Reeds in 1838 had Felix Mendelssohn-Bartholdy het idee een tweede vioolconcert te componeren. Na veel aanpassingen aan de orkestratie en herzieningen van de solopartij, werd het meesterwerk uiteindelijk in Bad Soden am Taunus voltooid en in 1845 door Ferdinand David en het orkest o.l.v. de Deense componist Niels W. Gade, in Leipzig première gespeeld.
Isabelle Faust heeft de reputatie een intellectueel nieuwsgierige violiste te zijn die bijna evenveel tijd doorbrengt in bibliotheken en archieven als met het voorbereiden van een concert. Zo kwam ze in contact met en raakte ze gefascineerd door, de vroege vertolkingen van Joseph Joachim, die het in 1845 reeds als 14-jarige! speelde, Ferdinand David (foto), Hubert Léonard en iets later nog Pablo de Sarasate van Mendelssohns wereldberoemd 2de Vioolconcerto. Mendelssohn componeerde nl. in 1822, op 13-jarige! leeftijd, reeds een (1ste) Vioolconcerto. Het kostbaar erfgoed van de eerste vertolkingen werd door Isabelle Faust als een bron van expressiviteit, nauwkeurig onderzocht, zoals zij eerder ook deed voor haar opname van het Brahms Vioolconcerto. Isabelle Faust, hier vergezeld van het befaamd “Freiburger Barockorchester” in topvorm o.l.v. de Spaanse dirigent Pablo Heras-Casado (°1977) , biedt ons een staaltje van zuiverheid en lyriek in een interpretatie die bijgevolg eindelijk weer eens voldoet aan Mendelssohns belofte aan violist Ferdinand David, een concerto te componeren om de engelen te verheugen in hemel.
Haar historisch onderzochte, haast wetenschappelijke uitvoering, gebaseerd op de annotaties en uitgaven van de oorspronkelijke, 19de -eeuwse uitvoerders, is al vanaf de eerste noten hoorbaar en zorgt al meteen voor een sonore verrassing die van de luisteraar een andere attitude vraagt. Haar uitvoering van het wondermooi hoofdthema bv. laat haar belangrijke, stilistische innovaties horen die voortvloeide uit haar onderzoek, nl. zeer weinig vibrato, waarbij de toon door portamento wordt verwarmd, in overeenstemming met de aanpak van Joachim en David. Bij Portamento (van “portamento della voce” of “portar la voce”), glijdt men van de ene toon naar een andere, maar i.t.t. glissando, zonder de tussenliggende tonen te laten horen. Het effect is dat daardoor de solo partij organisch uit de orkestrale textuur voortkomt. Hetzelfde geldt voor haar benadering van de prachtige cantabile, langzame beweging, een op de viool vertaalde, heel gevoelige, bijna hypnotiserende, ingetogen aria. Daarenboven moet u weten dat Isabelle Faust dit alles realiseert op de fenomenale “Bella Addormentata” viool van Stradivarius uit 1704, die ze “in bruikleen” heeft van de “Landeskreditbank Baden-Württemberg”.
Haar navolging van de speelwijze van vroege vertolkers die meer gebruik maakten van open snaren en subtiel genuanceerde harmonieken of flageoletten, geeft aan de solopartij een verfrissende klank en een heel andere voordracht. Het concerto klinkt daardoor meer als Mendelssohns sprookjesmuziek. Het effect dat haar gebruik van portamento op haar timbre en expressiviteit heeft en de bepaalde motieven en soms zelfs hele zinnen die ze op een andere snaar dan gebruikelijk speelt, leveren flitsen van helderheid of ingetogen tot gedempte expressie op, waar je het niet verwacht. Een heel groot verschil met de standaard opnamen. Heel bijzonder.
Pablo Heras-Casado en het klein maar qua bezetting perfect samengesteld “Freiburger Barockorchester” (slechts vier pupiters voor de eerste en tweede violen en twee voor de celli), ondersteunen en volgen de soliste dermate dat ze onbelemmerd kan schitteren, zelfs in de delicaatste passages en vooral ook in de passages waarin zij op haar beurt de rol van begeleidster heeft. Dit maakt dat de uitvoering bij momenten eerder als gecultiveerde kamermuziek aanvoelt, dan wel als een hardnekkige, virtuoze strijd tussen het orkest en, in dit geval, de soliste.
De uitvoering van de Hebriden Ouverture en de Reformatie Symfonie worden door dezelfde helderheid, evenwicht en alerte aanpak gekenmerkt als de uitvoering van het concerto. Daarnaast doen Isabelle Faust, Heras-Casado en het Freiburgs Orkest, ongewoon maar heel belangrijk werk door met hun vernieuwende interpretatie en sonoriteit, Mendelssohns schatplichtigheid aan de grote barokmeesters en zijn voorafschaduwing van Wagner, te profileren. De uitvoering is als het ware een reconstructie van hoe het mogelijks in de vier vingers en de magische rechterarmen van weleer, geklonken kan hebben. Oorspronkelijk, origineel. uniek. Een cd die u voor geen geld ter wereld mag missen. Subliem!
Mendelssohn Hebrides Overture Op. 26 Violin Concerto in E minor Op. 64 Symphony No. 5 in D major Op. 107 ‘Reformation’ Isabelle Faust Freiburger Barockorchester Pablo Heras-Casado cd Harmonia Mundi HMM902325