De wereld van traditionele muziek. De box met 6 cd’s is een ideale introductie tot de onderliggende ethiek van de Ocora Radio France-collectie. Sinds 1957 zet dit uitzonderlijk label zich in voor de bekendmaking en verspreiding van de opmerkelijke diversiteit van alle mogelijke vormen van traditionele wereldmuziek, klassiek, religieus of populair.
“Ocora Radio France” is een label van Radio France, gespecialiseerd in de uitzending van opnamen van wereldmuziek. In 1955 richtte Pierre Schaeffer, ingenieur bij de Franse radio- en televisieomroep (RTF), de omroeporganisatie van “France d’Outre-mer” (“SORAFOM”) op, een samenwerkingsbedrijf tussen Frankrijk en Afrika. “SORAFOM” was gemaakt om de productie van programma’s door de lokale bevolking te bevorderen. Afrikaanse studenten werden opgeleid in Maisons-Laffitte, in de buurt van Parijs, en keerden vervolgens terug naar het continent terug om er programma’s in de landstaal te maken. Zo werden in 1957 “Radio Mali” en “Radio Mauritania” opgericht. In 1957 werd Pierre Schaeffer vervangen door een naaste medewerker van de voorzitter van de raad van bestuur, Guy Mollet. Vanaf 1960 werden de Afrikaanse landen onder Franse overheersing onafhankelijk, maar SORAFOM zette zijn activiteiten voort en stuurde programma’s door naar andere openbare diensten. De organisatie verzamelde ook traditionele, Afrikaanse muziek om haar cultureel erfgoed te behouden.
In april 1962 werd SORAFOM het “Office de Coopération Radiophonique” (OCORA), waarvan de leden adviseurs werden en in januari 1969 werd OCORA geabsorbeerd door de ORTF. Charles Duvelle, die sinds 1960 de prestigieuze collectie OCORA (toen nog fonoplaten met traditionele wereldmuziek) had gecreëerd en geregisseerd, integreerde OCORA met de muzikale diensten van de DAEC (Direction des affaires extérieures et de la coopération) binnen de ORTF2. Na het uiteenvallen van de ORTF kwam de OCORA-collectie op 1 januari 1975 bij Radio France. Ocora neemt vervolgens een nieuwe presentatie aan met een zwarte hoes geïllustreerd door een foto of een centrale tekening. Ondertussen is deze presentatie vervangen door een foto van een volledige pagina of hoes.
“Finaçon” was een Kaapverdische band actief in de jaren ‘80 en ’90 die muziek speelde uit het funaná-genre. De band werd gevormd na de splitsing van Bulimundo. De funaná is een muziek- en dansgenre uit Kaapverdië met een grote rol voor het accordeon, en is wellicht de vrolijkste vorm van Kaapverdische muziek. Het ritme wordt meestal geleverd door de ferrinho, vergelijkbaar met het gebruik van een wasbord in zydeco, de zaag in Caribische ripsaw-muziek, de krabber in Sub-Saharaanse muziek van Afrikaanse landen die ten zuiden van de Sahara liggen, en de güiro in Latijnse en Pre-Columbiaanse muziek.
De finaçon stijl zou naar een internationaal niveau worden gebracht en maakte contracten met buitenlandse labels. Ze hebben ook geprobeerd een nieuwe dansgekte te maken om soca en lambada te wedijveren, maar hadden echter weinig succes buiten hun geboorteland. Drie albums en drie singles werden opgenomen, waaronder een single die oorspronkelijk werd gezongen door Codé di Dona uit Kaapverdië.
Batucada of batuque, is een sub genre van samba afkomstig uit Brazilië. Het sub genre werd daar geïntroduceerd door Afrikaanse slaven en wordt gekenmerkt door zijn repetitieve stijl en snel tempo. Batucada wordt onder meer door grote percussiegroepen gespeeld tijdens het Braziliaans carnaval.
In de wereld van de batuque en finaçon is Ntoni Denti d’Oro (foto) een uitzonderlijke exponent. Zijn ensemble (trommen, gitaren en cimboa vedel) weerspiegelt het behoud van een originele traditie, gekoppeld aan geboorten, doopfeesten en bruiloften, de levendige ritmes van de batuque verschuiving naar de woorden van wijsheid en poëtische improvisatie van de finaçon. Ntoni’s huidige groep werd gevormd aan het begin van de jaren ‘80. Ten tijde van de Portugese kolonisatie was de bataque een bijna clandestiene activiteit. De machthebbers zagen het nl. alleen maar als een grove weergave van de Afrikaanse roots. In 1866 werd de Batuque in naam van de moraliteit en het handhaven van de openbare orde, verboden. De batuque-traditie werd daarom discreet overgeleverd en kreeg geen erkenning, tot Kaapverdië in 1975 onafhankelijk werd. Ntoni Denti d’Oro kwam naar buiten, greep de trom die nu zijn kenmerk is geworden, en begon zijn groep te leiden. Volgens hem is deze trom bedoeld om het ritme in te prenten op vrouwen die zijn verzwakt door decennia van klimatologische en politieke ontberingen.
Radio France is al tientallen jaren koploper in het opnemen van wereldmuziek en heeft via zijn “Ocora”-label een enorme verzameling samengesteld van de wortels van veel wereldculturen. Het is omzeggens onmogelijk om een echt representatieve verzameling van wereldmuziek samen te stellen. Maar wie een beknopte gids wil voor veel van de belangrijkste en verbazingwekkendste muzikale entiteiten op de planeet, is er niet veel beter dan dit. De box is verdeeld in regionale collecties: Zuid-Azië, Zuidoost-Azië, Oost-Azië, Noord- en West-Afrika, Afrika (westelijk en centraal) en Europa. Er zijn o.a. de oude stijlen: solo pipa in China, zangers en dansers in Gambia, gamelan op Bali en de herbergzangers in Griekenland. Alle muziek werd opgenomen op locatie. De boekjes bij elke cd zijn uitgebreid en bevatten zowel de regionale geschiedenis als details over de afzonderlijke artiesten en de stukken die worden gepresenteerd. Ocora heeft in de loop van de jaren honderden opnamen uitgegeven en elk heeft een belangrijke plaats, maar dit compendium is absoluut een essentieel en vitaal vertrekpunt. Niet te missen!
CD 1 – Van Mali naar Madagascar
CD 2 – Van Marokko tot Mongolië
CD 3 – India – Bangladesh
CD 4 – Van Laos tot Japan
CD 5 – Van Noorwegen tot Spanje
CD 6 – Van de VS tot Argentinië
CAP-VERT CAPE VERDE Batuque & Finaçon Ntoni Denti d’Oro OCORA RADIO FRANCE C 560132
OCORA Le monde des musiques traditionnelles The world of traditional music 6 cd Radio France C56027782