Marc-Antoine Charpentier componeerde in 1692, het Te Deum, dat hem beroemd zou maken tot in de 21ste eeuw. Dit meesterwerk, gespeeld voor de militaire overwinning van Steinkerque, dat de legers van Louis XIV verheerlijkte, was een krachtig fresco hoogstwaarschijnlijk uitgevoerd in de kerk van Saint-Louis-des-Jésuites. De wereldberoemd geworden prélude met de krijgsritmes van de pauken en trompetten, was de verklanking van de Grand Siècle en de veroveringen van Louis XIV.
Marc-Antoine Charpentier (ca.1643-1704) was een leerling van Giacomo Carissimi in Rome. Na zijn terugkeer in Parijs werd hij privé-componist van Marie de Guise (tot haar overlijden in 1688). Later componeerde hij voor de Comédie Française, waar hij samenwerkte met Molière. Rond 1688 werd Charpentier maître de musique van het collège Louis-le-Grand en in 1698, maître de chapelle van de Sainte-Chapelle. Hij componeerde 7 opera’s, wel 13 pastorales, musique de scène, comédies-ballets, in de beginjaren ’70 van de 17de eeuw, voor Molière (bij “La Comtesse d’Escarbagnas”, “Le Mariage forcé” en “Le Malade imaginaire”), interludes, musique religieuse (o.a. 11 Missen) en pièces instrumentales. Charpentier was een heel religieus componist. In die mate zelfs dat een groot deel van zijn instrumentaal repertoire uit onderdelen bestond voor de liturgie.
Marc-Antoine Charpentier componeerde 6 Te Deum-toonzettingen, waarvan er slechts vier bewaard zijn gebleven en wel 10 keer het Magnificat (H.72 – 81). Het hier opgenomen Te Deum H. 146, zou hij gecomponeerd hebben n.a.v. de Slag bij Steenkerke, een belangrijke veldslag in de Negenjarige Oorlog, (een oorlog van de Liga van Augsburg tegen Louis XIV van Frankrijk), die plaatsvond op 3 augustus 1692, nabij het dorp Steenkerke in Henegouwen, tussen een Frans leger onder maarschalk de Montmorency-Luxembourg (François Henri de Montmorency-Bouteville) (foto) en een Engels-Nederlands leger onder koning-stadhouder Willem III van Oranje.
Grotendeels vanwege de grote populariteit van de prélude, is het Te Deum in D, H. 146, het bekendste van de 6, waarschijnlijk gecomponeerd tussen 1688 en 1698, als een grand motet voor solisten, koor en instrumentale begeleiding, tijdens Charpentiers verblijf aan de jezuïetenkerk van Saint-Louis in Parijs. Na de herontdekking van het werk in 1953, door de Frans-Belgische priester en musicoloog Carl de Nys (1917-1996) (foto), werd de instrumentale prélude, “Marche en rondeau” (foto), in 1954, gekozen als de herkenbare muziek, voorafgaand aan de Eurovisie-netwerkuitzendingen van de Europese Radio-unie (European Broadcasting Union, EBU). De prélude werd toen gearrangeerd door Guy Lambert en Louis Martini.
Henry Desmarest (1661-1741) was één van de meest getalenteerde componisten van de latere regeringsperiode van Louis XIV en de beginperiode van Louis XV. Als opvolger van Charpentier als maître de chapelle aan het Collège des Jésuites in Parijs, genoot hij de gunst van de koning zowel door zijn religieuze muziek als door zijn opera’s. Toen in 1701 de kleinzoon van Louis XIV de Spaanse troon besteeg als Filips V (foto), benoemde hij Desmarest om de stijl van Versailles aan zijn hof te introduceren en om Franse musici te rekruteren. Zijn opvolger bij de jezuïeten, Jean-Baptiste Matho, wist Desmarest nl. een aanbevelingsbrief te bezorgen van Louis van Frankrijk, de hertog van Bourgondië en kleinzoon van Louis XIV, voor diens broer, Filips V, koning van Spanje. Van 1701-1706 verbleef Desmarest bijgevolg in Madrid aan het hof van Filips V, in de functie van maestro de musica de la Camara.
Philip V had een uitgesproken voorliefde voor Italiaanse muziek en besloot zijn Franse muziek te ontbinden, wiens musici vervolgens een baan moesten zoeken bij de verschillende orkesten van de muziekkapel en het hof. In 1707, ging Desmarest naar Lotharingen en maakte Lunéville, de hoofdstad van het hertogdom, tot een muzikaal centrum. Ter ere van de Lotharingse vorst liet Desmarest zijn al in 1697 gecomponeerde opera “Vénus et Adonis” opvoeren in het hoftheater van Lunéville. Hij herstructureerde het orkest en breidde het uit van 12 tot rond de 60 musici. Leopold liet in Nancy een nieuw theater bouwen (foto) geschikt voor operavoorstellingen. Met Desmarests “Le temple d’Astrée” werd het theater in 1709 ingewijd. In Nancy schreef Desmarest ook zijn motets Lorrains. Het was in Lunéville in Lotharingen (Lorraine) dat hij de rest van zijn dagen zou doorbrengen. Daar bracht hij zijn prachtige mis in première voor twee koren en twee orkesten (1707), waarschijnlijk gecomponeerd in Spanje, geïnspireerd door lokale componisten als Antonio de Literes, Sebastian Duron en Diego Xaraba, en Valls’ Missa Scala Aretina. De vocale solisten zijn Jehanne Amzal en Eugenie Lefebvre, sopraan, Clément Debieuvre en Francois-Olivier Jean, haute-contre, Francois Joron, taille, Jean-Christophe Lanièce, basse-taille en David Witczak, bas-taille.
In 2010 opgericht door Juliette Guignard, viola da gamba, en Louis-Noël Bestion de Camboulas (foto), orgel, klavecimbel en directie, brengt het ensemble “Les Surprises”, via gevarieerde en originele programma’s, zijn passie voor muziek uit de 17de – en 18de eeuw over. In 2014 ontving het ensemble de prijs “Musical Revelation”, uitgereikt door de Beroepsvereniging van Muziek- en Danstheatercritici, een prijs die voor het eerst in vijftig jaar werd uitgereikt aan een barokmuziekensemble. Hun vijf cd’s, opgenomen voor het label Ambronay Éditions, hebben alle veel lof ontvangen van de nationale en internationale pers. De laatste release was de pastorale héroïque, “Issé”, een ongepubliceerde opera van Destouches, opgenomen in de Opéra Royal de Versailles. Daarnaast werkt het ensemble samen met het Alpha-label, “Bach Inspiration” met de fluitiste Juliette Hurel, en een cd rond Lully en zijn leerlingen, met de sopraan, Véronique Gens.
Sinds zijn oprichting heeft het ensemble opgetreden op vele locaties en festivals, in Koninklijke Opera van Versailles, Opera van Massy, Auditorium van Radio France, Opera van Montpellier, Ambronay-festival, Sinfonia-festival in Périgord, festival van Saintes, Rencontres Musicales de Vézelay, Sanssouci festival (Potsdam – Duitsland), Bozar-seizoen (Brussel – België), Saint John’s Smith Square (Londen – VK), Salle Bourgie (Montreal), Beirut Chants Festival (Beiroet – Libanon), Singapore … Vanaf 2020 begon het ensemble Les Surprises een tripartiete residentie met het Sinfonia en Périgord-festival en het Baroque Music Centre van Versailles, als onderdeel van het cross-residency-systeem dat over het hele Frans grondgebied is opgezet door het Centre de musique baroque de Versailles.
Te Deum Charpentier Desmarest Jehanne Amzal, Eugenie Lefebvre, Clement Debieuvre, Francois-Olivier Jean, Francois Joron, Jean-Christophe Laniece, David Witczak, Ensemble Les Surprises, Louis-Noel Bestion de Camboulas cd ALPHA1018