“Couperin, Messe Pour Les Paroisses, Chant sur le livre alterné – Grandes, Orgues 1710 Chapelle Royale de Versailles”, door Olivier Latry op het label Château de Versailles Spectacles.

COUPERIN, Messe pour les Paroisses | CD - Label Château de Versailles  Spectacles - YouTube

Toen de “Messe à l’usage des Paroisses pour les Fêtes Solennelles” in 1690 werd gepubliceerd, was Couperin pas 21 jaar oud, maar had hij met deze mis reeds een meesterwerk van de Franse orgelmuziek gecreëerd. De charismatische Olivier Latry speelt dit legendarisch werk hier op het orgel van de Koninklijke Kapel van Versailles, dat Couperin ooit in 1710 inwijdde.

De cd’s in de sublieme reeks “De Gouden Eeuw van het Frans orgel” laten het orgel van de Koninklijke Kapel van Versailles, door de keuze van een symbolisch en gevarieerd programma uit de barokperiode, in al zijn facetten schitteren. De essentiële werken van het Frans klassiek orgelrepertoire (van o.a. Couperin, Marchand, de Grigny, Dandrieu, Corrette), werden gecomponeerd om de bijzondere esthetiek van instrumenten zoals die van de kapel van Louis XIV te versterken, maar ook, om aan de hand van transcripties, zijn andere rijke klank te onthullen.

Om een nieuwe dimensie aan het klankuniversum van het orgel toe te voegen en de orkestkwaliteiten ervan te sublimeren, zijn moderne montage- en heropname-processen subtiel in dienst gesteld van de superpositie van muzikale stemmen. “Le Grand Jeu” laat het instrument van Versailles klinken “voor de glorie van God en van de koning”. In de 17de eeuw evolueerde de Franse orgelstijl van gesofisticeerde, middeleeuwse en renaissance polyfonie, naar een steeds meer verticale, harmonieuze stijl. Kenmerkend voor de Franse school was de bijzondere aandacht die aan de registratie werd besteed. De componisten gaven dit vaak heel precies aan, bv. in “Kyrie, Dialogue sur la trompette et le chromhorne”, “Gloria,Trio a dessus de chromhorne et la basse de tier” of “Plein Chant de l’Agnus – En Basse et en Taille alternativement”, in de “Messe a l’usage ordinaire des paroisses” uit 1690 van de 21-jarige Couperin, die toen organist was van St Gervais. Dit typisch kenmerk moet weliswaar worden gesitueerd in een tijd waarin men weinig aandacht schonk aan de klankkleur van de instrumenten.

Van veel stukken werd aangeven dat ze konden worden gespeeld op de viool, de fluit, de hobo, de gamba, e.a. De beroemde gambist, Marin Marais, ging zelfs zo ver dat hij aangaf dat zijn werken gespeeld konden worden op het orgel, het klavecimbel, de viool, gamba, de theorbe, de gitaar, de dwarsfluit, de blokfluit en hobo. Dit was mede een commercieel argument om de composities beter te doen verkopen, in een tijd dat het drukken en vooral het graveren van partituren erg duur was, trouwens ook de reden waarom vele composities niet werden gepubliceerd en daarom in de vorm van manuscripten bleven die geleend en gekopieerd werden.

In 1689 werd François Couperin titularis/organist van de kerk van Saint-Gervais-in Parijs, een functie die hem was voorbehouden sinds 1679, na het overlijden van zijn vader, Charles (1639-1679), die zelf de taak had overgenomen van zijn oudere broer, Louis. Op 11-jarige leeftijd kon het kind het ambt weliswaar nog niet echt uitoefenen en de interim was door de kerkmeesters toevertrouwd aan Michel-Richard de Lalande tot Couperin de juiste leeftijd had bereikt om de taak op zich te nemen. Gedurende deze periode was hij in de leer bij Jacques Thomelin (1635-1693), de organist van Saint-Jacques-la-Boucherie (foto) in Parijs.

Toen François Couperin (foto) in 1690 zijn Mis voor de kloosters (“Messe propre pour les couvents”) publiceerde, had hij reeds de meest uitzonderlijke verzameling orgelmuziek gecreëerd tijdens het bewind van Louis XIV. Op het magnifiek en historisch orgel van de Koninklijke Kapel van Versailles, waarvan Couperin van 1693 tot 1730 titularis was, voert de gevierde organist van de Notre-Dame de Paris, Olivier Latry, een weelderige versie uit van deze Orgelmis die, in een wereldpremière, verweven is met boeiende “Chants sur le Livre”, unieke en sublieme improvisaties.

De Messe pour les couvents en de Messe pour les paroisses waren de allereerste composities die door Couperin werden gepubliceerd, maar ook de enige twee werken die door de componist voor orgel bestemd waren. Ondanks de jaren dat hij de orgels van de kerk van Saint-Gervais in Parijs en van de Koninklijke Kapel bespeelde, liet François Couperin net als veel van zijn collega-organisten, voor dit instrument alleen die twee vroege werken na, die niettemin, samen met de Mis van Nicolas de Grigny, hoogtepunten waren van het klassiek Franse orgelrepertoire.L'orgue, prodigieux témoin de l'histoire des humains - La Libre

Voor de begeleiding van de liturgie werd de rol van het orgel in 1600, vastgelegd in de zogenaamde ceremonie van Clemens VIII. Bedoeling was om telkens de toon aan te geven met een korte prelude en om korte sequenties af te wisselen met verzen uit het Kyrie, het Gloria, van het Sanctus en het Agnus Dei. Er werd daarbij een vrijheid gelaten aan de organist, die zich nauwelijks (iets) meer kon ontwikkelen dan de begeleiding van de Offertorium, de Elevatie en de Deo Gratias. De missen die Couperin binnen deze context componeerde, waren in de traditie van zijn voorgangers, organisten in Parijs, met name Nivers, Gigault en Lebègue en, meer recentelijk, Raison. De titel van de verzameling van de twee missen, zoals gepubliceerd door Alexandre Guilmant in de Archives des maîtres de l’orgue was “Pièces d’orgue consistantes en deux messes, l’une à l’usage ordinaire des paroisses pour les fêtes solemnelles, l’autre propre pour les couvents de religieux et religieuses par François Couperin, Sieur de Crouilly”.Olivier Latry | HK Phil

De Franse organist, componist en improvisator, Olivier Latry (°1962), geboren in Boulogne-sur-Mer, begon op zijn zevende met piano en enkele jaren later volgde het orgel. Nadat hij zijn eerste muziekonderwijs kreeg in zijn geboorteplaats studeerde hij vanaf 1978, orgel bij Gaston Litaize aan het Conservatorium van Saint-Maur-des-Fossés en volgde daarnaast lessen compositie bij Jean-Claude Raynaud aan het Conservatorium van Parijs. Na zijn opleiding was hij eerst assistent in de orgelklas van Michel Chapuis aan het Conservatorium van Parijs, waarna hij zelf orgeldocent werd aan het conservatorium van Reims. Vervolgens nam hij in 1990 de positie over van Litaize aan het conservatorium van Saint-Maur-des-Fossés.Palace of Versailles' Organ Photograph by Stephane Loustalot - Pixels

In 1985 werd hij, als opvolger van Pierre Cochereau, benoemd tot een van de vier titulaires des grandes orgues van de Notre-Dame te Parijs, naast Yves Devernay, Philippe Lefebvre en Jean-Pierre Leguay. Sinds 1995 is hij ook hoofdvakdocent orgel aan het Conservatorium van Parijs, een positie die hij deelt met Michel Bouvard. Hij is bovendien een veelgevraagd docent voor zomercursussen, waaronder de Internationale Zomeracademie voor Organisten van het Internationaal Orgelfestival Haarlem. Hoewel hij zich niet in één bepaalde periode of stroming specialiseert, is hij vooral bekend door zijn interpretaties van Olivier Messiaen, wiens compleet orgelwerk hij heeft opgenomen voor Deutsche Grammophon. Hij componeert ook, en baseert zich daarbij op eigen improvisaties.

Couperin Messe propre pour les couvents Chant sur le Livre alterné Olivier Latry Grandes Orgues 1710, Chapelle Royale de Versailles cd Château de Versailles Spectacles CVS082Messe pour les Paroisses - Opéra de Versailles / Château de Versailles  Spectacles

Couperin Messe Pour Les Paroisses Olivier Latry Chant sur le livre alterné Grandes Orgues 1710 Chapelle Royale de Versailles cd Château de Versailles Spectacles CVS083

https://www.stretto.be/2023/01/17/ontdek-louis-francois-en-armand-louis-couperin-op-de-cd-the-couperin-family-door-benjamin-allard-klavecimbel-op-het-label-marchvivo/