Händels Dixit Dominus HWV 232 (1707) was een van zijn indrukwekkendste composities, gecomponeerd tijdens zijn verblijf in Italië. Met Dixit Dominus, demonstreerde de pas 22-jarige Händel reeds al zijn compositorische vaardigheden. Il Gardellino en Bart Van Reyn plaatsten het meesterwerk op hun opname naast de adembenemende cantate, “Il Pianto di Maria Vergine”, uit 1739, die lange tijd aan Händel werd toegeschreven. Recent onderzoek wees uit dat die cantate van de hand was van de Italiaanse componist, Giovanni Battista Ferrandini (1710-1791).
De jonge Händel bezocht in 1707-1708 Rome. Hij speelde er op het orgel van Sint-Jan van Lateranen en componeerde er zijn eerste oratorium “Il trionfo del tempo en del disinganno”. De melodie van de aria “Lascia la spina, cogli la rosa” uit “Il trionfo” (oorspronkelijk bedoeld als instrumentale “danza asiatica” in “Almira”), werd in 1711 de magistrale aria “Lascia ch’io pianga” op tekst van Giacomo Rossi, van Almirena. In die versie klonk ze in de 2de akte van zijn opera “Rinaldo”. Händel kreeg opdrachten van kardinaal, pauselijk nuntius en librettist Benedetto Pamphili, van kardinaal Carlo Colonna (de zoon van Maria Mancini, de nicht van kardinaal Mazarin), en van kardinaal Pietro Ottoboni.
Het paleis van Benedetto Pamphili (foto), de librettist van “Il trionfo del tempo e del disinganno”, bezat o.a. prachtige fresco’s van Pietro da Cortona in een galerij ontworpen door Borromini. Ottoboni organiseerde in zijn Palazzo della Cancelleria, gebouwd door Bramante, concerten en opera opvoeringen. Hij had nl. een privé theater in zijn Palazzo. Händels muziek klonk er dus tussen Vlaamse wandtapijten, marmer, bladgoud, felle, kleurrijke schilderijen en fresco’s van de beste Italiaanse barokschilders.
In 1710 werd Händel door bemiddeling van Ernst August II van Brunswijk-Lüneburg (foto), de jongste broer van de latere, Engelse koning George I, hofkapelmeester in Hannover. Aan het eind van dat jaar reisde hij voor de eerste keer naar Londen. Daar werd zijn voor Londen inderhaast gecomponeerde opera “Rinaldo” meteen een succes. In 1712 ging de 27-jarige Händel dan opnieuw van Hannover naar Londen en bleef er wonen tot zijn overlijden in 1759.
Psalm 110 opent in het Latijn met de woorden “Dixit Dominus”, “De heer sprak tot mijn heer” of “De Heere heeft tot mijn Heere gesproken”. Met “mijn Heere” wordt de Messias bedoeld die uitgenodigd wordt plaats te nemen aan Gods rechterhand. De psalm is daarom de profetie van de heerschappij van de Messias op de Dag des Oordeels. Op grond van deze psalm wordt Jezus in de brief aan de Hebreeën aangeduid als een priester uit de orde van Melchisedek, priester van de Allerhoogste God, wat in de christelijke overlevering wordt beschouwd als de volmaaktste vorm van het priesterschap. “‘Je bent priester voor eeuwig, zoals ook Melchisedek was” staat te lezen in psalm 110.
Händels psalmtoonzettingen “Dixit Dominus”, “Laudate pueri Dominum” en “Nisi Dominus” gecomponeerd voor de vespers tijdens zijn verblijf in Italië, zijn gecomponeerd volgens het Venetiaans model met verwijzingen naar het Gregoriaans. “Nisi Dominus” werd voor de feestelijkheden van de Heilige Maagd Marie van de berg Karmel in 1707 gecomponeerd en combineerde kracht en schittering. Een karakteristiek die overigens ook op grote schaal terug te vinden is in Dixit Dominus, waarschijnlijk gecomponeerd in opdracht van kardinaal Carlo Colonna. Wat opvalt is de rijkdom aan klank rondom bepaalde woorden, bv. bij het hamerend effect op ‘conquassabit’ of bij ‘Tu es sacerdos’, en de combinatie van cantus firmus en contrapunt. De première van Dixit Dominus voor vijfstemmig (SSATB) koor en solisten, was in 1707 in de Santa Maria in Montesanto aan de Piazza del Popolo in Rome. Händel was toen 22 jaar oud.
Giovanni Battista Ferrandini (foto) was een leerling van Antonio Biffi aan het Conservatorio dei Mendicanti en hij vervolmaakte zijn studie bij Giuseppe Antonio Bernabei aan het Beiers hertogelijk hof in München. In 1737 volgde hij Pietro Torri op als hofkapelmeester. In 1742 schreef Ferrandini de muziek voor de kroning van keizer Karel VII Albrecht in Frankfurt. Ferrandini was een in zijn tijd gerespecteerd componist. In 1752 ontving hij de prestigieuze opdracht een opera te componeren voor de opening van het door François de Cuvilliés de Oudere ontworpen Residenztheater (foto) in München.
Deze opera, “Catone in Utica”, op een libretto van Metastasio, werd opgevoerd op de opening van het Residenztheater op 12 oktober 1753. In 2003 werd deze opera opnieuw opgevoerd als deel van de feestelijkheden rond het 250-jarig bestaan van het theater. In 1755 ging Ferrandini in Padua wonen, waar hij een teruggetrokken bestaan leidde. Wel kreeg hij in 1771 bezoek van vader en zoon Mozart, die zijn werk waardeerden. Kort voor zijn overlijden keerde Ferrandini terug naar München. Ontdek hier zijn solo cantate met strijkers, Il pianto di Maria, (Cantata sacra da cantarsi dinanti al Santo Sepolcro), enkel bestaande uit recitatieven en aria’s, als “Il pianto di Maria (Giunta l’ora fatal), cantata, HWV 234, eerder toegeschreven aan Händel. In deze cantate voor mezzosopraan en strijkers beweent Maria haar zoon aan het graf in een exuberante barokke stijl. Rond de zanglijnen van een ontwapenende eenvoud vlechten de strijkers met dissonanten een pakkend geheel Niet te missen!.
Als jonge, talentvolle, Vlaamse dirigent bouwde Bart Van Reyn (1979) een interessant parcours uit in binnen-en buitenland, wat niet onopgemerkt bleef. In 2000 richtte Bart Van Reyn Octopus op, een flexibel koor van 24 tot 80 semiprofessionele en professionele zangers. Dit resulteerde in vruchtbare samenwerkingen met alle Belgische symfonische orkesten op de belangrijke podia en festivals in binnen- en buitenland. In 2012 richtte hij daarnaast Le Concert d’Anvers op, een periodeorkest met thuisbasis in Antwerpen dat focust op repertoire uit 18de – en vroege 19de eeuw. Sinds 2016 is hij chef-dirigent van het Deens Radio Koor en vanaf 2019, muziekdirecteur van het Vlaams Radiokoor.
Handel Dixit Dominus – Ferrandini Il pianto di Maria Deborah Cachet Rachel Redmond, Sophie Rennert Vlaams Radiokoor Il Gardellino orchestra Bart Van Reyn cd Passacaille PAS1130