In De geschiedenis van de slavernij geeft de Zweedse hoogleraar geschiedenis Dick Harrison, auteur van De Dertigjarige Oorlog, een indrukwekkend overzicht van de slavernij, van de vroegst bekende beschavingen tot hedendaagse dwangarbeid.
Tussen 2006 en 2009 verschenen van zijn hand “Slaveri: Forntiden till renässansen Slavery: Prehistoric to the Renaissance”, “Slaveri: 1500 till 1800 Slavery: 1500 to 1800” en “Slaveri: 1800 till nutid Slavery: 1800 to the present”. Deze uitgave van Omniboek is daarvan de sterk ingekorte versie.
In een proloog, 14 hoofdstukken en een epiloog, worden de antieke oudheid en Mesopotamië, de middeleeuwen, de trans-Atlantische slavenhandel en de laatste twee eeuwen behandeld. “De belangrijkste handelsroutes voor slaven in de wereldgeschiedenis”, zo lezen we, “liepen langs de karavaanroutes van de Sahara, maar ook over de Atlantische Oceaan en de Indische Oceaan. Hier werden tientallen miljoenen onvrijen over grote afstanden vervoerd. Van de 16de eeuw tot de 18de eeuw was de Atlantische Oceaan de grote slaven zee, met West-Afrika als belangrijkste exporteur. In de 19de eeuw werd de rol van de Atlantische Oceaan overgenomen door de Indische Oceaan, met Zanzibar als het middelpunt van expansieve handels- en plantage-economie. De trans-Saharaanse slavenhandel ontstond veel eerder en bleef parallel met de zeeroutes tot in de 20ste eeuw bestaan”.
Invalshoek is de figuur van kapitein Samuel Gamble. Zijn schip, “Sandown” (foto) was opmerkelijk omdat toen ze in 1793-1794, slaven van Sierra Leone naar Jamaica bracht, de kapitein, Samuel Gamble, een gedetailleerd dagboek en logboek bijhield met overvloedige illustraties. Deze werd gepubliceerd in een getranscribeerde en geannoteerde vorm en is één van de weinige logboeken van de Britse slavenhandel. Sandown werd in 1789 in “Lloyd’s Register” opgenomen als een schip gebouwd in Frankrijk in 1781. Kapitein Samuel Gamble vertrok met de Sandown op 7 april 1793 vanuit Londen en begon op 15 september slaven op te halen in Sierra Leone, hoewel ze voornamelijk haar slaven ophaalde aan de oevers van de Rio Nuñez Guinee, voormalig Frans-Guinee.
Op 27 maart 1794 verliet Sandown Afrika en arriveerde op 13 mei in Jamaica. Ze had 232 slaven ingescheept en 212 van boord gegaan, voor een verliespercentage van 8,6%. Sandown verliet Jamaica op 27 juli. Op 11 oktober arriveerde ze in Liverpool. Ze begon haar reis met 22 bemanningsleden en voegde er zes aan toe voor ze begon met het ophalen van slaven. Vijf stierven op de reis van Engeland naar Afrika, vijf stierven terwijl het schip in Afrika was en één stierf op de reis van Afrika naar Jamaica. Onderweg stopte ze bij Barbados, waar een aantal bemanningsleden was vertrokken, zodat het schip met slechts zes bemanningsleden naar Jamaica terug zeilde.
“Toen de Portugezen in de 15de eeuw begonnen met het verhandelen van slaven langs de West-Afrikaanse kust”, zo lezen we, “was het vooral om tegemoet te komen aan de slavenbehoeften van de lokale Afrikaanse markten. Portugal wilde goud, geen slaven. De trans-Atlantische slavenhandel werd in een later stadium ontwikkeld toen de Portugezen al een routinematige Atlantische slavenhandelscultuur hadden opgezet. Toen de inheemse bevolking van Amerika in de 16de eeuw werd weggevaagd door de wreedheden van de conquistadores en epidemieën, stonden de slavenhandelaren klaar om de verloren arbeidskrachten te vervangen door onvrije Afrikanen”.
“De handelskapitalistische globalisering”, zo vervolgt Harrison, “oogstte ook slachtoffers in het oosten, rond de Indische Oceaan en de Zuid-Chinese Zee. Afrikanen werden te koop aangeboden in India, in de landen langs de Perzische Golf en op de Zuidoost-Aziatische eilanden. Maleisische slaven werden op de markt gebracht van China in het noordoosten tot de Kaapprovincie in het zuidwesten”.
Harrison neemt u mee naar het Kanem-Bornu Rijk in wat nu Tsjaad en Nigeria is, en naar het Songhairijk (14de – tot late 16de eeuw) aan de Niger, heeft het over de slavernij van de Azteken, de slavenhandel in Amerika, Scandinavische slavenhandel en slavernij in Spaans-Amerika, het Oyo Rijk van de Asante, Noordse slavenkolonies en Marrongemeenschappen (gevluchte Afrikaanse slaven, levend in stamverband in de oerwouden van Zuid-Amerika), Cimarrónes in Cuba en Java, Sulawesi en Bali in Indonesië. Verder heeft hij het o.a. over de abolitionisten, de plantages van de zuidelijke staten, slavernij in Egypte, Bahr al-Ghazal in Zuid-Soedan, plantageslavernij op de Mascarenen ten oosten van Madagaskar in de Indische Oceaan (o.a. La Réunion, Mauritius en Rodrigues), de Zambezi (kaart) en de Grote Meren.
In dit diepgravend werk wisselt Harrison de grote lijnen af met fragmenten uit dagboeken en brieven, waardoor hij het menselijke aspect benadrukt. Speciaal voor de Nederlandstalige editie voegde hij hoofdstukken toe over Congo, Indonesië en Suriname. Kaarten en tabellen verduidelijken de omvang van de gruwel. Een beschamend, magistraal boek over eén van de zwartste bladzijden uit de menselijke geschiedenis, geschreven met een enorme betrokkenheid en vanuit een indrukwekkende eruditie. Zeker lezen!
Dick Harrison (°1966) is hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit van Lund, Zweden. Hij schrijft artikelen, blogs, romans en non-fictieboeken en maakt tv-documentaires over Europese en Zweedse geschiedenis.
Dick Harrison De geschiedenis van de slavernij Van Mesopotamië tot moderne mensenhandel 704 bladz. geïllustreerd Uitg. Omniboek ISBN 9789401916240