Mozart – Pergolèse, “Bastien & Bastienne” – “La Servante Maîtresse” Chantés en français!, door Adèle Carlier, Marc Scoffoni en David Tricou, met het Orchestre de l’Opéra Royal o.l.v. Gaétan Jarry, op het label Château de Versailles. Heerlijk!

Spotprent van Giovanni Battista Pergolesi (Jean Baptiste Pergolese,  Jean-Baptiste) (1710 - 1736). Tekening van Pier Leone Ghezzi (1674 - 1755)  die meldt dat de componist een handicap aan één been had en kreupel was.  1736.

Spotprent van Giovanni Battista Pergolesi (Jean Baptiste Pergolese,  Jean-Baptiste) (1710 - 1736). Tekening van Pier Leone Ghezzi (1674 - 1755)  die meldt dat de componist een handicap aan één been had en kreupel was.  1736.

Pergolesi’s opera seria “Il prigioner superbo” omvatte de populaire buffa-tweeakter intermezzo, “La Serva Padrona” (1733). Toen het stuk in 1752, in Parijs werd opgevoerd, vormde het de aanleiding voor de zogenaamde “querelle des bouffons” tussen aanhangers van de ernstige, Franse opera van Lully en Rameau, en aanhangers van de nieuwe, Italiaanse, komische opera. 

Xl_avatar

Xl_avatar

Op deze uitgave ontdekt u Mozarts “Bastien & Bastienne” in de Franse vertaling door Henry Gauthier-Villars en Georges Hartmann, met gesproken dialogen, geschreven door Laurent Delvert, en ontdekt u de Franse versie van Pergolesi’s “La Serva padrona” als “Comédie en deux actes mêlée d’ariettes parodiées” door Pierre Baurans. “Bastien und Bastienne” was het enige Singspiel of Schäferspiel dat Mozart componeerde voor een privé uitvoering in plaats van voor een theater. De 11-jarige! Mozart componeerde het halverwege 1768, in opdracht van de vermaarde en controversiële Duitse arts en astroloog, Franz Anton Mesmer. De eerste opvoering was in 1768 in het huis van dr. Anton Mesmer in Wenen. Un autre 18 octobre : 1752, la création du “Devin du village” de Rousseau

“Bastien und Bastienne” op een libretto van Friedrich Wilhelm Weiskern en Johann Müller, gebaseerd op zowel “Le devin du village” van Rousseau als op “Les amours de Bastien et Bastienne”, een toneelstuk geschreven door Marie-Justine Benoîte, Charles Simonn Favart en Harney de Guerville, vertelt het verhaal over een jonge herder en een jonge herderin, Bastien en Bastienne, die verliefd zijn op elkaar. Door de waarzegger en tovenaar Collas is Bastien weggelokt door een nobele dame uit de stad. Bastienne is bang dat zij Bastien zal verliezen wegens vermeende ontrouw en vraagt advies aan Colas. Hij adviseert haar om net te doen of ze Bastien niet meer graag ziet en tevens gaat Colas naar Bastien en vertelt hem dat zijn liefje iemand anders heeft. Dit is voor beiden uiteindelijk te veel en alles resulteert in een innige hereniging.Portrait of Giovanni Battista Pergolesi -1710-1736-. Italian composer,  organist and violinist, A ... Painting by Album - Fine Art America

Giovanni Battista Pergolesi (1710-1736) (foto), die wereldberoemd werd met zijn Stabat Mater, was een belangrijke vertegenwoordiger van de Napolitaanse School en speelde een leidende rol bij de ontwikkeling van de Italiaanse opera buffa. Hij studeerde eerst in zijn geboorteplaats Jesi in de Italiaanse provincie Ancona (regio Marche), bij Francesco Santini, voor hij in 1725 naar Napels trok, om daar aan het Poveri di Gesu Cristo conservatorium, o.a. bij Gaetano Greco en bij de operacomponist, Francesco Feo te studeren. Pergolesi werkte daarna vooral aan de Napolitaanse hoven maar overleed op 26!-jarige leeftijd aan tuberculose.

Het libretto voor “La Serva Padrona”, zijn opera buffa uit 1733, werd geschreven door Gennaro Antonio Federico, gebaseerd op een theaterstuk van Jacopo Angello Nelli. De opera duurt slechts 45 minuten en was oorspronkelijk bedoeld om gespeeld te worden als intermezzo tussen twee akten van een grotere opera. Meer bepaald werd elk van de twee delen, die zich trouwens in dezelfde kleedkamer afspelen, gespeeld tijdens de pauze van de opera in drie bedrijven om de mensen die bleven zitten te amuseren. De première vond plaats in het Teatro San Bartolomeo te Napels in het jaar 1733. Het werd toen gespeeld als intermezzo voor Pergolesi’s opera seria, “Il prigionier superbo”.

Toen “La Serva Padrona”, in 1752, werd opgevoerd in Parijs, vormde het de aanleiding voor de zogenaamde Querelle des bouffons tussen aanhangers van de Franse opera van componisten als Jean-Baptiste Lully en Jean-Philippe Rameau en aanhangers van de nieuwe Italiaanse komische opera als Jean-Jacques Rousseau. Pergolesi diende als voorbeeld voor de laatste stijl tijdens deze ruzie die de muziekgemeenschap van Parijs twee jaar lang verdeeld hield.

De opera begint met de ongeduldige Uberto, een oudere vrijgezel, die boos is op zijn dienstmeisje Serpina (Zerbine), omdat ze hem zijn chocolade niet heeft gebracht. Serpina is zo arrogant geworden dat ze denkt dat ze de minnares van het huishouden is. Wanneer Uberto om zijn hoed, pruik en jas vraagt, verbiedt Serpina hem het huis te verlaten, eraan toevoegend dat hij vanaf dat moment haar bevelen zal moeten gehoorzamen. Uberto beveelt Vespone daarop een vrouw voor hem te zoeken om mee te trouwen, zodat hij zich van Serpina kan ontdoen. Serpina overtuigt Vespone ervan om Uberto te misleiden om met haar te trouwen. Ze laat Uberto weten dat ze gaat trouwen met een militair genaamd Tempesta. Ze zal zijn huis verlaten en verontschuldigt zich voor haar gedrag. Vespone, vermomd als Tempesta, arriveert en eist zonder een woord te zeggen 4.000 kronen voor een bruidsschat. Uberto weigert een dergelijk bedrag te betalen. Tempesta dreigt hem de bruidsschat te betalen of zelf met het meisje te trouwen. Uberto stemt ermee in om met Serpina te trouwen. Serpina en Vespone onthullen hun truc, maar Uberto realiseert zich dat hij de hele tijd van het meisje heeft gehouden. Ze zullen toch trouwen en Serpina zal nu de ware minnares van het huishouden zijn.

Rolverdeling:

Adèle Carlier: Bastienne, Zerbine

Marc Scoffoni: Colas, Uberto (Pandolphe)

David Tricou: Bastien, Vespone

Na zijn studie orgel, klavecimbel en kamermuziek aan het CRR (Conservatoire à rayonnement régional) van Versailles (foto) en St-Maur-des-Fossés, trad Gaétan Jarry (1986) (foto) toe tot het CNSM in Parijs bij Michel Bouvard en Olivier Latry, waar hij in 2010, de orgel- en vertolkingslicentie behaalde. Hij is mede-titularis van de orgels van de kerk van Saint Jeanne d’Arc in Versailles en van de grote historische orgels van Saint Gervais in Parijs. In 2007, richtte hij het schitterend “Ensemble Marguerite Louise” op en sinds 2012, heeft hij de leiding van “Les Petits Chanteurs de Saint François de Versailles”.

Mozart Pergolèse Bastien & Bastienne La Servante Maîtresse Chantés en français! Gaétan Jarry Orchestre de l’Opéra Royal Adèle Carlier Marc Scoffoni David Tricou 2 cd Château de Versailles CVS 105