De zussen Lili en Nadia Boulanger hebben elk op hun eigen manier een blijvende indruk gemaakt op de muzikale wereld van de 20ste eeuw. Mezzosopraan Lucille Richardot laat de melodieën van beide Franse componisten herleven en geeft de werken van deze Franse componisten, waarvan sommige nooit eerder zijn gepubliceerd of opgenomen, de plaats die ze verdienen.
De Franse dirigente, pianiste, organiste en vooral beroemde docente, Juliette Nadia Boulanger (1887-1979) en haar jong overleden zuster Juliette Marie Olga (Lili) (1893-1918) behoorden tijdens het fin-de–siècle en de Belle époque in Parijs tot het neusje van de zalm van het Frans muziekleven. Ze waren de dochters van de componist-pianist Ernest Boulanger (1815-1900) (foto), die bevriend was met Ambroise Thomas, Gounod en Tsjaikofski, die in 1835 de Prix de Rome had gewonnen, die een tiental succesvolle opéra’s comiques had gecomponeerd en docent compositie was aan het Conservatorium in Parijs. Hun moeder was de Russische prinses Raïssa Ivanovna Mychetsky (1854/1858-1935), die zangeres was.
Het werd weliswaar nooit bewezen maar naar het schijnt was niet Ernest Boulanger hun vader, maar wel William Oscar Wilford Bouwens van der Boijen (1834-1907), een Nederlandse architect die zich in Parijs had gevestigd als architect van Hôtels particulier. Het huwelijk tussen Ernest en Raïssa was trouwens meer dan zeven jaar kinderloos. In januari 1885, was Raïssa weliswaar bevallen van een eerste dochter, Nina Juliette, die echter het daarop volgend jaar, overleed. Een vierde en laatste dochter, Léa Marie-Louise, werd geboren op 24 maart 1898, maar overleed ook reeds vijf maanden later.
Hoe dan ook, de beide zussen Nadia en Lili, groeiden op in een zeer muzikaal en een zeer intellectueel milieu. Lili was nog geen vijf jaar oud toen ze met haar oudere zus, Nadia, meeging naar het conservatorium. Als organiste kreeg Nadia les van Charles-Marie Widor en Louis Vierne en zou later het orgel bespelen tijdens de premières van Coplands Symphony for Organ and Orchestra (1925), later herwerkt tot zijn Symphony Nr. 1, en Stravinsky’s Concerto in Es, “Dumbarton Oaks” (privé, 1938).
Als pianiste vormde Nadia (foto) vanaf 1904 een duo met haar pianodocent, Raoul Pugno. Lili studeerde compositie bij Paul Vidal, fuga en contrapunt bij Georges Caussade, orgel bij Louis Vierne, harp bij Alphonse Hasselmans, en verder piano, viool en cello. Voor een deel vonden de lessen thuis plaats wegens haar zwakke gestel. Lili was nl. chronisch ziek sinds ze op tweejarige leeftijd een longontsteking had opgelopen. Ze behaalde in 1913 desondanks als eerste vrouw, de Prix de Rome met haar cantate “Faust et Hélène”. Begin 1918 vluchtten de beide zussen naar Mézy-sur-Seine in het departement Seine-et-Oise (nu Yvelines). Daar overleed Lili op 15 maart van dat jaar. De diagnose was een vorm van tuberculose, maar mogelijks was de toen nog onbekende ziekte van Crohn de oorzaak van haar zwakke gezondheid en haar vroege dood.
Lili (foto) componeerde o.a. een Nocturne voor viool en piano, Psaume 129 voor bariton en orkest, “Prière Bouddhique” voor tenor, koor en orkest, en fragmenten uit “La princesse Maleine” naar het toneelstuk van Maurice Maeterlinck. Deze opera, waaraan ze in haar laatste jaren werkte, heeft ze nl. niet kunnen voltooien. Haar bekendste compositie was het Pie Jesu dat ze op haar sterfbed aan Nadia dicteerde. Na het vroegtijdig overlijden van haar geliefde zus, stelde Nadia voor de rest van haar leven alles in het werk om het nagelaten oeuvre van haar zuster bekend te maken, uit te voeren en haar nagedachtenis te eren.
Als privé muziekpedagoge, aan de École Normale de Musique de Paris of aan het Conservatoire Américain de Fontainebleau, waarvan ze van 1948 tot 1978 directeur was, was Nadia Boulanger verantwoordelijk voor de vorming van een hele generatie vooraanstaande componisten. Haar leerlingen kwamen uit Europa, Australië, Zuid-Amerika en Canada, en meer dan 600 waren afkomstig uit de Verenigde Staten. Jonge Amerikanen die bij haar les volgden, gaven haar op hun beurt Engelse les. Tot haar groot aantal leerlingen behoorden Leonard Bernstein (met haar op de foto), Ástor Piazzolla, Aaron Copland, Michel Legrand, Darius Milhaud, Quincy Jones, Burt Bacharach, John Eliot Gardiner, Daniel Barenboim en Philip Glass.
Beroemd waren haar woensdagmiddagklassen, waarbij een menigte mensen samendromde in haar appartement aan de Parijse Rue Ballu (sinds 1970 Place Lili-Boulanger N° 3) om te luisteren naar hoe “Mademoiselle” aan de piano, een compositie analyseerde. Door de rol die ze speelde in de herontdekking van Monteverdi was ze ook een pionier op het gebied van de authentieke uitvoeringspraktijk. Als componiste liet ze vooral liederen en piano- en kamermuziek na in een stijl die beïnvloed was door Fauré, Debussy en Ravel. Deze stukken vertonen een opmerkelijke durf en zijn stilistische gesproken, ongebruikelijk van aard. Lili Boulanger zou waarschijnlijk de meest opvallende werken van de twintigste eeuw hebben voortgebracht, ware het niet dat haar leven bruusk beëindigd werd op 24-jarige leeftijd, waardoor ook haar zus Nadia, stopte met componeren.
Op de cd’s staan 40 Mélodies van Nadia en 17 Mélodies van Lili (cd 3), o.a. haar cyclus, “Clairières dans le ciel”, 13 Mélodies op gedichten van Francis Jammes. De zussen componeerden hun Mélodies op gedichten van Henry Bataille, Armand Sylvestre, Albert Samain, Verlaine, Camille Mauclair, Maeterlinck, Bertha Galeron de Calonne, Georges Delaquys, Heine (3 Duitse liederen van Nadia) en Emile Verhaeren. “Soir d’hiver” is op een gedicht van Nadia Boulanger zelf en “Les Heures claires” componeerde Nadia samen met Raoul Pugno. Samen met Pugno componeerde Nadia trouwens ook de opera “La ville morte” op een libretto van Gabriele d’Annunzio.
Raoul Pugno (1852-1914) (foto) was één van de belangrijkste docenten en muzikale vrienden van Nadia Boulanger. Zij ontmoette hem in 1904 en het toeval wilde dat ze beiden buren waren, gedurende de wintermaanden in Parijs en in de zomermaanden in Gargenville, waar Pugno een huis, “La maison Blanche” had en waar hij van 1904 tot 1908, burgemeester was. Vanaf het moment dat ze elkaar kenden speelde Pugno een belangrijke rol in de start van de carrière van Nadia. Hij zorgde onder andere voor haar eerste Amerikaanse studenten en Pugno stimuleerde Nadia tot twee keer toe om mee te doen aan de competitie voor de Prix de Rome, die heeft ze echter nooit heeft gewonnen. Wel behaalde ze in 1908 de tweede prijs. Daarnaast zorgde Pugno, samen met Fauré, Vierne en vele anderen, voor studenten voor Nadia. Dit zou later uitgroeien tot haar beroemde woensdagmiddagklassen.
Naast hun Mélodies, ontdekt u hier ook enkele van de kamermuziekwerken van de zussen, Trois Pièces voor cello en piano van Nadia en 4 poëtische composities voor viool en piano van Lili. Bij de uitvoering van Lili’s en Nadia’s melodieën wordt Lucille Richardot begeleid door de Frans-Amerikaanse pianiste, Anne de Fornel. Aan dit melodie-recital werkten verder mee Stéphane Degout (bariton), Raquel Camarinha (sopraan), Sarah Nemtanu (viool) en Emmanuelle Bertrand (cello).
De Franse mezzosopraan Lucile Richardot studeerde in Parijs aan de Maitrise de Notre/Dame. Zij specialiseerde zich in de oude muziek en in 2011 richtte zij haar eigen ensemble op, Tictactus, bestaande uit haarzelf en twee theorbespelers. Hoewel gespecialiseerd in barokmuziek, zingt Lucile van Middeleeuws tot hedendaags. Ze zingt regelmatig met diverse Franse ensembles zoals Les Solistes XXI, Correspondances, Pygmalion en Les Arts Florissants. Met deze laatste groep onder leiding van Paul Agnew werkte ze mee aan de integrale uitvoering van alle madrigalen van Claudio Monteverdi. Door deze zelfde Paul Agnew werd ze uitgenodigd om met het Liverpool Symphony Orchestra de Johannes Passion van Bach uit te voeren.
Lucile Richardot is ook zeer bekwaam in de opera. Zij zong rollen in barokopera’s van Lully, Purcell, Mazzochi en anderen. Daarnaast is ze ook regelmatig te horen in hedendaags werk op allerlei festivals in Frankrijk. Naast opera geeft Lucile ook recitals met liederen en concerten waarbij ze de solo ’s verzorgt in oratoria en passies, o.a. bij Collegium Vocale Gent onder leiding van Philippe Herreweghe. Lucile Richardot kenmerkt zich door een grote bescheidenheid en collegialiteit.
De Frans-Amerikaanse Anne de Fornel combineert vakkundig een carrière als concertpianist en musicoloog. Ze studeerde af aan het Conservatoire National Supérieur de Musique et de Danse de Lyon (Master in piano) waar ze studeerde bij Florent Boffard, aan de Universiteit van Paris-Sorbonne – Paris IV (Doctoraat in Muziek en Musicologie) en aan HEC Paris (Master gespecialiseerd in “Media, kunst en creatie”). Sinds september 2021 is ze Directeur Onderzoek bij het CNSMD in Lyon. In 2019 publiceerde ze de monografie John Cage bij Éditions Fayard. Als winnares van talrijke nationale en internationale wedstrijden werd ze door de Rotary Club International uitgeroepen tot “Talents d’Or”. Tijdens haar studies profiteerde ze van het advies van gerenommeerde pianisten en pedagogen zoals Prisca Benoît, Gabriel Chodos, Maria Clodes Jaguaribe, Arnaldo Cohen, Klaus Hellwig, Zhu Xiao-Mei, Emmanuel Mercier, Dominique Merlet, Jean-Claude Pennetier, Jacques Rouvier en Françoise Thinat.
Nadia & Lili Boulanger les heures claires The Complete Songs Lucile Richardot Anne de Fornel Raquel Camarinha Stéphane Degout Emmanuelle Bertrand Sarah Nemtanu cd harmonia mundi HMM902356.58