Bachs Zes Triosonates, BWV 525-530, werden oorspronkelijk geschreven als oefenwerken voor zijn zoon Wilhelm Friedemann (1710-1784) toen Wilhelm orgel leerde spelen. Hier werden deze sonates volledig opnieuw vormgegeven en omgezet in kleurrijke, expressieve, instrumentale kamermuziekwerken.
De Orgelsonates, BWV 525-530 van Johann Sebastian Bach zijn een verzameling van zes sonates in triosonatevorm. Elk van de sonates heeft drie bewegingen, met drie onafhankelijke partijen, verdeeld over de twee klavieren en het obbligato pedaal van het orgel. De verzameling werd eind 1720 in Leipzig samengesteld en bevatte bewerkingen van Bach uit vroegere cantates, orgelwerken en kamermuziek, evenals enkele nieuw gecomponeerde bewegingen. De zesde sonate, BWV 530, is de enige waarvoor alle drie bewegingen, speciaal voor de collectie werden gecomponeerd. Wanneer het op een orgel wordt gespeeld, wordt de tweede partij vaak een octaaf lager op het tweede klavier gespeeld met de juiste registratie. Mogelijks waren de sonates gedeeltelijk bedoeld voor privéstudie om de orgeltechniek te perfectioneren. Ze konden ook gespeeld worden op een pedaalclavichord (foto). De sonates worden algemeen beschouwd als één van Bachs meesterwerken en als een van zijn moeilijkste composities voor orgel.
In zijn “Über Johann Sebastian Bachs Leben, Kunst und Kunstwerke” uit 1802, werden volgens Bachs eerste biograaf, Johann Nicolaus Forkel, de zes sonates gecomponeerd voor zijn oudste zoon, Wilhelm Friedemann (geb. 1710), en werden ze samengesteld tussen 1727 en 1730. Forkels bewering komt voor in het hoofdstuk over de “Orgelstukken”, waarin ze werden beschreven als “Sechs Trio für die Orgel mit dem obligaten Pedale”.
De eerste beweging van Sonata IV is een arrangement van de achtste beweging van de Cantate “Die Himmel erzählen die Ehre Gottes” (BWV 76), en de tweede beweging van Sonata III werd vervolgens door Bach gearrangeerd voor fluit, viool en klavecimbel als tweede beweging van zijn Concerto in la klein (BWV 1044). Slechts een half dozijn bewegingen zouden speciaal voor de zes Sonates zijn gecomponeerd, de rest waren arrangementen van bestaande orgel- en instrumentale werken. De tonaarden werden zorgvuldig gepland met drie grote en drie kleine terts toonaarden, en de verzameling als geheel was een mooi voorbeeld van Italiaanse kamermuziek, die liet horen wat kon worden gedaan met trio’s, nl. concerto ritornello in nr. VI/1, rondo-fuga in IV/3, binaire langzame en snelle bewegingen in I, da capo-vormen in V/1 en III/1, en fuga-finales in IV en VI.
Bachs Triosonates in Italiaans van stijl, zijn voortgekomen uit de door Corelli (foto) ontwikkelde Sonata da chiesa in drie bewegingen. Het was Bach zelf die de traditie stichtte van het transcriberen van zijn eigen muziek voor verschillende instrumentale groeperingen, een proces dat later door veel componisten, onder wie Mozart, werd overgenomen. Robert King heeft deze zes orgelwerken gearrangeerd en aangepast om een reeks instrumentale kleuren te bekomen, waarbij hij uit vijf melodie-instrumenten (twee violen, altviool, hobo en hobo d’amore) de combinatie van instrumenten selecteerde die het meest geschikt was voor elke specifieke sonate. Aan de basis hiervan lag een eveneens diverse continuo begeleiding van cello, theorbe, klavecimbel en kamerorgel.
Uitgevoerd door deze 7 voortreffelijke instrumentalisten, brengen deze sonates een heerlijk intieme en gemoedelijke kwaliteit van de muziek van Bach die heel anders is dan die op het orgel. Door de toevoeging van akkoordinstrumenten aan de baslijn ontstaat er ook een heel andere harmonische basis voor de melodie-instrumentenparen. In zes prachtig gevarieerde sonates brengt het resulterende rijke harmonisch en instrumentaal palet virtuoos spel met zich mee dat Bachs melodische en harmonische genialiteit tentoonspreidt. De opname werd daarenboven gemaakt door de David Hinitt in de fijne akoestiek van Alpheton New Maltings, waardoor de opname een uitzonderlijke helderheid en warmte heeft.
The King’s Consort:
Kati Debretzeni, viool
Huw Daniel, viool
Rose Redgrave, altviool
Frances Norbury, hobo & oboe d’amore
Robin Michael, cello
Eligio Quinteiro, theorbe
Robert King, klavecimbel & orgel
Bach Six Trio Sonatas The King’s Consort Robert King cd Vivat123