Op zijn cd “Éventail”, doorkruist de Zwitserse hoboïst en componist, Heinz Holliger, een brede selectie Franse werken voor hobo en piano in een kleurrijk en gevarieerd programma met muziek uit het begin van de 20ste eeuw. Naast Heinz Holliger (hobo & Oboe d’Amore), zijn de uitvoerders, Anton Kernjak, piano en Alice Belugou, harp.
Zoals Heinz Holliger in het tekstboekje stelt, “de nabijheid van de hobo tot de menselijke stem inspireerde mijn idee om de rijkgekleurde Franse muziek te ontsluiten via de nog steeds veel te weinig bekende collectie Vocalises-Études.” In dit uitgebreid recital zijn composities opgenomen van Ravel, Debussy, Milhaud, Saint-Saëns, Casadesus, maar ook van Messiaen, Koechlin en Jolivet. Holliger onderhield nl. een persoonlijke relatie met verschillende componisten. Op piano keert Anton Kernjak terug, die op Holligers opname Aschenmusik uit 2014 verscheen, terwijl de Franse harpiste Alice Belugou meespeelt in André Jovilets Controversia pour hautbois et harpe. De rijkdom van het hoborepertoire uit de 20e eeuw is volop aanwezig. Éventail volgt op de release van Holligers meermaals bekroonde grootschalige opera Lunea uit 2022.
Heinz Holliger wordt opnieuw bijgestaan door de Oostenrijkse pianist Anton Kernjak (foto), en het duo navigeert door de verschillende partituren met evenveel technische finesse als emotionele vastberadenheid, niet in de laatste plaats vanwege Holligers vrij persoonlijke relatie met veel van de opgenomen composities. Zo heeft Holliger de Vocalise Étude van Olivier Messiaen aanvankelijk in aanwezigheid van de componist zelf gespeeld, wat ertoe leidde dat Messiaen de ‘bijna vergeten’ Vocalise opnam in zijn laatste werk Concert à quatre. André Jolivet, “de enige belangrijke Franse componist beïnvloed door Edgar Varèse”, zoals Holliger opmerkt, had zijn stuk Controversia zelfs opgedragen aan Heinz en Ursula Holliger. Het werd gecomponeerd voor hobo en harp, waardoor harpiste Alice Belugou in het programma meespeelt.
Daarnaast putte Holliger uit bredere inspiraties en kruisverwijzingen, waarbij hij “Le repos de Tityre” van Charles Koechlin naast “Syrinx” van Claude Debussy plaatste. Deze laatste, oorspronkelijk bedoeld voor fluit, speelt Holliger op hobo d’amore, het populair barokinstrument dat eind 19de – en begin 20e eeuw nog zelden werd gebruikt. Na Debussy’s “Gigues (Tristes)”, het eerste van zijn “Images pour orchestre”, was Koechlin een van de eerste componisten die het instrument opnieuw in zijn composities introduceerde. Sommige van de hier opgenomen stukken maakten geen deel uit van de oorspronkelijke Vocalise-Étude-cyclus, maar waren er nauw mee verwant, zoals “Le rossignol” van Camille Saint-Saëns, dat wordt geciteerd in de late hobosonate van Saint-Saëns.
Darius Milhaud (foto), een leerling van Koechlin, componeerde net als zijn leraar, veel werken voor hobo, zoals de Vocalise-Étude getiteld “Air”, die exemplarisch was voor Milhauds polytonaliteit. Ravels “Pièce en forme de Habanera” en “Kaddish” werden ook opgenomen, evenals Debussy’s “Petite pièce” uit 1910, hier gespeeld op hobo d’amore, dat, zoals Holliger opmerkt, “doet denken aan de verhulde toon van de klarinet”, het instrument waarvoor het oorspronkelijk werd gecomponeerd. Het programma wordt afgesloten met de sonate op. 23, uit 1936, van Robert Casadesus (foto), waarvan Heinz Holliger het handschrift had gekregen van zijn leraar aan het Conservatorium van Bern, Émile Cassagnaud, dat hij vervolgens zelf met de hand kopieerde. En, ontdek voor de gelegenheid ook de sacd, “23 Vocalises – Etudes” (foto’s), door Harry White, altsaxofoon & Edward Rushton, piano (BIS-9056). Heerlijk!
De beroemde, Zwitserse hoboïst, fluitist, componist en dirigent Heinz Holliger (1939) onderscheidde zich al vroeg van andere hoboïsten door zijn enorme virtuositeit in de Franse hobo-traditie. Zijn Parijse leraar was immers Pierre Pierlot, compositie volgde hij bij Pierre Boulez, en piano bij Yvonne Lefébure. Holliger speelde niet alleen stukken uit het klassiek maar ook uit het modern repertoire. Naarmate hij ouder werd, ruimde zijn hobo-activiteit plaats voor meer componeren en vooral, dirigeren.
De pianist Anton Kernjak, uit een Sloveenssprekende Oostenrijkse familie, kreeg zijn muzikale opleiding eerst bij Christoph Lieske aan de Mozarteum Universiteit in Salzburg en vervolgens in de concertklas van Rudolf Buchbinder aan de Muziekuniversiteit in Bazel, waar hij zijn studie cum laude afrondde. Hij kreeg kamermuzieklessen in Bazel van Gèrard Wyss en lessen nieuwe muziek van Jürg Wyttenbach. Daarnaast volgde hij masterclasses bij György Kurtág en jarenlang was de Hongaarse muzikant Ferenc Rados zijn belangrijkste muzikale mentor. Als veelgevraagd kamermuzikant treedt hij veelvuldig op in verschillende duo- en trioformaties in Europa, Japan, Canada en de VS. Engagements brengen hem naar belangrijke festivals en concertzalen zoals de Tonhalle Zürich, de WDR in Keulen, de Wigmore Hall in Londen en meerdere malen de Carnegie Hall in New York. Anton Kernjak speelt al jaren in duo met de celliste Anita Leuzinger en werkt regelmatig samen met Heinz Holliger. Met hen ontstond de cd “Aschenmusik” (ECM New Series) met werken van R. Schumann en H. Holliger. Andere muzikale partners zijn onder meer Thomas Demenga, Muriel Cantoreggi, Katharina Gohl en Roland Moser, Hanna Weinmeister, Silvia Simionescu, Geneviève Strosser en muzikanten van het Tonhalle Orchestra Zürich. Sinds september 2009 is Anton Kernjak hoogleraar kamermuziek aan de Hochschule für Musik in Bazel.
De harpiste Alice Belugou, geboren in Rouen in 1991, begon haar studie aan de Sorbonne in Parijs en aan de Pôle Supérieur de Paris Boulogne-Billancourt, en verhuisde vervolgens naar Lausanne om te studeren bij Letizia Belmondo voor haar Master in Music Performance aan de Haute École de Musique, waar ze in 2015 een speciale prijs voor uitmuntendheid ontving tijdens haar Masterconcerten. Vervolgens voltooide ze een Master in Muziekpedagogie en een Minor in Hedendaagse Muziek aan de Muziekacademie van Bazel. 
Belugou volgde masterclasses bij Isabelle Moretti, Fabrice Pierre, Catherine Michel, Frédérique Cambreling en Marie-Pierre Langlamet, en werkte samen met componisten als Georges Aperghis, Mark André, Heinz Holliger, William Blank, Jennifer Walshe en Simon Steen-Andersen. Sinds 2015 speelt Belugou op verschillende festivals in Europa als solist, kamermuzikant en orkestmuzikant: op het Lucerne Festival, Zeiträume Basel, Archipel (CH), Manifeste (FR), New Direction (SW), ON Keulen (DE) , Microtonality Basel, de vakantiecursussen van Darmstadt, Zürich New Music Days, Kontakte Berlin en het Rümlingen Festival (CH). In 2017 won ze een beurs van de Fritz Gerber Foundation en in 2018 won ze de tweede prijs op de DHF World Harp Competition.
Tracklist:
Maurice Ravel:
Pièce en forme de Habanera
Kaddish
Camille Saint-Saëns:
Sonate, op.166
André Jolivet:
Controversia
Olivier Messiaen:
Vocalise-Étude
Morceau de lecture
Maurice Ravel:
Kaddish (Deux Mélodies hébraïques)
Darius Milhaud:
Vocalise-Étude Air op. 105
Claude Debussy:
Syrinx
Charles Koechlin:
Le repos de Tityre, op. 216/10
André Jolivet:
Chant pour les piroguiers de l’Orénoque
Claude Debussy: Petite pièce
Camille Saint-Saëns: Le rossignol
Robert Casadesus:
Sonate, op.23
Éventail Heinz Holliger, oboe, Anton Kernjak, piano Messiaen, Koechlin Jolivet Ravel, Debussy, Milhaud, Saint-Saëns, Casadesus cd ECM New Series 2694/485 9185