Rimski-Korsakovs S(c)heherazade, die weelderige verhalen vertelt, en Moessorgski’s huiveringwekkende, “Nacht op de Kale Berg”, zijn twee van de populairste werken uit het Russisch repertoire. Door ze samen te programmeren herinnert Sir Antonio Pappano aan de banden tussen de twee componisten. Tegelijkertijd biedt hij een zeldzame gelegenheid om beide versies van Moessorgski’s “Nacht op de Kale Berg” te horen, één voor orkest en één voor orkest en… zang!
Sheherazade op. 35 van Nikolaj Rimski-Korsakov, een 4-delige suite voor symfonieorkest, gecomponeerd in 1888, was gebaseerd op de verhalen van Sjeherazade uit het boek Duizend-en-één nacht. Met zijn kleurrijke orkestratie en de oriëntaalse sfeer, die aansloot bij de geschiedenis van het tsaristisch Rusland, verklankte de muziek het verhaal over Koning Sjahriaar, die van mening was dat alle vrouwen ontrouw waren en daarom had besloten dat al zijn echtgenotes na de eerste nacht moesten worden gedood. Sjeherazade slaagde erin aan dit lot te ontkomen door hem iedere avond, een ander verhaal te vertellen uit Duizend-en-één nacht. Ze wist de koning zo nieuwsgierig te maken, dat hij haar terechtstelling avond na avond uitstelde, tot hij uiteindelijk besloot er helemaal van af te zien.
De inhoud van “Nacht op de Kale Berg” werd geïnspireerd door het verhaal “De avond voor Sint Jan” van Nikolaj Gogol (foto) en het toneelstuk “De heksen” (waarschijnlijk van ene Baron Mengden). Moessorgski besloot op 21-jarige leeftijd, in 1860, tot het schrijven van een opera, geïnspireerd op Nikolaj Gogols “De avond voor Sint Jan”. Al snel wijzigde hij zijn plannen, hij besloot een stuk te schrijven over een heksensabbat, het belangrijkste gemeenschappelijke element van “De avond voor Sint Jan” en “De heksen”. Zeventien jaar later kon Moessorgski zijn vriend Rimski-Korsakov eindelijk schrijven dat hij “met hulp van God en na dertien dagen hard werken”, op Sint-Jansavond (23 juni, de dag waarop in veel culturen nog altijd de langste dag van het jaar wordt gevierd) het stuk De avond voor Sint Jan op de Kale Berg had voltooid.
Aan een andere vriend, Nikolsky, schreef hij ook een brief over zijn stuk. Hij verdeelde het stuk in deze brief in vier delen: samenkomst van de heksen, hun gekeuvel en geroddel, de verschijning van Satan, de verering van Satan, en de heksensabbat. Eigenlijk heeft het stuk nog een vijfde deel, namelijk het besef dat er iets gruwelijks is gebeurd, wat in het stuk na het luiden van de kerkklokken wordt vertolkt (vlak voor acht uur vertrekken alle heksen weer).
Moessorgski was erg trots op zijn stuk en hij beloofde dat hij het stuk nooit zou wijzigen, ondanks eventuele tekortkomingen. Die belofte brak hij echter niet veel later, nadat zijn mentor, Balakirev, zijn ongenoegen over het stuk had uitgesproken en had geweigerd het te laten opvoeren. Het stuk zou onspeelbaar zijn. Moessorgski was diep bedroefd en deed een tijd lang niets meer met het stuk, maar hij vond het stuk zo mooi dat hij bleef proberen het stuk alsnog te laten uitvoeren. Enkele jaren later herschreef hij het stuk, maar geen van zijn versies werd uitgevoerd. De eerste versie (1867) is pas in de twintiger jaren weer ontdekt in Leningrad en in 1968 in druk verschenen.
Deze opname geeft een zeldzame kans om beide versies van Moessorgski “Nacht op de Kale Berg” te horen – één voor orkest en één voor orkest en zang (zoals bedacht voor de opera “De jaarmarkt van Sorochyntsi”). “Moessorgski’s schrijven creëert een beet die heel ongebruikelijk is voor de tijd waarin deze muziek werd gecomponeerd”, zegt Pappano. “Het is kaal en onopgesmukt, met een grimmige rauwheid”. Daarentegen omschrijft hij de iriserende symfonische suite Sheherazade van Rimski-Korsakov als “een voortreffelijk pronkstuk voor het orkest”, en voegt eraan toe: “Het is vooral in de meer transparante en zingende momenten in de partituur dat de kwaliteit van het orkest echt van cruciaal belang is. Italiaanse orkestmuzikanten staan bekend om hun zanggeluid en -stijl, dus ik vind dit stuk ideaal voor het Santa Cecilia Orchestra”. Warm aanbevolen.
Sir Antonio Pappano CVO (1959) is momenteel muziekdirecteur van het Royal Opera House en van het Orchestra dell’Accademia Nazionale di Santa Cecilia. Sinds maart 2021 is hij tevens chef-dirigent van het London Symphony Orchestra. Pappano werd geboren in Epping, Essex. Zijn familie was in 1958 vanuit Castelfranco in Miscano, nabij Benevento in Italië, naar Engeland verhuisd, en op het moment van zijn geboorte werkten zijn ouders in het restaurantbedrijf. Zijn vader, Pasquale Pappano, was van beroep zangleraar. Toen Pappano 13 jaar oud was, verhuisde hij met zijn gezin naar Connecticut. Na een muzikale opleiding in piano, compositie en directie, werd hij op 21-jarige leeftijd repetitiebegeleider bij de New York City Opera. Pappano trok de aandacht van collega-pianist en dirigent Daniel Barenboim en werd zijn assistent op het Bayreuth Festival. Hij werkte in Barcelona en Frankfurt en was assistent van Michael Gielen.
Rimsky-Korsakov Scheherazade & Mussorgsky (Original versions of 1867 & 1880) Night on Bald Mountain Orchestra dell’Accademia Nazionale di Santa Cecilia, Antonio Pappano cd Warner Classics 5419793369