Ontdek op deze heel intieme, stijlvolle cd, de muziek van de Franse gitarist en theorbist, Henri Grenerin (1668-1748), in dienst van de Franse koning in 1641, een musicus die deelnam aan de hofballetten van 1651 en 1661. Naast werk van Henri Grenerin, kan u “Je Meurs Sans Mourir” van Anthoine Boësset (1586-1643) en “Recit de la Lune” van Jean de Cambefort (1605-1661) ontdekken, magnifiek gezongen door Chantal Santon Jeffery, Niet uitstellen!
Met deze allereerste opname, gewijd aan de muziek van Grenerin, dook de autodidact, Bruno Helstroffer in het oeuvre van deze onterecht vergeten, Franse componist en ontwikkelde een passie voor deze 17de -eeuwse musicus. Zijn onderzoek bracht hem op de linkeroever van de Seine, tegenover het Louvre, waar Henry’s grootvader, visser was, vandaar de titel als een schitterende woordspeling, “hameçon”, ‘vishaak’, “âme-son”.
Op deze opname, gewijd aan de heerlijke muziek van Grenerin, laat Bruno Helstroffer deze ten onrechte vergeten componist herleven en maakt hij optimaal gebruik van zijn lange ervaring als barokmusicus en exponent van hedendaagse muziek.
Jean de Cambefort (ca. 1605-1661) was daarentegen een Franse barokzanger en componist van balletten en liturgische muziek. Hij overleed in Parijs en wordt nu vooral herinnerd vanwege 6 airs voor het “Ballet de la Nui(c)t”, uitgevoerd in 1653, waaruit het “Récit de la lune” hier werd opgenomen. Cambefort was vóór 1635, zanger in de privékapel van kardinaal Richelieu, en na diens overlijden in 1642, trad hij in dienst van Mazarin. In 1644 verwierf hij, dankzij Mazarin, de functie van “maître des enfants de la chambre du roi”, als opvolger van de zanger en luitist, François de Chancy (1600-1656).
Vervolgens bevond de Cambefort zich in concurrentie met Jean-Baptiste Boësset, beschermd door Colbert. In 1650 verwierf Mazarin voor hem een positie als componist van de muziek voor “la chambre du roi”, als opvolger van François Richard (ca. 1580-1650). In februari 1653 creëerde hij zijn “Ballet de la nui(c)t” in de Salle du Petit-Bourbon (op de huidige locatie van de colonnade van het Louvre) in Parijs (foto’s). In 1655, vertrok hij in opdracht van het hof, om jonge koorzangers te rekruteren in Guyenne en Languedoc. In 1661, bij zijn terugkeer, werd hij surintendant de la musique du roi , een functie die later naar Lully zou gaan. Hij componeerde voornamelijk airs de cour, sommige voor balletten.
Ook Antoine Boësset, sieur de Villedieu, was surintendant de la musique aan het Franse hof en een componist van wereldlijke muziek, in het bijzonder airs de cour. Hij en zijn schoonvader Pierre Guédron, domineerden het muzikaal leven aan het hof gedurende de eerste helft van de 17de eeuw ten tijde van Louis XIII. Zijn zoon, Jean-Baptiste (de) Boësset, sieur de Dehault (1614-1685), componeerde religieuze muziek en werkte samen met Lully. Geboren in Blois in 1587, werd Antoine Boësset, in 1613, benoemd tot “maître des enfants de la chambre du roi”. In 1617 klom hij op tot muziekmeester van de koningin en in 1620 tot secretaris van de chambre du roi. Tenslotte werd hij in 1623, surintendant van de chambre du roi, als opvolger van Guédron, surintendant onder Henri IV en Louis XIII, met wiens dochter hij in 1613 trouwde. In 1632 was hij conseiller en “maître d’ hotel ordinaire du roi”, waarna hij al deze posten tegelijkertijd bekleedde tot aan zijn overlijden.
L’Âme Son, Henry Grenerin Suites françaises Bruno Helstroffer Chantal Santon Jeffery cd Alpha 1007