De landschapsschilderes, Joséphine Fesser was in de tweede helft van de 19de eeuw actief in Parijs, waar zij ook les gaf. In 1860 ontmoette ze in het huis van kunsthandelaar Pierre Firmin Martin (“le Père Martin”), Johan Barthold Jongkind. Omdat ze zijn goede vriendin werd, oefende ze gedurende hun hele leven samen, een sterke artistieke invloed op hem uit. Ze woonden samen in Saint-Parize-le-Châtel, nabij Nevers.
Marie-Joséphine Fesser, geboren Borrhée, beter bekend als Joséphine Fesser (1819-1891), werd geboren in Namen, in wat toen nog het Koninkrijk der Nederlanden was. Ze trouwde met Alexandre Fesser, een kok die gewaardeerd werd in heel Frankrijk, met wie ze een zoon Jules kreeg. In augustus 1873 bezochten Joséphine en Jongkind, samen Jules Fesser, die zijn vader opvolgde als kok in het Château de Pupetières de Châbons, bekend van Alphonse de Lamartine (lees “Le Vallon”), en comtesse Anna de Noailles.
Joséphine Fesser en Jongkind vestigden zich vlakbij het kasteel, in het gehucht Mallein, in de gemeente Virieu. Na een week vertrok Jongkind naar Grenoble waar hij zijn eerste aquarel schilderde, waarna hij verder ging met het schilderen van landschappen. In hetzelfde jaar vertrokken ze voor een rondreis door Zuid-Frankrijk: Marseille, La Ciotat, Sète en Narbonne. Ze keerden in 1874 terug naar Dauphiné om de zomer door te brengen bij Jules Fesser en Pauline Walestains, met wie hij in februari 1872, was getrouwd.
Het jaar 1875, werd gekenmerkt door twee tragische gebeurtenissen voor Joséphine Fesser, de dood van haar echtgenoot Alexandre Fesser in maart, kort daarna gevolgd door de dood van de kleine Charles Fesser, zoon van Jules en Pauline. In juli keerden de kunstenaars terug naar Mallein. In 1878 ,kocht Jules Fesser de villa Beauséjour, een huis in La Côte-Saint-André nabij Grenoble in de Isère, (de geboorteplaats van Hector Berlioz), waar een atelier ingericht werd, waar Joséphine Fesser en Jongkind konden schilderen.
Joséphine begeleidde Jongkind in zijn zoektocht naar succes, maar was ook zijn steunpilaar, zijn ‘goede engel’ en emotionele steun. Ze wijdde zich volledig aan hem. Hij leed sinds zijn adolescentie aan waanideeën van vervolging en was alcoholist. Toen zijn gezondheid achteruit ging, dwong hem dat in 1891, om terug te keren naar het psychiatrisch ziekenhuis “Soins Saint-Rambert”, in Saint-Egrève, waar hij op 2 februari 1891 overleed. Joséphine, ontroostbaar en verteerd door verdriet, overleefde hem slechts een paar maanden. Zij overleed op 23 november 1891 in La Côte-Saint-André en werd begraven naast Jongkind. Samen met de Franse schilder Eugène Boudin, was Jongkind, lid van de School van Barbizon, een voorloper van het Frans impressionisme. Na Vincent van Gogh wordt Johan Barthold Jongkind als Nederlands meest invloedrijke 19e-eeuwse schilder beschouwd…!
“De muze van de kunstschilder” van Marja Visscher neemt je vanuit het perspectief van Joséphine Fesser, mee in het leven van de schilder Johan Barthold Jongkind (1819-1891), voor wie zij al bij hun eerste ontmoeting een grote bewondering opvat. Jongkind was aan lagerwal geraakt en verbleef daarom tijdelijk in Nederland, maar zijn kunstenaarsvrienden hebben hem teruggehaald naar Parijs. Joséphine kocht een schilderij van hem en nodigde hem uit om bij haar te komen eten. Vanaf dat moment week hij nog nauwelijks nog van haar zijde. “De muze van de kunstschilder” is een intrigerend verhaal over leven voor de kunst en leven van de liefde. Zeker lezen!
De Rotterdamse Marja Visscher (1951) (eigenl. Marja Coenradie) is schrijver en journaliste. Haar brede historische interesse brengt haar geregeld op het spoor van vrouwen met een bijzonder verhaal. Zij vormen voor haar een onuitputtelijke inspiratiebron. Dankzij haar gedegen research en feeling met de geschiedenis is ze in staat om haar romans met veel overtuiging te schrijven. Dit doet zij onder de auteursnaam Marja Visscher bij Zomer & Keuning, Kinder- en jeugdboeken bij uitgeverij Sam Northerlake en uitgeverij Davey Jones Publishing, en onder haar eigen naam, Marja Coenradie, bij Omniboek.
Marja Visscher De muze van de kunstschilder 251 bladz. uitg. Zomer & Keuning ISBN 9789020554564