‘Constellations Ardentes’ is de tweede cd voor Challenge Classics van Olivier Darbellay, één van de meest vooraanstaande hoornisten van onze tijd. Het programma en de uitvoering brengt vader, broer en zus samen. Heel fijn.
Olivier Darbellay (°1974) uit Bern komt uit een Zwitserse familie van musici. Hij is nl. de zoon van de componist Jean-Luc Darbellay (°1946). Olivier Darbellay studeerde eerst cello bij Patrick Demenga en Peter Hörr, evenals hoorn bij Thomas Müller en David Johnson aan de Hochschule für Musik und Theater Bern. Hij studeerde daar af in 1996. Olivier Darbellay studeerde ook hoorn bij Bruno Schneider aan de Hochschule für Musik Freiburg im Breisgau en aan de Schola Cantorum Basiliensis. In 2000 ontving hij internationale prijzen en speelde op tal van festivals, waaronder het Luzern Festival, de Berliner Festwochen en Wratislavia Cantans. Hij focust zich naast barok en klassiek op hedendaagse muziek en speelde kamermuziek met o.a. Joshua Bell, Akiko Suwanai, Sol Gabetta, Siegfried Palm, Konstantin Lifschitz, Heinz Holliger en Christoph Prégardien.
Hij speelde ook met het Collegium Novum Zürich, het Bach Collegium Japan, het ensemble Contrechamps en het Tafelmusik Baroque Orchestra Toronto. Darbellay speelde verschillende werken in première, waaronder in 2006, het Duo “Induuchlen” van Heinz Holliger voor natuurhoorn en contratenor. Hij is solo-hoornist van het Symfonie Orkest van Bern, het Basel Chamber Orchestra en het Gstaad Festival Orchester. Hij geeft les aan de Haute École de Musique in Lausanne en aan het Instituut voor Klassieke Muziek en Kerkmuziek van het Conservatorium van Luzern.
Zijn vorige cd “A Matter of Heart” (CC72771) was een fijne selectie van liederen voor tenor, hoorn en piano, van o.a. Pierson en Kossmaly, waarop Darbellay samenwerkte met Christoph Pregardien en pianist Michael Gees. Dit keer concentreert het programma zich op kamermuziek voor hoorn van Brahms tot heden. Het intiem Trio voor hoorn, viool en piano, op. 40, uit 1865 van Johannes Brahms, wordt gevolgd door een kostbaar en zeldzaam juweel, de “Quatre Petits Pieces” voor hoorn, altviool en piano uit 1920, van Charles Koechlin, en twee composities van twee hedendaagse componisten, “Lunules électriques” van Stefan Wirth (°1975) en “Ori” van zijn vader, Jean-Luc Darbellay.
Brahms componeerde zijn teder en innemend Hoorntrio tijdens de zomer van 1865 in het huis van Clara Schumann in Lichtental nabij het mondaine Baden-Baden in het Zwarte Woud (foto’s). Hij componeerde zijn Trio voor natuurhoorn of “Waldhorn”, viool en piano, ter herdenking van het overlijden van zijn moeder Christiane, eerder dat jaar, en baseerde het werk op een thema dat hij twaalf jaar eerder componeerde, maar toen niet publiceerde. Het prachtig Hoorntrio werd voor het eerst op 28 november 1865 in Zürich uitgevoerd en werd in november 1866 gepubliceerd. Het was het laatste kamermuziekwerk dat Brahms voor de komende acht jaar zou componeren. Brahms koos ervoor om het werk voor natuurhoorn in plaats van voor ventielhoorn te componeren, ondanks het feit dat de nieuwe, moderne ventielhoorn reeds populair was.
Het timbre van de Waldhorn was nl. somberder en melancholischer dan de ventielhoorn, en creëerde een heel andere stemming. De hoorn was symbolisch. Brahms leerde nl. als jongen, naast piano, ook hoorn en cello spelen. Dat was de reden waarom hij na het overlijden van zijn moeder, de eenvoudige, lieve naaister, voor zijn nieuwe compositie voor hoorn koos. Zijn moeder zou daarenboven veel van haar zoons hoornspel hebben genoten, cfr. het charmant Scherzo (Allegro), en Brahms’ vader speelde ook hoorn. Het was dus geen toeval dat hij enkele maanden na haar overlijden in 1865, aan zijn aangrijpend Hoorntrio begon. Het aandoenlijk “Adagio mesto” was duidelijk een ‘in memoriam’. De laatste beweging baseerde hij op het volkslied ‘Es soll sich ja jeiner mit der Liebe abgeben’, uit het “Allgemeines Deutsches Kommersbuch” uit 1858. Brahms was en bleef nl. zijn hele leven alleenstaand.
Jean-Luc Darbellay is niet alleen componist, dirigent en klarinettist, hij is ook arts. Hij was voorzitter van de “Société suisse pour la nouvelle” en bestuurslid van de “Société internationale pour la musique contemporaine”. Darbellay is lid van de groep componisten “Groupe Lacroix” en publiceerde ongeveer 150 composities. Voor zijn oeuvre ontving hij de Orde van Kunsten en Letteren. Hij woonde seminaries bij van Pierre Boulez en aan het IRCAM in Parijs. Olivier Darbellay wordt op de cd vergezeld door zijn zuster, de violiste Noelle-Anne Darbellay (foto), en door Benjamin Engeli (foto), de pianist van het Tecchler Trio, het Zürich Ensemble en het Gershwin Piano Quartet. Heel fijne muziek, perfect gespeeld. Een aanrader.
Constellations Ardentes Olivier Darbellay Noëlle-Anne Darbellay & Benjamin Engeli cd Challenge Classics CC72770