De Franse fagottiste, Sophie Dervaux staat aan het begin van een groot project. Naast haar hoofdactiviteit als lid van de Wiener Philharmoniker zal ze zes albums opnemen met alle 39 fagotconcerti van Antonio Vivaldi. Zij wordt daarbij ondersteund door het La Folia Barockorchester.
Het soloconcerto, verscheen net als de sonate en de symfonie, voor het eerst aan het begin van de 18de eeuw in Italië en verspreidde zich over vijf generaties violisten/componisten over heel Europa. De benaming ‘concerto’ werd voor het eerst gebruikt in 1602 door de franciscaan, Lodovico Grossi da Viadana (foto), in zijn “Concerti Ecclesiastici”, motetten voor vocale partijen en orgel, de eerste publicatie van kerkmuziek met basso continuo.
Deze muziekvorm, ontstaan uit de canzone van Frescobaldi en Giovanni Gabrieli, groeide o.a. bij Salomone Rossi, Biagio Marini en Tarquinio Merula, rond 1637, uit tot de ‘sonata da chiesa’ of triosonate met basso continuo. Giovanni Battista Bassani in zijn “Affetti musicali”, en Giuseppe Torelli waren de scheppers van het instrumentaal ‘concerto da camera’. De door hen gebruikte bezetting, twee violen en een baslijn, tussen 1692 en 1709, werd later door Corelli, Geminiani, Vivaldi en anderen ontwikkeld, en werd ook toegepast door Bach en Händel. Het soloconcerto ontwikkelde zich in de barokperiode vanuit het concerto grosso, waarbij een solistengroep of concertino concerteerde t.o.v. het instrumentaal ensemble of ripieno, en bood de solist de mogelijkheid om zijn virtuoze techniek te etaleren.
Het soloconcerto is omstreeks 1700 in Italië ontstaan en werd door leerlingen van Corelli (foto) en door Vivaldi ontwikkeld. Hun nieuwe concertostijl werd door componisten in heel Europa nagevolgd en na jaren van weerstand tegen al wat Italiaans was, volgden in de jaren 1720 zelfs de Fransen. Met name Vivaldi’s concerti werden regelmatig uitgevoerd op de Concerts Spirituels, toen de belangrijkste publieke/openbare concerten in Parijs.
De fagot heeft zich ontwikkeld uit de dulciaan van de renaissance- en barokperiode en is verwant aan de schalmei en de pommer. De reden van de ontwikkeling van de eendelige dulciaan tot de vierdelige fagot was de grotere precisie tijdens het boren in kortere houtstukken. Een andere verbetering uit die tijd is het gebruik van duurzamere materialen, zoals ebbenhout en ivoor. In de loop van de tijd werd de fagot steeds meer voorzien van kleppen. Met name in de werkplaatsen van Heckel (voor het Duits systeem) en Buffet (voor het Frans systeem) is veel gedaan aan de verdere ontwikkeling van de fagot.
Net als de hobo heeft de fagot zijn wortels in Frankrijk. Tegen het einde van de 17de eeuw, kon de fagot zich daar nl. vestigen als een belangrijk solo-instrument. De eerste virtuozen kwamen uit Frankrijk, waar de fagot als basinstrument werd gebruikt in militaire orkesten en de uitmuntende fagottisten zich ook in concert konden vestigen. Vivaldi zou bepaalde concerti gecomponeerd hebben voor Antonin Möser, de fagottist van de muziekkapel van Graaf Morzin. Vivaldi leerde als kersverse Maestro di Cappella van Philipp van Hessen-Darmstadt, gouverneur van Mantua, deze graaf kennen in Venetië. Hij werd zijn maestro di musica in Italia en droeg aan hem zijn “Il cimento dell’armonia e dell’inventione” op.8 op. Tot die bundel vioolconcerti behoren de “Vier Jaargetijden”. De graaf is weliswaar niet te verwarren met zijn achterneef, ook een graaf Morzin, die Haydn in Unterlukawitz (nu Dolní Lukavice) in dienst had en voor wiens orkest, Haydn als jonge twintiger zijn eerste symfonieën componeerde.
Vivaldi’s eerste fagotconcerti ontstonden weliswaar in een legendarische omgeving, nl. het Ospedale della Pietà in Venetië, waar hij docent en muzikaal leider was. Zijn muziek was een uitdaging voor de muzikanten van zijn tijd, maar zij beheersten het met bravoure en grote vaardigheid. Deze nieuwe opname van Sophie Dervaux en het La Folia Barockorchester staat volledig in dienst van deze geschiedenis. De muziek laat enerzijds een inkijkje in het muziekleven van de 18e eeuw toe, maar maakt tegelijkertijd indruk door de harmonie en vrijheid in de samenwerking tussen de muzikanten met een zeer moderne manier van interpretatie. De finale beweging van het concerto RV 474 bv. doet eerder denken aan de stijl van Corelli terwijl het openingsallegro van het Concert RV 481 uitgesproken Vivaldi-muziek is die stilistisch lijkt op bepaalde bewegingen uit zijn “Vier Jaargetijden”. Tussen haakjes, “RV” staat voor Peter Ryom (1937), de Deense musicoloog die in 1973 de Ryom Verzeichnis, de catalogus van de werken van Antonio Vivaldi, uitgaf.
Sophie Dervaux is sinds 2015 solo-fagotiste van de Wiener Philharmoniker en het Weense Staatsoperaorkest, voorheen van de Berliner Philharmoniker. Ze begon haar muzikale opleiding op gitaar en klarinet en speelt fagot sinds 2003. Na een opleiding aan het conservatorium van Versailles studeerde ze aan het Conservatoire national supérieur de musique et de danse de Lyon en aan de Hanns Eisler Music Academy in Berlijn, voordat ze naar de Academie voor Muziek ging van de Berliner Philharmoniker (Karajan Academie). Tot zijn docenten behoren Carlo Colombo, Jean Pignoly, Volker Tessmann en Daniele Damiano. Ze is laureaat van talrijke prestigieuze competities, waaronder de ARD International Music Competition in München (2013) en de Beethoven Ring in Bonn (2014). Ze trad op als solist met gerenommeerde orkesten als de Wiener Philharmoniker, het Konzerthausorchester Berlin en het Orchestre national de Lyon. Haar uitgebreide solorepertoire omvat werken van Vivaldi, Saint-Saëns, Jolivet, Strauss, Mozart, Hummel, Haydn en Paganini.
Sophie Dervaux heeft opgetreden in de grootste concertzalen ter wereld, zoals de Philharmonie de Paris, de Berlin Philharmonie, Suntory Hall in Tokio, Carnegie Hall in New York en de Royal Albert Hall in Londen. Sinds haar jeugd is ze vooral dol op barokmuziek. Wat aanvankelijk een bescheiden idee was om een album met barokconcerten op te nemen. Het groeide uit tot een ambitieus project: de opname van alle fagotconcerten van Antonio Vivaldi. Het eerste van zes albums wordt op 8 maart 2024 uitgebracht door Berlin Classics. Sophie Dervaux speelde op jonge leeftijd Vivaldi’s concerti en had grote bewondering voor zijn manier van componeren voor de fagot. “Ik speelde Vivaldi-concerten op 14-jarige leeftijd en won later de ARD-muziekwedstrijd met het betoverende G-majeurconcert. Maar daarnaast moest ik ook langzamerhand zelf de schoonheid van de andere concerten ontdekken. Een reis die voor mij nu al de moeite waard is geweest”, zegt Sophie Dervaux.
Het project van de volledige Vivaldi-opname werd uitgevoerd in samenwerking met het Ensemble La Folia. Sinds de oprichting in 2007 heeft het La Folia Barokorkest de internationale muziekscène verrijkt met levendige interpretaties op historische instrumenten. Of het nu in een klein kamermuziekensemble is of in weelderige laatbarokarrangementen, puur instrumentale stukken of in samenwerking met vocale solisten – het jonge ensemble onder leiding van oprichter en concertmeester Robin Peter Müller staat altijd voor dynamische en opzwepende uitvoeringen van de muziek van de 17de en 18de eeuw. Toch besloot Sophie Dervaux de volledige Vivaldi-opname op een moderne fagot op te nemen. “Voor mij was de uitdaging om deze concerten op een moderne fagot te spelen heel groot, maar tegelijkertijd ook de beste oplossing”, vat Sophie Dervaux samen. Daarmee toont ze haar vertrouwdheid met de instrumentele eisen van de hedendaagse interpretatie.
Sophie Dervaux Vivaldi Bassoon Concerti La Folia Barockorchester cd Berlin Classics 0303241BC