Na een vruchtbare eerste samenwerking voor de opname van Mozarts pianoconcerti nrs. 22 en 24, keren Charles Richard-Hamelin, Les Violons du Roy en Jonathan Cohen dit keer terug met Mozarts pianoconcerti nrs. 20 en 23 en zijn Adagio en fuga voor strijkers K 546 uit 1783-1788. De uitvoering door de solist en het orkest vullen elkaar wonderbaarlijk aan in deze twee meesterwerken waarvan de contrasten prachtig op elkaar reageren. Bovendien werden de cadensen van de eerste en derde beweging van het Concerto nr. 20, geschreven door Charles Richard-Hamelin zelf.
In januari 1783 adverteerde Mozart in Wenen de publicatie van drie nieuwe, onlangs voltooide pianoconcerti (K413-415), die, zo stelde hij, zelfs enkel met kwartetbegeleiding konden worden gespeeld, waardoor een breder publiek kon worden bereikt. Op dezelfde manier vertelde hij zijn vader in een brief “dat de concerti heel briljant en aangenaam waren voor het oor. Hier en daar zullen alleen kenners tevreden zijn op zodanige wijze”, schreef hij, “dat ook de niet kenners tevreden zullen zijn, zonder te weten waarom”.
Mozarts Pianoconcerto nr. 20 in re klein, K. 466, werd gecomponeerd in 1785. De eerste uitvoering vond plaats in februari 1785, in het Mehlgrube Casino in Wenen, met de componist als solist. Een paar dagen na die eerste uitvoering schreef de vader van de componist, Leopold, die op bezoek was in Wenen, aan zijn dochter Nannerl over het recent succes van haar broer: “Ik hoorde een uitstekend nieuw pianoconcerto van Wolfgang, waaraan de kopiist nog steeds aan het werk was toen we hier aankwamen, en je broer had niet eens tijd om het rondo te spelen omdat hij toezicht moest houden op de kopieeroperatie”.
De jonge Ludwig van Beethoven bewonderde dit concerto en bewaarde het op zijn repertoire. Componisten die er cadensen voor schreven waren onder meer Beethoven (WoO 58), Charles-Valentin Alkan, Johannes Brahms (WoO 14), Johann Nepomuk Hummel, Ferruccio Busoni en Clara Schumann. Een van Mozarts favoriete piano’s die hij bespeelde toen hij in Wenen woonde, had een pedaal dat met de voeten werd bediend, zoals dat van een orgel. Deze piano die Mozart bezat, wordt tentoongesteld in het Mozarthuis in Salzburg, maar heeft momenteel geen pedaal. Het feit dat Mozart een piano met een pedaal had, wordt vermeld in een brief van zijn vader, Leopold, die zijn zoon bezocht terwijl hij in Wenen woonde. Van de pianowerken van Mozart is er geen expliciet geschreven met een partij voor een pedaal. Volgens Leopolds rapport gebruikte Mozart, die solist en dirigent was, bij de eerste uitvoering van Pianoconcert nr. 20 in D Minor (K. 466) echter zijn eigen piano, uitgerust met een pedaal. Vermoedelijk werd het pedaalbord gebruikt om het linkerhandgedeelte te versterken, of om lagere noten toe te voegen dan het standaardtoetsenbord kon spelen.
De Weense concerti, vanaf nr. 11, alle gecomponeerd na 1781, waren, met uitzondering van KV 449 en KV 453, gecomponeerd voor Barbara Ployer, bedoeld voor uitvoering door Mozart zelf tijdens de abonnementsconcerten die hij zelf organiseerde. Volgens Mozarts eigen catalogus was zijn pianoconcerto nr. 23 in A, K. 488 voltooid op 2 maart 1786, twee maanden vóór de première van zijn opera, Le nozze di Figaro, en ongeveer drie weken vóór de voltooiing van zijn volgend pianoconcert. Het was een van de drie abonnementsconcerten die dat voorjaar werden gegeven en werd waarschijnlijk door Mozart zelf gespeeld tijdens een van die concerten. Het concerto werd gecomponeerd voor een bezetting van één fluit, twee klarinetten, twee fagotten, twee hoorns en strijkers. Dit hemels Concerto KV 488 belichaamde het speciaal vermogen van Mozart om de enorme en vaak angstaanjagende tegenstellingen van de menselijke ervaring over te brengen in een omhullende, op de een of andere manier optimistische, omhelzing. Critici en uitvoerders hebben de prachtige melodieën, kleurrijke orkestraties, virtuositeit en expressie bewonderd in de pianoconcerti van Mozart sinds hij op zijn eerste uitvoeringen veel van de solopartijen improviseerde. Ze bevatten enkele van Mozarts meest innovatieve formele experimenten en ingewikkelde motivische ontwikkelingen.
Charles Richard-Hamelin (1989), geboren in Lanaudière, Quebec, Canada, kreeg zijn eerste pianolessen van zijn beroemde vader, de pianist, Marc-André Hamelin (1961). Hij studeerde aan de McGill University, waar hij in 2011, zijn bachelor behaalde, en voltooide in 2013, zijn master aan de Yale School of Music. In 2014 won hij de tweede prijs op de Montreal International Musical Competition en de derde prijs op de Seoul International Music Competition in Zuid-Korea. Het jaar daarop nam hij deel aan de XVII International Chopin Piano Competition (Warschau , 2015), waar hij de zilveren medaille en de Krystian Zimerman-prijs voor de beste uitvoering van een sonate ontving.
Na die wedstrijd toerde Richard-Hamelin door Canada met voornamelijk werken van Chopin. In 2016, won hij de Choquette-Symcox Award, uitgereikt door JM Canada Foundation en Jeunesses Musicales Canada, vergezeld van een excellentiebeurs, en nam deel aan een Jeunesses Musicales Canada-tournee in Quebec en Ontario. In 2018, brachten Richard-Hamelin en Andrew Wan een album uit, Beethoven, Violin Sonatas Nos. 6, 7 & 8, dat in 2019, genomineerd werd voor een Juno Award als Klassiek album van het jaar. In februari 2019 gaf hij een solo-optreden in de Koerner Hall in Toronto. Dit optreden werd opgenomen door CBC Radio 2.
Jonathan Cohen (1977) is een Engelse cellist en dirigent. Hij is artistiek directeur en oprichter van het Brits ensemble Arcangelo, artistiek directeur van Tetbury Music Festival, artistieke partner van het Saint Paul Chamber Orchestra (Minnesota, VS), muziekdirecteur van Les Violons du Roy (Canada), en Associate Conductor van Les Arts Florissants. Hij is zonder enige twijfel één van de beste musici van Groot-Brittannië die een opmerkelijke carrière als dirigent, cellist en toetsenist heeft opgebouwd. Hij staat bekend om zijn passie en toewijding aan kamermuziek en hij breidt zich uit naar diverse activiteiten zoals barokopera en het klassiek symfonisch repertoire. Naast zijn drukke agenda als gastdirigent geeft hij leiding aan “Arcangelo” waarmee hij in heel Europa regelmatig optreedt op een aantal van de meest prestigieuze festivals en concertzalen.
Jonathan Cohen en Arcangelo hebben een breed scala aan muziek opgenomen, van Porpora en Händel, tot Gluck en Mozart, waaronder albums voor Hyperion Records met solisten als Nicolas Altstaedt (cello), Christiane Karg (sopraan), Iestyn Davies (contratenor) en Christopher Purves. Nadat hij zijn studie aan het Clare College in Cambridge had afgerond, begon Jonathan zijn carrière als cellist. Hij trad op als gast met veel van de belangrijkste orkesten en ensembles in het Verenigd Koninkrijk, zowel met symfonische muziek als met barokmuziek. Vanuit deze ervaring ontwikkelde Jonathan Cohen een unieke crossover-specialiteit op het gebied van uitvoering van oude muziek en interesse in historische instrumenten.
Tracklist:
Wolfgang Amadeus Mozart (1756–1791)
Concerto pour piano no 20 en ré mineur, K. 466
- Allegro
- Romance
- Allegro assai
Concerto pour piano no 23 en la majeur, K. 488
- Allegro
- Adagio
- Allegro assai
Adagio et fugue en do mineur, K. 546
Mozart Concertos pour Piano 20 & 23 Charles Richard-Hamelin (piano), Les Violons du Roy Jonathan Cohen Analekta AN29026