Drie orkesten, drie dirigenten, twee ensembles en een sopraan tekenden voor de live opname van indrukwekkende, eigentijdse muziek. Op de cd staan drie indrukwekkende, symfonische composities van één van de belangrijkste, hedendaagse Europese vertegenwoordigers van deze muzikale vorm, de Nederlandse componist Robin de Raaff, wiens orkestwerken en opera’s gestaag de aandacht trekken van de muziekwereld. Twee van deze werken zijn concertante werken, waarin een saxofoonkwartet en een sopraan een dialoog aangaan met het orkest.
Robin de Raaff heeft reeds vier symfonieën op zijn naam staan. Hij werd geboren in Breda en groeide op in een muzikaal gezin waar klassieke en populaire muziek deel uitmaakten van het dagelijks leven. Als kind kreeg hij wekelijks pianolessen van zijn vader. De Raaff ontdekte zijn eigen muzikale wereld door de basgitaar, die hij zichzelf leerde spelen. Als tiener stapte hij onder de explosieve invloed van de fretloze basgitaarlegende Jaco Pastorius, over op de fretloze basgitaar, waarmee hij zichzelf introduceerde in een nieuwe wereld van complexe instrumentale muziek, en uiteindelijk in de wereld van de Jazz.
Als jonge tiener, was het componeren van muziek zijn belangrijkste muzikale uitdrukking. Beginnend met popliedjes, met almaar grotere instrumentale passages, kreeg zijn muziek al snel grotere symfonische proporties die hem onvermijdelijk naar de grote klassieke componisten leidden. Geïnspireerd door deze nieuw ontdekte muziek, ontwikkelde De Raaff een muziekstijl voor een uitgebreid symfonieorkest. Na zijn inschrijving als compositiestudent aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam, kwam de basgitaar op de achtergrond, maar zijn zeer brede muzikale interesse zou zijn kijk op de stijl van de hedendaagse, klassieke muziek enorm beïnvloeden. De Raaff studeerde eerst compositie bij Geert van Keulen en later bij Theo Loevendie, bij wie hij in 1997 cum laude afstudeerde. In 1999 had De Raaff het speciaal voorrecht George Benjamins enige compositiestudent aan het Royal College of Music in Londen, te zijn, waar hij ook studeerde bij Julian Anderson. De Raaff is momenteel de coördinator van de compositieafdeling van het Rotterdams Conservatorium (Codarts), waar hij sinds 2001 hoogleraar compositie en orkestratie is.
(foto’s: Marco Borggreve)
Zijn Tweede en Vierde Symfonie zijn het resultaat van een herinterpretatie van werken voor een solist of een groep solisten met begeleiding. Zij zijn een herziening van het materiaal, herinnerend aan de manier waarop Pierre Boulez zijn “Incises” voor piano in 1996/1998 liet uitgroeien tot “Sur incises” voor ensemble, en de manier waarop Luciano Berio enkele van zijn 14 “Sequenzas” voor solo partijen, herschreef tot 5 “Chemins”, schrijft Paul Janssen in het bijbehorend boekje.
De eerste symfonie, “Tanglewood Tales” for large orchestra, werd net als de derde, meteen vanaf het begin opgevat als een orkestwerk. Het begon in 2007 met “Entangled Tales”, een opdracht van het symfonieorkest van Boston, een werk waarmee De Raaff zijn banden met het “Tanglewood Music Centre” onderstreepte, waar hij in 2000 werkte als “Senior Composition Fellow”, en waar hij regelmatig terugkeert.
“Entangled Tales” was een persoonlijke indruk vanaf het moment dat de poorten naar de site van het jaarlijks festival worden geopend, naar de bezoekers, die vol verwachting, de heuvels bestormen. Vier jaar later componeerde hij “Untangled Tales”, een impressie van het desolaat festivalterrein met musici die hier en daar oefenen in hutten. Deze flarden van muziek die uit de orkestrale achtergrond komen, spelen een belangrijke rol in “Entangled Tales”. De Raaff combineerde de twee delen, voegde een coda toe, en doopte het werk tot zijn Eerste symfonie. “Beide delen (“Movements”) hebben elkaar nodig, ze brengen elkaar in balans”, aldus De Raaff over de logica van zijn fantastische Eerste symfonie. Want, zelfs als De Raaff eerdere werken samenbrengt of ‘aanpast’, zoals hij deed in zijn Vierde symfonie en ander werk, moeten ze een begrijpelijke logica vertonen, ze moeten een verhaal blijven vertellen.
In zijn Tweede symfonie, die in 2010 begon als een Concerto voor saxofoonkwartet en orkest, en waarvan hij uiteindelijk alleen de introductie aanpaste, is het verhaal bijna een opera op zich. Sinds zijn opera “Raaff” (2004) heeft De Raaff intuïtiever gecomponeerd en behandelt hij de solo-instrumenten als personages, zoals in zijn Tweede symfonie. In de ondertitel ‘”Twee werelden die botsen” (“Two worlds colliding”), presenteert De Raaff het thema. De botsende werelden worden niet alleen gehoord als de confrontatie tussen het kwartet en het orkest, maar ook als contact tussen het individu en de groep, de menigte. De solosaxofoons duiken op als een schaduw van de orkestinstrumenten en vormen dan, zichzelf bevrijdend, een coöperatief blok dat als het ware fungeert als één enorme supersaxofoon, anders zouden ze overstemd worden en een onderdeel worden van de orkestrale massa. De kracht van de samenwerkende individuen lijkt klaar om te overwinnen, maar schijn bedriegt. Uiteindelijk botsen de twee werelden met elkaar en worden ze één geheel, alsof een kosmisch spectrum de geboorte schonk aan die eenheid.
Dit is in essentie ook het thema van zijn Vierde Symfonie, “Melodies unheared”, a symphony of songs, bestaande uit 7 liederen voor sopraan of mezzo en orkest, die voortkwamen uit zijn “Emily Dickinson Songs” voor mezzosopraan en piano uit 2006. Als hermetische en associatieve verzen, hebben de zes gedichten van Dickinson (foto) altijd het dagelijks leven, sociale omstandigheden en innerlijke observaties als onderwerp. Ze wisselen af tussen vormen van zelfgekozen eenzaamheid zoals in “The Soul selects her own Society”, of vreugde over de harmonie der sferen’ rondom iedereen die er voor openstaat, zoals in het meest recent voor de “International Vocal Competition” gecomponeerd, “Musicians Wrestle Everywhere”
De uitvoerders zijn de dirigenten Antonello Manacorda, Arie van Beek en Emilio Pomàrico, het Doelen Ensemble, de Radio Kamer Filharmonie, het Orchestre de Picardie en Het Gelders Orkest, het Raschèr Saxophone Quartet en de sopraan Sophia Burgos (in de 4de symfonie). Deze opname toont aan dat De Raaf van de beste orkestmuziek componeert die u zich vandaag kan voorstellen. Oerdegelijk, overtuigend, fantasierijk en krachtig neo-expressionistisch. Indrukwekkend! Bravo, Robin! Warm, warm aanbevolen.
Robin de Raaff Melodies Unheard Antonello Manacorda Arie van Beek Emilio Pomàrico Doelen Ensemble, Radio Kamer Filharmonie, Orchestre de Picardie, Het Gelders Orkest Raschèr Saxophone Quartet Sophia Burgos (soprano) cd Challenge Classics CC 72762