Händel stond niet alleen bekend als organist, maar ook als een van de grootste klavecinisten van zijn tijd. Het publiek kon geen genoeg van hem krijgen op het klavecimbel, noch als componist, noch als uitvoerder. In zijn klavierwerken combineerde Händel een formele vrijheid met een retorisch meesterschap op een manier die zijn improvisatorische gaven weerspiegelde, waarvoor hij beroemd was. De muziek is levendig en vertoont een enthousiasme om de structuur te combineren met heel verschillende stijlen. De grootschalige werken uit 1720, alle totaal verschillend, zijn een synthese, geïnspireerd op elementen van de Duitse en Italiaanse stijlen. Händel schijnt weinig belangstelling te hebben gehad voor de vorm van de suite op zich. Formele eenheid bereikte hij door gemeenschappelijk thematisch gebruik. De diverse oorsprong van de muziek maakt de verzameling suites een microkosmos van Händels eclectische stijl.
In de eerste decennia van de 18de eeuw was Amsterdam een van de belangrijkste uitgeverijsteden ter wereld. Vivaldi, Corelli, Albinoni en Locatelli kozen er allemaal voor om in Amsterdam te publiceren in plaats van in Venetië vanwege de superieure kwaliteit van de Amsterdamse publicaties. Maar al snel kwamen piratenkopieën op de markt, waarvoor de componist geen cent ontving. In 1719 bv. verscheen uit de persen van de nochtans gerenommeerde uitgever Roger, een dergelijke, ongeoorloofde versie van een aantal van Händels stukken voor klavecimbel. Händel bracht nieuw en oud materiaal bij elkaar, maar wat precies oud en nieuw was, is niet bekend. Waarschijnlijk dateerde een deel van de suites nog uit zijn studententijd in Duitsland, sommige uit zijn jaren in Italië en het nieuw materiaal uit zijn tijd in Londen. De Duitse volksliederen in de Air van de Suite in d en de Passacaglia in de Suite in g bv. hadden best in zijn Duitse jaren kunnen zijn gecomponeerd, net als sommige fuga’s. De Suite in F, die in Italië kon zijn gecomponeerd, nam de vorm aan van een Italiaanse Sonata da Chiesa.
De openingsgedeelten van de Suites in d en in g klinken erg Frans, maar hadden evengoed in Londen kunnen zijn gecomponeerd. De suites HWV 323 tot en met HWV 433 staan gezamenlijk bekend als ‘Grand Suites’. Ze laten zien dat Händel, de Frans sprekende Duitser die in Engeland, Italiaanse muziek componeerde, een meester was in elke Europese stijl. De stukken waren populair en werden zelfs opnieuw uitgegeven. Händel was er daarenboven zelf heel tevreden over. Zo zou hij later het Presto uit de Suite in d gebruiken als het slotgedeelte van zijn Concerto Grosso op. 3 nr. 6. Hun kenmerkende gediversifieerde stijlen weerspiegelden niet alleen de mengelmoes van nationale tradities die door de jonge componist waren geassimileerd, maar ook zijn fenomenaal improvisatietalent. Bovendien lag de aantrekkingskracht van deze stukken in hun melodische en ritmische affiniteit met de wereld van zang en orkestschriftuur, Händels specialiteit. Arrangementen van Händels opera-ouvertures en aria’s begonnen al vroeg in zijn carrière in Engeland te circuleren, en in zijn latere jaren stond hij erom bekend zijn ouvertures zelf op het klavier uit te voeren.
Ontdek of herontdek de genialiteit van Händels 8 klavecimbelsuites uit 1720! Händel componeerde deze suites niet alleen als uitvoeringsstukken, maar ook als lesmateriaal, mogelijk om zichzelf financieel te onderhouden na het overlijden van zijn vader en vóór zijn opera-avonturen. Ondanks hun educatieve doel, werden Händels suites vervaardigd met artistieke verfijning, waarbij vaardigheden en interpretatie van uitvoerders werden gevraagd. De suites zelf tonen Händels veelzijdigheid en innovatie. Ze bevatten verschillende soorten suites, waaronder traditionele suites met vier bewegingen en sonates geïnspireerd op Corelli’s triosonates. Händels gebruik van variaties, fuga’s en andere vormen benadrukt zijn compositorische bekwaamheid. Händels collectie uit 1720 werd in heel Europa breed geprezen en inspireerde componisten als Bach, Muffat en Rameau om soortgelijke elementen in hun werken op te nemen. Händels vermogen om Franse, Italiaanse en Duitse invloeden in zijn composities te fuseren, was een voorbeeld van de ‘gemengde smaak’-esthetiek van die tijd.
Naast de gebruikelijke, gestileerde dansen zoals Allemande en Courante, bevatten de meer uitgebreide suites 3 en 5, elk 5 variaties. In de vijfde suite werd Händels aanstekelijke Air, “The Harmonious Blacksmith”, gevarieerd. Wat de oorsprong van de melodie betreft, heeft een bourrée van Richard Jones (1680-1740) bijna dezelfde sfeer in mineur hoewel het niet bekend is of Jones Händel voorafging of omgekeerd. Een passage in Händels opera Almira, gecomponeerd in 1704, lijkt erg op het Harmonious Blacksmith-deuntje, dus het is waarschijnlijk dat het Händels eigen melodie was.
Het verhaal gaat dat Händel, toen hij tussen 1717en 1718, voor James Brydges, de toekomstige hertog van Chandos bij Cannons werkte, ooit in een smidse voor de regen schuilde en er geïnspireerd werd om zijn deuntje te componeren toen hij de hamer op het aambeeld hoorde. Een variante van dit verhaal is dat hij de smid het deuntje hoorde zingen dat later de Air zou worden. De andere versie over de oorsprong van de melodie is verbonden aan William Lintern, een leerling-smid uit Bath die later als “muzikale smid” (“The Harmonious Blacksmith”) met muziek begon. Het stuk zou door hem geïnspireerd zijn.
De Zwitserse klavecinist, Michel Kiener, volgde tegelijkertijd piano- en klavecimbel bij Louis Hiltbrand (1972) en Isabelle Nef (1975) aan het plaatselijke Muziekconservatorium van Genève, waar hij de prijs voor virtuositeit in beide disciplines won. Verder volgde hij les bij Anneke Uittenbosch en Gustav Leonhardt in Amsterdam. Hij won in 1977, de eerste prijs op de Internationale klavecimbelwedstrijd in Brugge en hij won de Internationale wedstrijd in Genève. Sinds 1977 is Michel Kiener professor aan het Conservatorium van Genève, terwijl hij zijn activiteiten voortzet als concertartiest en pedagoog. Zijn achtergrond, zowel als pianist en klavecinist, leidde hem al snel naar het laat barok en klassiek repertoire, gespeeld op pianoforte en zelfs op clavichord.
Handel Suites de pièces pour le clavecin Michel Kiener 2 cd Passacaille PAS1147