Dmitry Kabalevsky was ondanks zijn vage naamsbekendheid in het Westen, een heel bekende componist van socialistisch-realistische muziek in zijn land, die hem drie Stalin-prijzen en vier Lenin Ordes opleverden. Mieczyslaw Weinberg was precies het tegenovergestelde, zowel politiek als muzikaal. Hij was levenslang een slachtoffer van de Sovjet-Unie, en hoewel zijn muziek soms humoristisch was, weerspiegelde het over het algemeen, de duistere kant van een genie wiens muziek emotioneel uitputtend kon zijn.
Met deze cd presenteert het label Capriccio muziek van twee bijna vergeten Russische meesters. Op de cd staan het Vioolconcerto op. 67 (1959) van Mieczysław Weinberg (1919-1996), de Fantasie in fa klein voor piano en orkest (een arrangement naar Schuberts Fantasie, D 940) (1961), en het 1ste Celloconcerto op. 49 uit 1949 van Dmitry Kabalevsky (1904-1987).
Dmitry Kabalevski, een zoon van de wiskundige Boris Kabalevsky (foto), had als kind reeds artistieke begaafdheid, in het bijzonder voor schilderkunst en poêzie. Vanaf 1912 volgde hij pianoles aan het Skrjabin Muziekinstituut. Op wens van zijn vader studeerde hij wiskunde en economie, maar vanaf 1921 speelde hij als pianist bij stille films in bioscopen. In 1925 ging hij naar het Conservatorium van Moskou, waar hij tot 1930 piano en compositie studeerde bij Nikolaj Mjaskovski. Nadat hij ondertussen naam had gemaakt als componist, werd hij in 1932 zelf leraar compositie aan het Conservatorium van Moskou.
In 1933 componeerde hij zijn 3de symfonie “Requiem ter nagedachtenis aan Vladimir Iljits Lenin”, op. 22, met koor en in 1939 werd hij professor voor compositie. Hij behield deze functie tot 1980. Hij was ook redacteur van het tijdschrift “Sovjetskaja Musyka” en bleef in deze positie actief tot 1946. In 1940 werd hij lid van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie. In het besluit van de partij van 1948, waarin het “formalisme” in de werken van componisten als Prokofjev en Sjostakovitsj werd veroordeeld (de zogenaamde “Zjdanovdoctrine”), werd Kabalevski, na aanvankelijke kritiek, uiteindelijk niet tot “formalist” verklaard. Integendeel, als vooraanstaand lid van de partij, bekleedde hij veel posities en functies. In 1956 was hij bvb. functionaris van het Ministerie van Cultuur van de Sovjet-Unie en zette zich vooral in voor muzikale, pedagogische ontwikkeling. Hij werd vele malen onderscheiden, kreeg de “Prijs van de overheid”, en in 1974 kreeg hij de titel “Held van de Socialistische Arbeid”.
Dmitry Kabalevsky was lid van de Russische Vereniging van Proletarische Muzikanten en was actief lid van de Unie van Sovjet componisten. Het was na het Congres van 1948, dat Kabalevsky zijn inspanningen verdubbelde om gedreven, lyrische muziek te componeren, die politiek verdedigbaar was. De verschillende volksliederen die hij in zijn Celloconcerto verwerkte, droegen daar toe bij. Want, ongeveer een jaar na het congres, componeerde de vijfenvijftig jaar jonge Kabalevsky het hier opgenomen (eerste) celloconcerto, als eerste van een reeks concerti, bedoeld voor jonge Sovjet musici, waaronder ook een Vioolconcerto en zijn Derde pianoconcerto, dat Vladimir Ashkenazy in 1953 als tiener! in première speelde. Na de bijzonder mooie, langzame beweging, integreerde Kabalevsky daarenboven in de korte maar levendige en speelse finale, Allegro risoluto, van zijn Celloconcerto, Mozart-referenties uit diens Symfonie nr. 25. Zeker ontdekken.
Over het Vioolconcerto van Mieczysław Weinberg uit 1959, gecomponeerd voor en opgedragen aan de begenadigde violist Leonid Kogan, merkte Shostakovich op “erg onder de indruk te zijn van dit werk”. Met zijn bevestigende kracht en onweerstaanbare drive vanaf het eerste percussie in het Allegro molto, tot de laatste afnemende vioolklank, ingeluid door de hoorns in triple-pianissimo, zou de permanente virtuositeit,geëist van de solist, elke violist moeten verrassen en uitdagen.
Leden van de Joodse familie Weinberg uit Bessarabië, werden tijdens de Kishinyov-pogrom in 1903 vermoord. Het gezin van de componist emigreerde naar Warschau, waar zijn vader als musicus verbonden werd aan het Joods theater. Hij studeerde piano bij Józef Turczyński aan de Frédéric Chopin Muziek Akademie van Warschau, en al gauw werd zijn muzikaal talent ontdekt en geprezen.
Tijdens de nazi-invasie in Polen in 1939 vluchtte Weinberg naar Sovjet Rusland. Zijn ouders en zuster bleven in Polen, waar zij werden vermoord. In Minsk studeerde hij bij Vasily Zolotaryov, die een voormalige student was van Nikolaj Rimski-Korsakov en Mili Balakirev. De ochtend na Weinbergs diploma-uitreiking vielen de nazi’s Sovjet Rusland binnen en vluchtte hij naar Tasjkent. Daar werkte hij bij de opera en ontmoette er allerlei belangrijke personen die ook geëvacueerd waren. Onder de indruk van Weinbergs eerste symfonie regelde Sjostakovitsj in 1943 dat Mieczysław Weinberg naar Moskou kon komen. Daar bleef hij tot het eind van zijn leven.
In januari 1948 werd zijn schoonvader, een joodse theaterdirecteur, door de geheime politie vermoord en veel Joden met een culturele achtergrond, werden gearresteerd en later vermoord. Weinberg overleefde dit alles…Op deze bijzondere cd staat bijzondere muziek die u niet aan u mag laten voorbij gaan. De schitterende uitvoerders zijn Benjamin Schmid, viool, Claire Huangci, piano, Harriet Krijgh, cello, en het ORF Weens Radio Symfonie Orkest o.l.v. Cornelius Meister. Kwaliteit verzekerd, zeker beluisteren en ontdekken! Een aanrader
WEINBERG Violin Concerto KABALEVSKY Piano Fantasy Cello Concerto BENJAMIN SCHMID CLAIRE HUANGCI HARRIET KRIJGH ORF VIENNA RADIO SYMPHONY ORCHESTRA CORNELIUS MEISTER cd Capriccio C5310