Het Ensemble Pizzicar Galante biedt met deze cd een compilatie van de beste muziek die in Parijs werd gespeeld tijdens het “gouden tijdperk” van de mandoline. Het is een zeldzaam en onontgonnen repertoire waarin de oogverblindende virtuositeit van Anna Schivazappa, specialiste in historische mandolines, dialogen voert met de verleidelijke en charismatische stem van Marc Mauillon. Op het programma staan anonieme werken, o.a. “Le Fürstenberg”, en werk van Giovanni Battista Gervasio (1725-1827), Antoine Forqueray (1671-1745) en André Modeste Grétry (1741-1813).
Als instrument uit Italië, exotisch en suggestief voor mediterrane sferen, was de mandoline tot het einde van de eeuw van de Verlichting erg in de mode in Frankrijk, een feit dat ook door veel iconografische en muzikale bronnen wordt bevestigd. Ludwig van Beethoven bv. was goed bevriend met de Tsjechische virtuoos op de mandoline, Wenzel (Václav) Krumpholz (1750-1817). Rond 1800 was Wenen, naast Parijs, nl. één van de Europese centra voor gitaarspel. Het instrument was zeer geschikt voor het idioom van het Weense classicisme en werd gepromoot door figuren als de virtuoos Mauro Giuliani en de componist en uitgever Anton Diabelli. Beethoven bleek echter niet te vallen voor de charmes van de gitaar. In plaats daarvan componeerde hij voor de mandoline.
Aanvankelijk was de 17de-eeuwse, dubbel besnaarde en in kwarten gestemde mandolino, het meest verspreid en pas na 1700 namen twee met metaal besnaarde mandoline types, de Romeinse en de Napolitaanse, hun plaats in naast hun voorloper, de mandolino. Deze twee nieuwe types waren gestemd zoals de viool, sol re la mi, en werden, in tegenstelling tot de met de vingers bespeelde mandolino, met de schacht van een vogelveer getokkeld. Bresciaanse mandolines, ook bekend als Cremonese, hebben vier darmsnaren in plaats van zes en een vaste brug en is net als de Napolitaanse mandoline, gestemd in kwinten.
Pizzicar Galante, een ensemble dat vandaag de dag geldt als maatstaf voor de interpretatie van de galante literatuur voor mandoline en continuo, wordt geprezen om de “finesse, creativiteit en spirit” (Olivier Fourés, Diapason) en “communicatieve energie” van zijn uitvoeringen (Sébastien Llinares, France Musique). Voor de tweede opname met Arcana biedt het een compilatie van de beste muziek die gespeeld wordt tijdens de ware ‘gouden eeuw’ waar de mandoline in Parijs van de jaren 1760 tot aan de Revolutie van genoot.
Anna Schivazappa, afkomstig uit Padua in Italië, begon op dertienjarige leeftijd met een muziekopleiding aan het nationale muziekconservatorium in haar geboorteplaats, inclusief een mandolinecursus bij Ugo Orlandi, totdat ze in 2006 haar diploma met succes afrondde en volgde masterclasses bij de Italiaanse Stichting voor Oude Muziek in Urbino. Vervolgens ging ze naar Parijs om haar studie voort te zetten aan de Universiteit van Paris-Sorbonne, waar ze in 2015 cum laude een masterdiploma behaalde in de interpretatie van barokmuziek op sonates voor mandoline en basso continuo in de 18e eeuw.
Als specialiste in oude mandolines richtte ze in 2012 het ensemble Pizzicar Galante op met klavecinist Fabio Antonio Falcone, om de verspreiding van het repertoire van deze instrumenten te verbeteren. Ze treedt regelmatig op op festivals in binnen- en buitenland. Ze bespeelt een Napolitaanse mandoline gesigneerd “Antonius Vinaccia” uit 1768.Sinds 2016 is ze doctoraalstudente aan het Instituut voor Onderzoek in Musicologie (IReMus) en geeft masterclasses, maar ook conferenties en seminars, met name aan de Philharmonie de Paris, de Nieuwe Universiteit van Lissabon, de Academie voor Muziek en Theater van Litouwen en het Giuseppe Verdi Conservatorium van Milaan. In juni 2018, kende de Académie Arts-Sciences-Lettres de Paris haar een medaille toe voor haar bijdrage aan de herontdekking en verspreiding van het barokmandolinerepertoire.
De tenor, Marc Maullion, geboren in Montbéliard, werd genomineerd in de categorie “Révélation Artiste Lyrique” van de Victoires de la musique classique 2010. Sindsdien reist hij met plezier door het spectrum van stijlen en tijdperken. Hoewel hij vooral erkend wordt in het barokrepertoire, is hij ook in andere repertoires aanwezig, bij Mozart was hij Papageno (Die Zauberflöte) en Guglielmo (Così fan tutte), in de hedendaagse opera is hij te horen in Péter Eötvös’s Le Balcon en Pascal Dusapins Roméo et Juliette in de Opéra-Comique. Naast de andere rollen die hij op het podium speelde, belichaamde hij de echtgenoot in Francis Poulencs Les mamelles de Tirésias, Debussy’s Pelléas et Mélisande op het Festival de la Meije, en zijn rol in de première in Besançon van Offenbachs La Valse perdue.
Tijdens concerten toont Mauillon hetzelfde eclecticisme, met een bijzondere tederheid voor oude muziek. Hij werkt regelmatig samen met Jordi Savall, de ensembles Alla Francesca en Doulce Mémoire. Onlangs herleefde hij de rol van Guglielmo in Così fan tutte en Monteverdi’s Il Combattimento di Tancredi e Clorinda in opnames en concerten met Le Poème Harmonique. Met Les Arts Florissants trad hij ook op in de salle Pleyel, het Arsenal de Metz, de kapel van Versailles en het Barbican Centre in Londen voor een programma van Grands Motets français. Hij toerde door Europa en Noord-Amerika onder leiding van Jordi Savall.
Tracklist:
Giovanni Battista Gervasio: Sonaten für Mandoline & Bc C-Dur & D-Dur
Anonymus: Sonata Prima C-Dur; Sonata VI g-moll; Sonata IV G-Dur; La Fürstenberg
Antoine Forqueray: La Mandoline
Andre-Ernest-Modeste Grétry: Sérénade “Tandis que tout sommeille” aus “L’Amant jaloux”
Un Air d’Italie. The Mandolin in Paris in the 18th Century Anna Schivazappa Pizzicar Galante Marc Mauillon cd Arcana A552