Jordi Savall vervolgt zijn reis naar de 19e eeuw met de Italiaanse Symfonie van Mendelssohn, waaraan hij voor het eerst een opname wijdt. Mendelssohn verwerkte in dit meesterwerk talloze indrukken van zijn reis naar Italië in 1830/31, dat in 1833 voor het eerst werd uitgevoerd in Londen onder leiding van de componist. Deze versie is vandaag nog steeds meestal te horen op concerten. De zelfkritische Mendelssohn maakte weliswaar in 1834, een revisie, die pas in 2001 werd gepubliceerd. Jordi Savall en Le Concert des Nations zetten beide versies, uitgevoerd op historische instrumenten, naast elkaar.
De Duits-joodse Felix Mendelssohn (1809-1847), was een wonderkind. Tussen 1821 en 1823, toen hij tussen de 12 en 14 jaar oud was, componeerde hij reeds 13 symfonieën voor strijkers. Deze symfonieën waren een eerbetoon aan vroege klassieke symfonieën, vooral van Joseph Haydn, Johann Christian en Carl Philip Emanuel Bach, en Mozart. Mendelssohn componeerde de symfonieën in de periode die direct volgde op zijn fugastudie. Het was een periode van intense activiteit. Naast zijn 13 strijkerssymfonieën componeerde hij toen nl. vier singspiele (“Die Soldatenliebschaft”, “Die beiden Pädagogen”, “Die wandernden Komödianten”, “Der Onkel aus Boston, oder Die beiden Neffen”), verschillende werken voor viool, piano en orkest, diverse werken voor viool en piano (waaronder de Sonate in fa klein, op. 4), een strijkkwartet, en de Kwartetten voor piano en strijkers op. 1 en 2. In maart 1824, voltooide hij zijn 1ste grote Symfonie op. 11. Hij was… 15 jaar oud.
Zijn eerste strijksymfonieën waren grotendeels beïnvloed door de leer van zijn muziekleraar, Carl Friedrich Zelter, zelf een leerling van Johann Philipp Kirnberger, die op zijn beurt een leerling was van… Johann Sebastian Bach. De jonge Mendelssohn was bijgevolg door intermediaire docenten, een directe afstammeling van de contrapuntische school van Bach. Ondanks de ruime keuze aan instrumentatie in de 19de eeuw, was het met het strijkersensemble, de basis van Bachs orkestwerken, dat de jonge Mendelssohn experimenteerde. Het was dankzij zijn vaders voorliefde voor het organiseren van muziekconcerten in het Berlijnse appartement van zijn familie op zondagochtend, dat de 11-jarige Felix Mendelssohn, een vrij lange reeks strijksymfonieën begon te componeren, en ook dat de werken meteen werden uitgevoerd.
In 1835 was Mendelssohn de eerste muziekdirecteur en Kapellmeister van het Gewandhausorchester in Leipzig geworden. Tot het begin van de jaren ’30, componeerde hij zijn vocale werken voor de Singakademie in Berlijn, een koor van meer dan tweehonderd amateurzangers, dat acht- tot zestienstemmige polyfone werken zong. Mendelssohn werd als Mendelssohn-Bartholdy, Luthers-protestant opgevoed, maar werd door zijn tijdgenoten nooit volledig geaccepteerd als christen.
Hij op zijn beurt, verloochende nooit zijn joodse afkomst. Wellicht weerspiegelden zijn drie meesterlijke koorwerken daarom zijn religieuze dualiteit in de intellectuele schemerzone tussen lutheranisme en Joodse haskalah (Hebreeuws voor Verlichting), in de lijn van zijn grootvader, Moses Mendelssohn (1729-1786). Het belangrijkste onderwerp van zijn “Paulus” is een figuur uit het Nieuwe Testament die, hoewel Joods geboren, een vroege leider van het christendom werd, “Die Eerste Walpurgisnacht” beschrijft sympathieke heidense rituelen en stelt christenen in een overtrokken daglicht, en in “Elias” verklankte hij de wijsheid van een oudtestamentische profeet.
Op 26 mei 1833, had hij de uitvoeringen van het Niederrheinischen Musikfest met zoveel succes gedirigeerd, dat hem meteen de functie van Generalmusikdirektor van de stad Düsseldorf aangeboden werd. De functie hield de muzikale leiding in van zowel de hoofdkerken als van het theater. Deze functies bekleedde hij van 1833 tot 1835. Desondanks voelde hij zich bewust protestant. Daarbij was hij niet de liberale protestant, voor wie verschillen in geloofsbeleving er in het geheel niet toe deden. Integendeel, zijn inspiratiebronnen waren de liederen van Luther en de muziek van de toen nagenoeg vergeten, Johann Sebastian Bach.
De Symfonie nr. 4 in A, op. 90, algemeen bekend als de “Italiaanse”, vond net als de Schotse 3de symfonie en de ouverture “De Hebriden”, zijn oorsprong tijdens de tournee door Europa die Mendelssohn maakte van 1829 tot 1833. De inspiratie was de kleur en de sfeer van Italië, waar hij schetsen maakte maar het werk onvolledig liet. In een brief aan zijn vader schreef hij, “Dit is Italië! En nu is begonnen wat ik altijd heb gedacht … de hoogste vreugde in het leven. En ik ben er dol op. Vandaag was zo rijk dat ik nu, ’s avonds, mezelf een beetje moet verzamelen, en daarom schrijf ik je om je te bedanken, lieve ouders, dat je me al dit geluk hebt gegeven”. In februari schreef hij vanuit Rome aan zijn zus Fanny, “De Italiaanse symfonie maakt grote vorderingen. Het wordt het vrolijkste stuk dat ik ooit heb gemaakt, vooral het laatste deel. Ik heb nog niets gevonden voor het langzame deel, en ik denk dat ik dat voor Napels zal bewaren”.
Mendelssohn voltooide de symfonie in Berlijn in maart 1833, als reactie op een uitnodiging voor een symfonie van de Londense (nu Royal) Philharmonic Society. Hij dirigeerde de eerste uitvoering zelf in Londen op 13 mei 1833, tijdens een concert van de London Philharmonic Society. De Germania Musical Society of Boston gaf de eerste uitvoering in de Verenigde Staten, op 1 november 1851, onder leiding van Carl Bergmann. Mendelssohn zelf bleef echter ontevreden over de symfonie. Hij voltooide herzieningen van het werk, met name de laatste 3 bewegingen, in juli 1834. Hij heeft de symfonie echter tijdens zijn leven nooit gepubliceerd. De symfonie werd gepubliceerd in 1851, in de originele versie die tijdens de première in mei 1833 werd gegeven. De vrolijke eerste beweging, in sonatevorm, wordt gevolgd door een religieuze processie, waarvan de componist getuige was in Napels. De derde beweging is een menuet waarin hoorns in het trio worden geïntroduceerd, terwijl de laatste beweging, dansfiguren bevat van de Romeinse saltarello en de Napolitaanse tarantella.
Felix Mendelssohn Symphonie n° 4 en La Majeur Italienne op. 90 Première version de 1833 Version finale de 1834 Le Concert Des Nations Jordi Savall cd AliaVox AVSA9955