Ontdek op deze cd, 3 verhalende meesterwerken, waarin het sonoor kleurenpalet en de dramatische kracht van het symfonieorkest, volop tot uiting komen, zeker wanneer ze gespeeld worden door een toporkest o.l.v. wijlen Mariss Jansons. Niet te missen!
Net als bv. Berlioz en later Prokofiev, werd de jonge Tsjaikofski geïnspireerd door Shakespeare en componeerde hij ook muziek (een Fantasie) bij diens “The Tempest” op. 18 (niet te verwarren met de ouverture, “Het onweer”, op. post. 76, naar Ostrovski) en (de andere) Fantasie-ouverture, “Hamlet” op. 67. Hoewel hij uiteindelijk zijn werk een ‘ouverture-fantasie’ noemde, was het algemeen ontwerp een symfonisch gedicht in een sonate-vorm met een inleiding en een epiloog of coda.
Het werk was gebaseerd op de drie hooffiguren uit het Shakespeare verhaal. De eerste is de introductie, gespeeld door klarinetten en fagotten, die broeder Laurentius en de huwelijksband verklankt. Hier is er reeds een akelig voorgevoel van ondergang in de donkere strijkers. Deze introductie klinkt al een koraal. Het eerste, ritmisch geaccentueerd thema verklankt de vijandigheid tussen de twee families, het tweede thema is het magnifiek liefdesthema. In de Coda weerklinkt tenslotte na een schitterende doorwerking en een al even schitterende re-expositie, het door smart verbroken liefdesthema in de donkere celli.
Op instigatie van Balakirev, herwerkte Tsjaikofski zijn compositie 2 maal. In 1880, tien jaar na zijn eerste herwerking van het stuk, herschreef Tsjaikofski de finale (re-expositie en coda) en gaf het stuk de ondertitel, “Ouverture-Fantasia”. Deze versie werd voltooid in september 1880, maar beleefde zijn première pas op 1 mei 1886 in Tbilisi, Georgië (toen deel van het Russische rijk), o.l.v. Mikhail Ippolitov-Ivanov. Deze derde en definitieve versie is degene die nu overal wordt uitgevoerd. De eerdere 2 versies worden nog zelden uitgevoerd.
In zijn “L’Oiseau de Feu” verwerkte Stravinsky onder meer de legende van de vuurvogel en het verhaal Kasjtsjej, de Onsterfelijke. Het verhaal gaat nl. over twee magische wezens, de Vuurvogel, die het goede vertegenwoordigt, en de kwade tovenaar Kasjtsjej, de Onsterfelijke. De magiër houdt verschillende vrouwen gevangen en veranderde vele mannen in steen. Kasjtsjej is echter onsterfelijk zo lang zijn ziel onaangetast blijft. Die ziel wordt in de vorm van een ei bewaard in een kistje. Terwijl de tovenaar slaapt, onthult de Vuurvogel aan Ivan Tsarevitsj het geheim van Kasjtsjej zijn onsterfelijkheid.
Ze brengt hem naar de grot waar het ei met de tovenaarsziel is verstopt. Ivan opent het kistje en smijt het ei kapot. De tovenaar sterft meteen. De betoveringen worden verbroken en de gevangen, versteende ridders zijn weer vrij. Ivan en zijn prinses Tsarevna trouwen. Oorspronkelijk was deze opdracht aan Anatoli Ljadov gegeven, maar die deed er te lang over. De choreografie werd verzorgd door Fokin. De eerste uitvoering vond plaats op 25 juni 1910 in Parijs, in de Opera onder leiding van Gabriel Pierné.
De Franse componist Edgard Varèse (1883-1965) studeerde eerst aan de Schola Cantorum in Parijs bij Albert Roussel en Vincent d’Indy en later aan het Conservatorium in Parijs in de compositieklas van Charles-Marie Widor. “Amériques”, bedacht tijdens een reis naar New york in 1915, en gecomponeerd tussen 1918 en 1921, maar herzien in 1927, was bedoeld voor een zeer groot orkest, met extra percussie (voor wel elf solisten) en een sirene! Het begin is rustig, met een melodie dicht bij deze van Debussy, maar neemt vervolgens snel een grote seismische kracht aan, met een massief crescendo. Het werk wordt gekenmerkt door woeste dissonanties in de strijkers en een complexe polyfonie voor percussie en houtblazers. Weet dat Varèse als tiener, slagwerk speelde in het operaorkest van het Teatro Regio di Torino (Turijn). De eerste versie (uit 1921) vroeg om een bezetting van bijna 155 uitvoerders. Op verzoek van Leopold Stokowski, die in 1926, de première dirigeerde in Philadelphia, vereenvoudigde Varèse zijn partituur, wat leidde tot de definitieve versie uit 1927. Ontdek op deze cd weliswaar de indrukwekkende, originele versie uit 1922.
Tracklist:
-Tchaikovsky:
Romeo and Juliet Fantasy Overture (3rd version, 1880)
-Stravinsky:
The Firebird Suite (1919 version)
Introduction
The Firebird and its Dance
Variation of the Firebird
Ring dance of the Princesses
Infernal Dance of King Kashchey
Lullaby
Finale
-Varèse:
Amériques (1922 original version)
Tschaikowsky Romeo & Julia Stravinsky L’Oiseau de Feu Varèse Amériques” Sinfonieorchester des Bayerischen Rundfunks Mariss Jansons cd BR Klassik 900016