger Désormière), is in feite zijn enig symfonisch werk gebleven. Andere orkestwerken van Poulenc waren zijn 2 balletten, “Les Biches” (1924) en “Les Animaux modèles” (1941) en zijn 4 magnifieke Concerti, respectievelijk voor klavecimbel (1928), 2 piano’s (1932), orgel (1938) en piano (1949).
De sopraan Véronique Gens (°1966) uit Orléans, studeerde aan het Conservatorium van Parijs. Ze maakte haar debuut als 20-jarige in 1986 met “Les Arts Florissants” en William Christie, als zangeres van barokmuziek. Haar echte doorbraak kwam na haar optreden tijdens het Festival van Aix-en-Provence in 1998, in de rol van Donna Elvira, in Mozarts “Don Giovanni”. Zij trad daarna op met vele orkesten en in diverse opera’s, vooral opera’s van Mozart, maar ook met werk van Händel en Bach. Later zong zij ook op een prachtige manier, Franse liederen/Mélodies uit het eind van de 19de eeuw, zoals van Reynaldo Hahn, Henri Duparc, Hector Berlioz en Ernest Chausson (cfr. Alpha cd’s). Topkwaliteit!
Alexandre Bloch (°1985) (foto) studeerde eerst cello en daarna compositie en directie aan het Conservatoire National Supérieur de Musique et de Danse van Parijs, en richtte zich later volledig op directie bij de Hongaarse dirigent, Zsolt Nagy (°1957). Hij werd laureaat van de SYLFF Tokyo Foundation en de Fondation Tarazzi en werd uitgeroepen als ‘2012 Talent’ door de Franse auteurs- en muzikantenvereniging ADAMI. Hij trok de aandacht van Michael Tilson Thomas, Pierre Boulez en Esa-Pekka Salonen, en was in de zomer van 2011, conducting fellow in Tanglewood. Bloch won de “Donatella Flick’s LSO Conducting Competition” in 2012, waarna hij assistent werd aan het London Symphony Orchestra. Hij werd in 2012 bekroond met een “Sir John Zochonis Junior Fellowship” van het Royal Northern College of Music in Manchester, en is sinds september 2015 eerste gastdirigent van de Düsseldorf Symphoniker. Vorig jaar werd zijn contract als dirigent/directeur musical van het Orchestre National de Lille, in opvolging van Jean-Claude Casadesus, verlengd tot 2024. Kwaliteit verzekerd!
Poulenc La Voix humaine Véronique Gens Orchestre National de Lille Alexandre Bloch cd Alpha 899