“De schilders van Volendam”, André Groeneveld (red.), een prachtboek, uitgegeven door Wbooks.

Wanneer we aan Volendam denken, denken we aan muziek en aan toerisme. De klederdracht van Volendam staat inmiddels symbool voor Nederland. Dat alles is te danken aan de kunstenaars – want Volendam was tot de Tweede Wereldoorlog een kunstenaarsdorp van formaat. Sinds de ‘ontdekking’ van Volendam in 1873 door Henry Havard (1838– 1921) kwamen er kunstenaars van over de hele wereld naar het vissersdorp. Volendam zag er exotisch uit met zijn groene huisjes aan de dijk, een haven vol vissersschuiten met roodbruine zeilen, hurkende mannen met bontmutsen en meisjes met witte kanten mutsjes op hun hoofd. Wel 1.800 kunstenaars uit de hele wereld bezochten het dorp. Volendam werd het grootste kunstenaarsdorp van Europa.

Bergen, Domburg, Katwijk, Laren, Oosterbeek/Renkum (Haagse School), Ruigoord en Plasmolen waren en bleven bekende plaatsen voor de Nederlandse schilderkunst. Volendam in de provincie Noord-Holland, echter niet. Nochtans trokken de klederdracht en de vissersboten in Volendam in de late 19de – en vroege 20ste eeuw, tal van kunstenaars aan die gefascineerd waren door het authentiek en pittoresk leven van de Volendammers. Het vissersdorp Volendam, met zijn kleurrijke klederdracht, gehurkt zittende mannen, de schattige, groen geverfde huisjes, groeide aan het begin van de 20ste eeuw uit tot één van de grootste kunstenaarsdorpen van Europa.

Dit was vooral te danken aan de vooruitziende blik en marketingkwaliteiten van Leendert en zijn vrouw, Aaltje Spaander, de eigenaren van Hotel Spaander. Vanaf 1881 hadden zij er een herberg die ze uitbouwden tot een hotel. Dit hotel werd het artistiek middelpunt van het kunstenaarsdorp waar binnen- en buitenlandse kunstenaars, ook Amerikanen op zoek naar hun Hollandse roots, graag verbleven.

Ter gelegenheid van het internationaal Euro-Art weekend in Volendam en vanwege het 140-jarig bestaan van Hotel Spaander (in 2021), verscheen het boek, ‘De schilders van Volendam’, een boek over de vele, vele kunstschilders die Volendam bezochten in de periode van ongeveer 1880 tot nu. Die kunstschilders kwamen van over de hele wereld en logeerden dan voor kortere of langere tijd in Hotel Spaander en ook in het voormalig Pension Veldhuizen aan de Edammerweg. In de gastenboeken zijn inmiddels meer dan 1800 namen gevonden van kunstenaars, zo’n 1200 in de boeken van Hotel Spaander en al enkele tientallen in die van Pension Veldhuizen. Zij moeten samen duizenden kunstwerken van Volendam hebben gemaakt, welke in de loop der jaren overal verspreid zijn geraakt. Gelukkig is een groot aantal in Hotel Spaander gebleven en hebben intussen ook particulieren ervoor gezorgd, dat schilderijen teruggekomen zijn naar Volendam.

In het Tandheelkundig Centrum aan de Sportlaan bijvoorbeeld zijn prachtige werken te bewonderen. Een groot aantal van de in het Centrum geëxposeerde schilderijen is opgenomen in het nieuwe boek met daarbij informatie over het werk zelf en over de kunstenaar. Ook staan er artikelen in over kunstenaars en hun werk, die eerder zijn gepubliceerd in het ‘Bedakkertje’, het driemaandelijks tijdschrift van de Zorgcirkel. Het boek is samengesteld door André Groeneveld, conservator van het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen, in nauwe samenwerking met leden van de Stichting “Artist Kom Binne”.

Op de omslag van het boek staat een afbeelding van een schilderij van de kunstschilder Augustin Hanicotte, in Volendam een bekend klinkende naam, door de straat die naar hem genoemd is. Hanicotte was van huis uit een Franse impressionistische schilder en kwam oorspronkelijk uit de historische stad Béthune in het Noordwesten van Frankrijk. Omstreeks 1899 bezocht hij Volendam en logeerde in Hotel Spaander. Hij werd verliefd op Trinette, één van de 7 dochters van Leendert Spaander en diens vrouw Aaltje Kout. Hanicotte en Trinette trouwden op 4 augustus 1914, in Parijs. Na de huwelijksvoltrekking keerden zij weer terug naar Volendam. Ze woonden er een tijdje, maar Hanicotte werd ziek en na onderzoek bleek dat hij zwakke longen had. Zijn arts adviseerde hem te verhuizen naar een Zuid-Europees land, waar de lucht warmer en droger was.

In 1873 reisde Henry Harvard met een zeilboot langs de dorpjes aan de toenmalige Zuiderzee. Hij schreef hierna een boek over zijn ervaringen langs de zoals hij ze noemde dode dorpjes aan de Zuiderzee. Hierbij werd ook Volendam genoemd en beschreven als een van de schilderachtigste plaatsen met zijn pittoreske huisjes en klederdrachten. Naar aanleiding hiervan kwamen duizenden schilders uit de hele wereld naar Volendam, zoals Pierre August Renoir, Emile Bernard, Paul Signac, Henri Cassiers.

Leendert Spaander (1855-1955) nodigde via de kunstacademies, diverse kunstenaars uit de hele wereld uit om naar Volendam te komen. Hij zorgde voor atelierruimte achter het hotel waar zij konden schilderen. Meerdere van hen, waaronder een groot aantal Amerikaanse schilders, gaven gevolg aan zijn uitnodiging. Als dank schonken zij Spaander door hen vervaardigde schilderijen. Het waren o.a. Frits Thaulow, Adri Bleijs, Paul Rink, Augustin Hanicotte, Willem Gdanietz, George Hering, Willy Sluiter, A.P. Schotel, Willem v.d. Berg, Piet v.d. Hem, Otto Herschel, Bernard Leemker, Maurice Sijs en Wilm Wouters. Sommigen onder hen kwamen niet alleen voor het landschap en het hotel, maar ook voor de zeven dochters van Leendert Spaander. Drie van de dochters trouwden met een kunstenaar. De Duitser Georg Hering trouwde met Pauline, de Fransman Augustin Hanicotte trouwde met Trinette en de Nederlander Wilm Wouters, trouwde met de jongste dochter, Conny.

Door de duizenden schilderijen die overal in de wereld werden verkocht maar met name door rijke Amerikanen zoals, Hearst, Vanderbilt en Rockefeller, dacht de rest van de wereld dat heel Nederland in de Volendammer klederdracht liep. Hierdoor is deze dracht de nationale klederdracht geworden. In navolging van alle kunstenaars kwamen de toeristen naar Volendam om het met hun eigen ogen te zien. Beroemdheden zoals William Hearst, Lord Baden-Powell, Anna Pavlova, Elanor Roosevelt,Walt Disney, keizer Willem II maar ook o.a. de Koninginnen Emma, Wilhelmina en Beatrix.

Middelpunt van het kunstenaarsdorp werd vanaf 1881 Hotel Spaander. Leendert en Aaltje Spaander en hun 7 mooie dochters wisten hun hotel goed te verkopen. Zo gingen ze in klederdracht naar openingen van tentoonstellingen onder meer in London. Ze stuurden gericht ansichtkaarten van hun hotel en van het pittoreske Volendam naar kunstacademies over de hele wereld. Leendert liet een schilderij maken door Carl Windels (1869–1954) met de tekst ‘Artist Kom Binne’ – duidelijker kon niet. Leendert Spaander (1855–1955) wilde graag een werkje aan de muur in ruil voor logies. Dat was het begin van de internationale schilderijencollectie van Hotel Spaander. De schilderijen en tekeningen sieren ook vandaag de dag nog de wanden in de oude herberg, de lounge en de gangen van het hotel.

In 1919 nam Alida (Aaltje) Spaander het bedrijf over van haar vader. Zij breidde de kunstcollectie verder uit. Hierdoor bezit het hotel een grote collectie van meer dan 1400 kunstwerken. Bovendien hangt een aanzienlijk aantal schilderijen, geïnspireerd door Volendam, in internationaal gerenommeerde musea, waaronder het Tate Britain, de National Gallery of Art, het Ulster Museum, het Museum Boijmans Van Beuningen, het Van Gogh Museum en het Rijksmuseum. Zelfs in de “Guide Michelin” staat Hotel Spaander speciaal vermeld omwille van de schilderijencollectie! Jan Brokken beschreef op onnavolgbare wijze deze vergeten geschiedenis van Volendam, een geschiedenis die een heel belangrijke plaats innam in de Nederlandse kunstgeschiedenis en de appreciatie van de Hollandse schilderkunst.

De schilders van Volendam 240 bladz. geïllustreerd uitg. Wbooks ISBN9789462584402

https://www.stretto.be/2024/02/23/jan-brokken-de-ontdekking-van-holland-een-uitgave-van-atlas-contact-meesterlijk/