Honderdvijftig jaar lang was het klavecimbel in Versailles, onder de heerschappij van Louis XIII, Louis XIV en Louis XV, onlosmakelijk verbonden met het hof. Vóór Versailles was het Louvre paleis, hét epicentrum van de macht. Het was een echt ceremonieel theater, waar muziek door zijn pracht en praal, indruk maakte. Op het programma staat werk van Louis Marchand (1669-1732), Francois Couperin (1668-1733), Jean Philippe Rameau (1683-1764), Antoine Forqueray (1671-1745), Jacques Duphly (1715-1789), Claude Balbastre (1727-1799) en Armand Louis Couperin (1727-1789).
Tijdens het bewind van Louis XIII schaarde zich rond genres als het air de cour en het ballet, de elite onder de componisten van de “style de cour”, o.a. Moulinié, Guédron en Chancy. De beroemdste onder hen, Boësset, leidde het polyfoon Air de cour, geërfd van de Renaissance, naar een meer intiem, solistisch genre. Tijdens het bewind van Louis XIII (1610-1643) en de bouw van het eerste Versailles (1624), kreeg het bespelen van het klavecimbel de overhand in Frankrijk en werd het onmiddellijk hét instrument in de salons. De passie van de koning voor muziek en ballet bracht hem zelfs ertoe om zelf te componeren.
Tegenwoordig wordt de Franse klavecimbelmuziek vaak geassocieerd met het tijdperk van Louis XIV en in het bijzonder met François Couperin en Jean-Philipp Rameau. De geschiedenis van dit repertoire begon weliswaar al eerder onder Louis XIII, maar bij nadere beschouwing moet worden vastgesteld dat er slechts weinig bronnen uit deze periode zijn. Een zorgvuldig onderzoek van de handgeschreven bronnen van de klavecimbelstukken van de voorouders van François Couperin Le Grand bv., laat zien dat deze composities nergens onbetwistbaar kunnen worden toegeschreven aan een van de drie broers Louis, François of Charles. Deze bronnen vermelden enkel de handtekeningen van ene enigmatische “Monsieur Couperin”.
De pioniers werden omzeggens allemaal gevormd door de klavecinist, Jacques Champion de Chambonnières (1602-1672) (foto), musicien du roi, kleinzoon van de épinettiste van drie Franse koningen, en de bedenker van de “style brisé” (naar het voorbeeld van de luit) aan het klavecimbel. Zodra ze beschikbaar waren schafte de Chambonnières een klavecimbel met twee klavieren aan en experimenteerde hij met een nieuwe continuo-stijl. Voor zijn Allemandes, Courantes, Sarabandes en Gigues, maakte hij dan ook gretig gebruik van de mogelijkheden van het nieuw ontwikkeld 2-manualig instrument. De bekendheid van Jacques Champion de Chambonnières, de vader van de Franse klavecimbelschool, verspreidde zich over heel Europa. Onder zijn leerlingen bevonden zich o.a. de familie Couperin, d’Angelbert en Froberger. Armand-Louis Couperin werd beschouwd als één van de beste musici van zijn tijd. Zijn composities, hoewel weinig bekend vandaag, leveren ons waardevolle bewijzen van de schittering van de Franse klavecimbel school en de vaardigheden van een van de meest virtuoze vertegenwoordigers ervan.
In zijn klavecimbelwerken met de vele versieringen en de typische ‘style brisé’, gaf Louis Couperin bv. niet alleen blijk van groot vakmanschap, hij onderscheidde zich ook, vooral in zijn passacailles en chaconnes, door zijn originele, onverwachte akkoorden, muzikale verrassingen, buitengewone melodielijnen en cadensen, die nog steeds uitzonderlijk en modern klinken. Dé grote meerwaarde van deze uitgave is dat de werken gespeeld worden op 3 verschillende clavecimbels. Marchand en François Couperin (cd 1) worden gespeeld op een klavecimbel van Jean-Henry Hemsch uit 1761, Jean Philippe Rameau en Antoine Forqueray (cd 2) op een klavecimbel van Andreas Ruckers uit 1646, en Jacques Duphly, Claude-Bénigne Balbastre en Armand Louis Couperin (cd 3) op een klavecimbel van Jean-Claude Goujon uit 1749.
Inhoud:
CD 1:
-Louis Marchand Pièces de Clavecin, Livre Premier en ré mineur:
- Prélude
- Allemande
III. Courante
- Sarabande
- Gigue
- Chaconne
-François Couperin Pièces de clavecin, Livre 1, Premier Ordre en sol:
- Allemande L’Auguste
- Courante
III. Sarabande La Majestueuse
- La Milordine, gigue
- Les Silvains
-François Couperin Pièces de clavecin, Livre 1, Troisième Ordre en do (extraits):
- La Ténébreuse Allemande
- La Favorite Chaconne à deux tems
III. La Lutine
CD 2:
-Jean-Philippe Rameau Nouvelles suites de pièces de clavecin:
Allemande
Sarabande
Les Sauvages
L’Enharmonique
L’Egyptienne
-Antoine Forqueray Pièces de viole, mise en Pièces de Clavecin par Mr. Forqueray le Fils (extraits):
Première suite en Ré (extraits)
Allemande La La Borde
La Cottin
La Bellmont
La Portugaise
La Couperin
-Cinquième Suite en Do (extraits)
La Rameau
La Guignon
La Boisson
La Sylva
Jupiter
CD 3:
-Jacques Duphly Pièces de clavecin, Livre 3:
La de Belombre
La Forqueray
Chaconne
Jacques Duphly Pièces de clavecin, Livre 4:
La Pothoüin
La de Drummond
-Claude-Bénigne Balbastre Pièces de clavecin:
La De Caze
La Lugeac
La D’Héricourt
La Castelmore
La Malesherbe
Air gay
-Armand-Louis Couperin Pièces de clavecin, Op.1:
L’Arlequine
L’Affligée
Le clavecin à Paris au XVIIIe Siècle Jos Van Immerseel 3 cd Channel Classics CCS45523