“Miklós Rózsa, Overture to a Symphony Concert, Hungarian Serenade, Tripartita” door de  Deutsche Staatsphilharmonie Rheinland-Pfalz o.l.v. Gregor Bühl, op het label Capriccio. Een ontdekking!

Miklós Rózsa (1907-1995) werd zeventien keer genomineerd voor een Oscar voor zijn filmmuziek en ontving de Award wel drie keer. Maar, filmmuziek componeerde hij eigenlijk alleen maar omdat hij in financiële problemen zat. Wanneer hij maar kon, nam hij maanden vrij om ‘ernstige muziek’ te componeren. De drie hier gepresenteerde symfonische werken, een coproductie van de Duitse Staatsphilharmonie Rijnland-Palts, Deutschlandfunk Kultur, Südwestrundfunk en Capriccio, vormen samen een prachtige kennismaking met de ‘andere zijde’ van Miklós Rózsa.

De Hongaarse componist Miklós Rózsa werd terecht gevierd en geëerd voor zijn indrukwekkende filmmuziek. Maar wat weinigen wisten was dat Miklós Rózsa aanvankelijk filmmuziek, puur uit financiële nood componeerde. Eigenlijk wijdde hij zich veel liever aan wat hij ‘ernsthaften’ composities noemde. Zelfs op het hoogtepunt van zijn filmmuziekcarrière was het nog steeds zo belangrijk voor hem dat hij als voorwaarde voor zijn MGM-contract, een aantal maanden vakantie per jaar vroeg om ‘serieus’ te kunnen componeren. Op dit album concentreren de Hannoveraanse dirigent Gregor Bühl en de Duitse Staatsfilharmonie Rijnland-Palts zich op drie van zijn heel bijzondere symfonische werken.

In de zomer 1940, emigreerde hij naar de Verenigde Staten en ging in Hollywood wonen. De filmmuziek voor “The Jungle Book” (1942), was één van zijn eerste compositie in de nieuwe wereld. In 1943, dirigeerde hij zijn eerste concert met het bekend Hollywood Bowl Orchestra en vanaf 1945, doceerde hij aan de University of Southern California in Los Angeles. Een van zijn leerlingen daar was Jerry Goldsmith (1929-2004).

Vanaf zijn veertiende studeerde Goldsmith nl. compositie, muziektheorie en contrapunt aan de universiteit van Zuid-Californië. Hij maakte daar kennis met Miklós Rózsa, die hem inspireerde om filmmuziek te gaan componeren. Rózsa had een grote invloed had op zijn werk en Goldsmith werd vooral bekend als componist van de muziek bij de televisieserie Star Trek en ook van de muziek bij de gelijknamige Star Trek films. Hij componeerde ook de muziek voor Basic Instinct, Papillon en Planet of the Apes, en in 1976, kreeg hij een Oscar voor de muziek van “The Omen”.

Voor de filmmuziek van “Spellbound” (1945) en “A Double Life” (1947) werd  Miklós Rózsa in korte tijd twee keer met een Academy Award onderscheiden. Hij was van 1949 tot 1962, dé componist bij MGM (Metro Goldwyn Mayer Studios). Zijn bekendste compositie in dit genre was de muziek voor de film “Ben-Hur” uit 1959. Voor deze filmmuziek kreeg hij zijn derde Oscar (Academy Award) en in 1962, werd hij voor zijn muziek voor “El Cid”, met Charlton Heston en Sophia Loren, 2 keer genomineerd. Het immens succes van zijn filmmuziek overschaduwde echter zijn andere werken. “Het is tijd om het concertmuziekwerk van Miklós Rózsa te bevrijden uit de schaduw van zijn Hollywood-succes”, zegt dirigent, Gregor Bühl.

De “Ouverture tot een symfonieconcert”, op. 26a (revisie uit 1963 van het oorspronkelijk werk uit 1955) is het briljant begin van deze opname met meteen grote, sonore gebaren. Uit de fanfares blijkt meteen de verbondenheid van de componist met filmmuziek. Ritme en tonaliteit geven een idee van de wortels in de volksmuziek, maar zijn conservatoriumopleiding in Leipzig gaf de ouverture uiteindelijk een solide compositorische basis.

Na zijn studie in Leipzig ging Miklós Rózsa eerst naar Parijs en daarna naar Londen. Voor de filmmaatschappij Pathé Nathan, componeerde Rózsa filmmuziek en talrijke fanfares onder het pseudoniem, Nic Tomay. Enkele van zijn ‘serieuze’ werken werden er weliswaar uitgevoerd door vooraanstaande musici uit die tijd, wat hem respect opleverde. In Parijs maakte hij bv. o.a. kennis met Arthur Honegger, Charles–Marie Widor en Pierre Monteux. Het voortdurend gebrek aan geld dwong hem echter keer op keer terug te keren naar de filmmuziek. Dit leidde vanaf 1937, tot een dubbelleven tussen ‘sublieme concertkunst’ en ‘lucratieve composities in opdracht’ voor de filmindustrie, die hij bespreekt in zijn aangrijpende autobiografie ‘Double Life, The Autobiography of Miklós Rózsa, Composer in the Golden Years of Hollywood ’.

Het tweede werk op het programma, Hongaarse Serenade, op. 25 uit 1945,  is een open liefdesverklaring aan de muziek van zijn thuisland. Het werd in de jaren dertig geschreven, aanvankelijk voor strijkers als Op. 10. Miklós Rózsa begon al vroeg met het transcriberen van de Hongaarse volksmuziek van zijn thuisland en deze te gebruiken voor zijn eigen composities. Op aanbeveling van zijn oudere collega, Ernö von Dohnányi, arrangeerde hij het stuk en componeerde aan het einde een snelle “Danza” in plaats van de inleidende mars te herhalen. Een verdere herziening met betrekking tot de orkestratie vond plaats naar aanleiding van de ontmoeting met Richard Strauss, die Miklós Rózsa omschreef als “als een ontmoeting met Beethoven”. Pas twintig jaar later ontstond de definitieve versie voor klein orkest, met onder meer twee hoorns in plaats van één, en met twee toegevoegde, georkestreerde delen uit zijn “Bagatelles”, opus 12, uit 1933, voor piano solo.

Tripartita, op. 33 ontstond in 1972, na een verzoek van Breitkopf & Härtel, zijn uitgever, die een substantieel orkestwerk wilde. Volgens Gregor Bühl is dat precies wat het is geworden: “Een sterk symfonisch stuk, dat zeer complex is in zijn behandeling van ritme en harmonische processen”. Vooral de uitgekiende orkestratie getuigt van een grote compositorische kennis. Toen Miklós Rózsa de Tripartita componeerde, was hij trouwens al ruim zestig jaar oud. Zijn decennialange compositorische ervaring is daarom duidelijk te horen in dit belangrijk werk. Meer informatie over Miklós Rózsa leest u in het bijbehorend cd-boekje, geschreven door Jens F. Laurson. Er zijn ook informatieve teksten over Gregor Bühl en de Duitse Staatsfilharmonie van Rijnland-Palts.

Gregor Bühl werd geboren in 1964 en begon zijn dirigeerstudie aan de Musikhochschule in Düsseldorf bij Wolfgang Trommer en nam deel aan masterclasses bij Ferdinand Leitner, Gary Bertini en Gerd Albrecht. In 1995, ontving hij de tweede prijs op de Nikolai Malko dirigentenwedstrijd in Kopenhagen en in 1993, de Cultuurprijs van de Berenberg Bank in Hamburg. Hij heeft beurzen ontvangen van de Deutsche Stiftung Musikleben en van de Deutscher Akademischer Austauschdienst (DAAD). Zijn eerste dirigeeropdracht was als assistent van Gerd Albrecht bij de Staatsopera van Hamburg, voor hij in 1995, als chef-dirigent naar het Staatstheater Hannover verhuisde. Gedurende de zes jaar dat hij aan dit huis verbonden was, dirigeerde hij een breed repertoire met niet enkel de grote Duitse en Italiaanse opera’s, maar ook belangrijke hedendaagse werken.

Miklós Rózsa Overture to a Symphony Concert, Hungarian Serenade, Tripartita Deutsche Staatsphilharmonie Rheinland-Pfalz Gregor Bühl cd Capriccio C5514

https://www.stretto.be/2021/04/23/ontdek-de-muziek-van-walter-braunfels-1882-1954-o-l-v-gregor-buhl-4-cds-op-het-label-capriccio/