Danny Praet, “Satan Een geschiedenis van de duivel”, een indrukwekkende uitgave van Borgerhoff & Lamberigts.

De duivel is duizenden jaren oud en kent vele gedaantes. Of hij nu Satan of Beëlzebub of Mephistopheles of Lucifer heet, hij bleef en blijft ook vandaag nog ongemeen boeien. In dit fascinerend boek wordt zijn geschiedenis verteld, van het ontstaan in het antieke Midden-Oosten tot zijn ontwikkeling in jodendom, christendom en islam. Maar, de auteurs keken ook naar andere tradities, zoals demonen en bezetenheid in Afrikaanse culturen, de evolutie van de duivel in de middeleeuwen en de moderne tijd, zwarte magie en hekserij, Goethe’s “Faust”, en beroemde films zoals “The Exorcist”. Daarenboven is het boek bijzonder rijk geïllustreerd, wat zorgt voor de visuele verbeelding over Satan en de zijnen.

Marcus beschreef de overwinning van Satan door Jezus en zijn heilsstaat. Het mislukken van de verzoeking van Jezus stond bij Marcus nl. voor de overwinning op de zondeval en het herstellen van de door de verleiding van Adam en Eva verloren oertoestand in het paradijs (“Hij leefde er te midden van de wilde dieren, en engelen zorgden voor hem”) Jezus tegenhouden op zijn heilsweg, betekende het werk van Satan doen.

In de uitgebreidere traditie in de andere evangeliën trachtte Satan Jezus tot drie keer toe tot zonde te verleiden, maar Jezus wees zijn verleidingen aan de hand van citaten uit de Hebreeuwse Bijbel van de hand. In Matteüs zei Satan tegen Jezus dat hij alle koninkrijken in de wereld kon krijgen en voegde er in Lucas aan toe: “Ik geef u de macht over dat alles … want ik kan erover beschikken en ik geef het aan wie ik wil”. Satan werd dus beschreven als een zelfstandige God tegenstrevende macht. Johannes stelde dat “de wereld in de macht ligt van hem die het kwaad zelf is”. Waar een weg naar heil werd geschetst, was onvermijdelijk een negatieve grootheid die zich van die weg af beweegt. De belangrijkste nieuwtestamentische benamingen voor deze tegenpolen waren “Satan” en “Duivel”. In de nog niet tot heil gebrachte wereld was het bestaan van een in welke vorm dan ook verbeelde negatieve macht theologisch noodzakelijk.

Het doordringen van Gods rijk in de wereld door Christus en zijn werken viel samen met het terugwijken van Satan en zijn macht. Jezus’ genezingen waren slagen tegen de macht van Satan. Jezus bracht Gods rijk als een beetje zuurdesem in de heilloze wereld en sindsdien dijt Gods rijk onmerkbaar uit. De Satan streefde ernaar Jezus en zijn heilswerk tot een halt te brengen en mensen te verleiden. Toen de eerste mensen Adam en Eva van de verboden vrucht hadden gegeten, hadden Satan en de dood al hun nakomelingen in hun greep. Maar op Jezus, die niet afstamde van Adam, had de dood geen aanspraak en moest hem weer teruggeven. Door Jezus’ opstanding werd de dood de beslissende nederlaag toegebracht. Wie zich in Jezus tot nieuwe mens maakte, was geen afstammeling meer van Adam. Hij was met Jezus aan het machtsbereik van Satan en de dood onttrokken.

Het boek opent met een tekst van Danny Praet over de oorsprong van de duivel. Hij heeft het over de duivel in de klassieke mythologie, de Perzische godsdienst, de joodse bijbel, duivelse monsters zoals Leviathan, Behemoth en Beëlzebub, de slang in de tuin van Eden, de dode zeerollen, en het enigmatisch getal 666, het getal van het beest in de apocalyps. Gevallen engelen zijn in Abrahamitische religies nl. engelen die uit de hemel werden verbannen. De term komt niet voor in de Hebreeuwse Bijbel, het Nieuwe Testament of de Koran, maar wordt gebruikt om engelen aan te duiden die uit de hemel werden geworpen of hadden gezondigd. Vervolgens bespreekt Benjamin De Vos het duivelspact en de dorst naar kennis.

Naast zijn tekst over wellust, zonde en opstandigheid, ontmoet u Cyprianus van Antiochië Theophlilus van Adana en Simon Magnus en gnosis. In het hoofdstuk, “De vele werken van de duivel in de volle middeleeuwen”, neemt Jeroen Deploige u mee naar het Liber Floridus en Hildegards heilhistorie. Volgens de christelijke doctrine begon de zonde van de gevallen engelen nl. vóór het begin van de menselijke geschiedenis. De gevallen engelen werden vervolgens geïdentificeerd als de engelen die door Satan werden geleid in hun opstand tegen God en gelijkgesteld aan demonen.

In de middeleeuwen bestond een wijdverbreid (volks)geloof in demonen, die ook duivels werden genoemd. Ze verpersoonlijkten onheil in allerlei vormen en konden – zo dacht men – mensen verleiden tot zonde. Twee groepen van demonen die men onderscheidde waren incubi en succubi. Met behulp van magische en religieuze rituelen geloofde men dat demonen konden worden bezworen of zelfs aangeroepen voor bepaalde doeleinden. Incubus (nachtmerrie of liggen op) was in de middeleeuwen een mannelijke demon die vrouwen in hun slaap zou bezoeken. De daaropvolgende gemeenschap zou dan geleid hebben tot de geboorte van heksen, demonen en misvormd nageslacht. De vrouwelijke tegenhanger is de succubus.

Nadat Annelies Lannoy in het hoofdstuk, “Denken over (zwarte) magie”, de amuletten van Lovecraft en Thomas van Aquino als magiebegrip naar het duivelspact bespreekt, vervolgt Caroline Janssen in haar tekst, “Satan en de demonen in het islamitisch cultureel erfgoed”, over de religie van Ibrahim/Abraham, Satan in de koran, gevallen engelen en satans die leugens reciteren, volksgeloof en verhaalkunst en demonen in de Arabische wereld. Volgens de islam is Satan (Shaitan) nl. een djinn, een bovennatuurlijk onzichtbaar wezen, dat volgens sommige islamitische geleerden bezit kan nemen van mensen en ze van hun vrije wil kan ontdoen. Samen met mensen en engelen zijn djinns volgens de Koran de drie levensvormen met een bewustzijn gemaakt door Allah. Benjamin Biebuyck, Koenraad Stroeken en Raf Geusens hebben het dan als laatsten over Mephistopheles in de Faust van Goethe, de duivel in Afrika: bezeten, behekst of beduveld, bezetenheid in de Chwezi-cultus, met mensenoffers, en de duivel in de film.

Danny Praet (1968) studeerde Klassieke Filologie en Wijsbegeerte aan de Universiteit Gent. Hij was in Gent eerst verbonden aan de vakgroep Romaanse Talen, waar hij bij Marc Van Uytfanghe werkte; daarna aan de vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen, waar hij Herman De Ley opvolgde als docent antieke en middeleeuwse wijsbegeerte. Danny Praet doceert geschiedenis van het christendom en antieke filosofie aan de Universiteit Gent.

Danny Praet Satan Een geschiedenis van de duivel 366 bladz. geïllustreerd uitg. Borgerhoff & Lamberigts ISBN 9789464983418